1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Afstand van concurrentiebeding, maar toch niet vogelvrij

Afstand van concurrentiebeding, maar toch niet vogelvrij

In een arbeidsovereenkomst komt bijna standaard een non-concurrentiebeding, nevenwerkzaamhedenbeding, relatiebeding of geheimhoudingsbeding voor. Op  overtreding van zo’n beding staan vaak forse boetes. Als werkgever en werknemer afspraken maken over beëindiging van het dienstverband door middel van een vaststellingsovereenkomst (dus met wederzijds goedvinden), komt het ook vaak voor dat de bedingen door de werkgever worden prijsgegeven. Betekent dit dan ook dat de werknemer daarna vogelvrij...
Leestijd 
Auteur artikel Melanie Breedveld (uit dienst)
Gepubliceerd 16 juni 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een arbeidsovereenkomst komt bijna standaard een non-concurrentiebeding, nevenwerkzaamhedenbeding, relatiebeding of geheimhoudingsbeding voor. Op  overtreding van zo’n beding staan vaak forse boetes. Als werkgever en werknemer afspraken maken over beëindiging van het dienstverband door middel van een vaststellingsovereenkomst (dus met wederzijds goedvinden), komt het ook vaak voor dat de bedingen door de werkgever worden prijsgegeven. Betekent dit dan ook dat de werknemer daarna vogelvrij is en zomaar alles mag doen? Nee, althans niet volgens de kantonrechter in NijmegenEen werkgever, exploitant van een technische groothandel in lasproducten, had in de contracten met werknemer onder andere een geheimhoudingsbeding opgenomen en een non-concurrentiebeding. In februari 2011 gaan partijen uit elkaar. In de vaststellingsovereenkomst is opgenomen dat het non-concurrentiebeding en/of het relatiebeding dat ooit gegolden had, kwam te vervallen; het geheimhoudingsbeding bleef gehandhaafd. Kort na zijn ontslag start de werknemer een eigen – vergelijkbaar – bedrijf.

Volgens de ex-werkgever maakte de werknemer zich daarmee schuldig aan oneerlijke werknemersconcurrentie. Er zou sprake zijn van stelselmatig en substantieel afbreken van het duurzame bedrijfsdebiet van de werkgever, doordat de werknemer gebruik maakt van de kennis en hulpmiddelen die hij tijdens het dienstverband vertrouwelijk ter beschikking had gekregen van zijn ex-werkgever. Het gaat dan om informatie over afnemers/relaties en kennis omtrent prijzen. Daarnaast zou hij bestaande relaties van de werkgever actief benaderen en hen sterk concurrerende prijzen aanbieden, van wel 20 % onder de prijs van zijn ex-werkgever. Hij maakt daarmee openlijk gebruik van kennis opgedaan bij zijn voormalig werkgever, wat strijdig is met het geheimhoudingsbeding.

De werknemer verweert zich en voert aan dat de werkgever bij de vaststellingsovereenkomst uitdrukkelijk afstand had gedaan van het non-concurrentiebeding. Nu probeert de werkgever het beding via een achterdeur weer binnen te krijgen. Hij zou nu ten onrechte worden beticht van ongeoorloofde werknemersconcurrentie.

De kantonrechter vindt toch dat de werknemer te ver is gegaan. Hoewel tussen partijen het aanvankelijk overeengekomen non-concurrentiebeding bij de vaststellingsovereenkomst teniet is gedaan en de werknemer dus ook niet meer aan dat beding gehouden is, is hij toch aan zekere grenzen gebonden. Er kan sprake zijn van onrechtmatige concurrentie als de ex-werknemer niet alleen het duurzame bedrijfsdebiet van de werkgever stelselmatig en substantieel afbreekt, maar daarbij ook  gebruik maakt van kennis en gegevens van de werkgever en actief relaties van hem benadert en hen aantrekkelijkere prijzen biedt. Hiermee heeft hij geen enkel ander doel dan (te) scherp te concurreren met zijn ex-werkgever. Voor de kantonrechter ging deze werknemer hiermee een stap te ver.