1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 4: Ontslag en bestuursverbod

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 4: Ontslag en bestuursverbod

Op 10 november jl. heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) aangenomen. De Wbtr treedt op 1 juli 2021 in werking. De invoering heeft lang op zich laten wachten. We zullen uw geheugen opfrissen door het plaatsen van korte berichten op deze kennispagina over de relevante wijzigingen.
Leestijd 
Auteur artikel Marieke van Dongen
Gepubliceerd 11 december 2020
Laatst gewijzigd 11 december 2020

 

Ontslag bestuurders

Wist u dat onder de Wbtr:
De ontslaggronden van artikel 2:298 lid 1 BW voor het ontslag van stichtingsbestuurders door de rechter worden verruimd?

Op grond van het huidige artikel 2:298 lid 1 BW kan een stichtingsbestuurder die (i) iets doet of nalaat in strijd met wettelijke bepalingen, (ii) iets doet of nalaat in strijd met de statuten, (iii) zich schuldig maakt aan wanbeheer, of (iv) niet of niet behoorlijk voldoet aan een door de voorzieningenrechter ingevolge artikel 2:297 BW gegeven bevel , op verzoek van het openbaar ministerie of iedere belanghebbende worden ontslagen door de rechtbank.
Voornoemde ontslaggronden zouden in de praktijk in bepaalde gevallen ontoereikend zijn om het ontslag van een stichtingsbestuurder te bewerkstelligen die het belang van de stichting zodanig schaadt dat het niet langer verantwoord is om hem als bestuurder te handhaven. Omdat dit onwenselijk is, voorziet de Wbtr in een verruiming van de gronden voor het ontslag van een stichtingsbestuurder door de rechter. Ingevolge het nieuwe artikel 2:298 lid 1 BW kan een stichtingsbestuurder op verzoek van het openbaar ministerie of iedere belanghebbende door de rechtbank worden ontslagen (i) wegens verwaarlozing van zijn taak, (ii) wegens andere gewichtige redenen, (iii) wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden geduld, of (iv) wegens het niet of niet behoorlijk voldoen aan een door de voorzieningenrechter ingevolge artikel 2:297 BW gegeven bevel.
Met deze verruimde ontslagregeling wordt aangesloten bij de criteria voor ontslag van een commissaris van een structuurvennootschap door de Ondernemingskamer.


Ontslag commissarissen
Wist u dat onder de Wbtr:
Ook een commissaris door de rechter kan worden ontslagen?

Op dit moment ontbreekt in de wet een regeling voor het ontslag van een commissaris van een stichting. Daar komt verandering in: de Wbtr verklaart de ontslagregeling van een stichtingsbestuurder van overeenkomstige toepassing op de commissaris van een stichting.

Bestuursverbod
Wist u dat onder de Wbtr:
Het bestuursverbod van artikel 2:298 lid 3 BW wordt uitgebreid?


Op grond van het huidige artikel 2:298 lid 3 BW kan een door de rechtbank ontslagen bestuurder gedurende vijf jaar na zijn ontslag geen bestuurder van een stichting worden.
Deze regel wordt in de Wbtr aldus uitgebreid dat een ontslagen bestuurder gedurende vijf jaar na zijn ontslag evenmin commissaris van een stichting kan worden. Verder voorziet de Wbtr in een uitzondering voor het geval de betreffende persoon mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Gerelateerde Wbtr-artikelen
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 1: Doel, inhoud en inwerkingtreding Wbtr
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 2: Wettelijke grondslag raad van commissarissen
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 3: Wettelijke grondslag one-tier board


Contact
Heeft u vragen over de Wbtr? Neemt u dan gerust contact op met Marèl Baak, Marieke van Dongen of Rosanne Kuiper. Wij helpen u graag verder.