1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Breitling merkdealer mag zich niet meer als zodanig presenteren

Breitling horlogemerk dealer mag zich niet meer als zodanig presenteren na einde distributieovereenkomst

Het bekende horlogemerk kon haar dealernetwerk beschermen via het merkenrecht en een distributieovereenkomst. Lees hier de kort geding uitspraak.
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 21 september 2022
Laatst gewijzigd 21 september 2022

Distributieovereenkomst

Een merkdealer krijgt doorgaans via een schriftelijke distributieovereenkomst het recht om het merk te gebruiken om de merkproducten te verkopen. Dit heet ook wel een licentie.

In dit geval van deze Breitling horloge merk dealer had Breitling, als exclusief distributeur een distributieovereenkomst met een dealer gesloten. Dat schriftelijke dealercontract was tussentijds ook nog aangepast met bepalingen over e-commerce verkoop.

Merkdealer

In de distributieovereenkomst van het merk zijn onder meer bepalingen opgenomen de over beëindiging, en de juridische gevolgen daarvan voor de merkdealer. Beëindiging was onder meer mogelijk door opzegging. En in geval van beëindiging moest de dealer ‘al het promotiemateriaal en e-warranty-materiaal alsmede alle documentatie met betrekking tot de Producten en de handelsmerken van Breitling’ retourneren. Ook is opgenomen dat de dealer zich dan ‘niet langer’ presenteert als dealer, en dat het merkgebruik wordt gestaakt. Tevens is een uitverkoopclausule opgenomen.

Beëindiging dealerschap

Breitling heeft het dealerschap opgezegd, en volgens de rechter is de beëindiging van de distributieovereenkomst inderdaad ook rechtsgeldig. De distributieovereenkomst biedt namelijk de mogelijkheid om deze met een opzegtermijn van drie maanden voor het einde van de lopende periode van een jaar op te zeggen. Breitling heeft van deze mogelijk gebruik gemaakt, en daarbij een langere opzegtermijn genomen en deze vervolgens nog eens vanwege corona verlengd. Volgens de overeenkomst was Breitling gerechtigd om zonder opgaaf van redenen op te zeggen.

De rechter oordeelt verder dat Breitling nergens uit blijkt dat de voormalig dealer aanspraak kan maken op betaling van goodwill, compensatie en of schadevergoeding zoals zij wel heeft betoogd.

Voorraad terugverkopen

De voormalig dealer moet van de rechter uiterlijk binnen vijf werkdagen de voorraad (op grond van artikel 13.3 van de distributieovereenkomst) aan Breitling (terug) verkopen, leveren en in eigendom overdragen door middel van afgifte van die voorraad.

Ook moet de aan Breitling het promotiemateriaal worden teruggegeven.

Merkinbreuk verbod

De rechter spreekt tevens een merkinbreuk verbod uit. Immers, de dealer mag zich volgens het kort geding vonnis niet ‘nog langer als dealer van Breitling te presenteren en de handelsmerken van Breitling, op welke wijze dan ook, te gebruiken’. Hierbij weegt volgens het vonnis nog mee dat Breitling spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, omdat voldoende aannemelijk is gemaakt dat gedaagde meerdere malen heeft gedreigd via parallelimport aan Breitling horloges te komen als Breitling de beëindiging van de samenwerking zou doorzetten, andere digitale verkoopkanalen te zullen gaan gebruiken en zich niet langer gebonden te achten aan de richtlijnen van Breitling.

Joost Becker, advocaat merkenrecht