1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 5: aansprakelijkheid in geval van faillissement

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 5: aansprakelijkheid in geval van faillissement

Op 10 november jl. heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) aangenomen. De Wbtr treedt op 1 juli 2021 in werking. De invoering heeft lang op zich laten wachten. We zullen uw geheugen opfrissen door het plaatsen van korte berichten op deze kennispagina over de relevante wijzigingen.
Leestijd 
Auteur artikel Rosanne Kuiper
Gepubliceerd 18 december 2020
Laatst gewijzigd 18 december 2020

Aansprakelijkheid faillissement

Wist u dat de Wbtr:
De curator de mogelijkheid biedt om bestuurders en commissarissen van alle verenigingen en stichtingen hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor het volledige faillissementstekort in geval van onbehoorlijke taakvervulling bij faillissement?

Onder het huidige recht hebben curatoren al de mogelijkheid om bestuurders en commissarissen van failliete NV’s, BV’s en commerciële stichtingen en commerciële formele verenigingen (dit zijn stichtingen en verenigingen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen) aansprakelijk te stellen voor het volledige faillissementstekort wanneer zij hun taak onbehoorlijk hebben vervuld. De Wbtr biedt curatoren dezelfde mogelijkheid ten aanzien van bestuurders en commissarissen van niet-commerciële stichtingen, niet-commerciële verenigingen en zogenaamde informele verenigingen (dit zijn verenigingen waarvan de statuten niet zijn neergelegd in een notariële akte).

Bewijsvermoedens in faillissement

Wist u dat:
De wettelijke bewijsvermoedens in faillissement onder de Wbtr ook gaan gelden voor bestuurders en commissarissen van semipublieke instellingen die op grond van sectorspecifieke wet- en regelgeving een jaarrekeningplicht hebben?

Onder het huidige recht geldt voor bestuurders en commissarissen van failliete NV’s, BV’s en commerciële stichtingen en commerciële formele verenigingen dat in het geval dat niet voldaan is aan de administratieverplichtingen (artikel 2:10 BW) of de verplichting tot publicatie van de jaarrekening (artikel 2:394 BW), onweerlegbaar vaststaat dat het bestuur respectievelijk de raad van commissarissen zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en dat vermoed wordt dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit laatste vermoeden kan door de bestuurder of commissaris worden weerlegd door tegenbewijs te leveren.

Voor commissarissen geldt blijkens de jurisprudentie overigens niet dat zij zélf de boekhouding moeten bijhouden op het moment dat het bestuur dit verzuimt te doen. Wel moet de raad van commissarissen om inlichtingen vragen, het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren over naleving van de verplichtingen voortvloeiend uit artikel 2:10 BW en 2:394 BW en indien nodig ingrijpen door een bestuurder te schorsen dan wel te ontslaan (uiteraard mits de raad van commissarissen daartoe bevoegd is).

De Wbtr introduceert voornoemde bewijsvermoedens ook voor bestuurders en commissarissen van stichtingen of verenigingen die bij of krachtens de wet verplicht zijn om een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in Titel 9 Boek 2 BW. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om organisaties in de zorg-, onderwijs- en pensioensector die op grond van sectorspecifieke wetgeving een jaarrekeningplicht hebben.

Gerelateerde Wbtr-artikelen

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 1: Doel, inhoud en inwerkingtreding Wbtr
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 2: Wettelijke grondslag raad van commissarissen
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 3: Wettelijke grondslag one-tier board
Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 4: Ontslag en bestuursverbod

Contact

Heeft u vragen over de Wbtr? Neemt u dan gerust contact op met Marèl Baak, Marieke van Dongen of Rosanne Kuiper. Wij helpen u graag verder.

Bronnen

(1) Hoge Raad 28 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2114, NJ 1997/58 (Bodam Jachtservice).