Copyright bij werkgever of werknemer?

Aan wie komen auteursrechten toe op werken gemaakt door de werknemer? Veelal geeft de arbeidsovereenkomst uitsluitsel over de aanspraken van de werkgever, maar wat indien er niets geregeld is?

Software, rapportages en handleidingen, maar ook productvormgeving, huisstijl en websites komen al snel voor bescherming door het auteursrecht in aanmerking. Artikel 7 van de Auteurswet (Aw) bepaalt dat indien de arbeid, verricht in dient van een ander, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken, dan als maker van die werken wordt aangemerkt "degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd". De wet bepaalt dus dat de werkgever onder omstandigheden rechthebbende is op de auteursrechten. Soms kan ook een incidentele uitdrukkelijke opdracht aan de werknemer worden gegeven, waardoor de werkgever kan profiteren van de regeling van artikel 7 Aw.

Onduidelijkheid kan bestaan in gevallen waarbij een duidelijke taakomschrijving van de werknemer ontbreekt, of wanneer geen (duidelijke) opdracht van de werkgever aan de werkgever ter grondslag ligt. Indien het maken van het werk ook niet past bij de functie van de werknemer en de feitelijke werkzaamheden die hij of zij normaliter verricht, kan de werknemer onder omstandigheden aanspraak maken op het werk. Het is daarom voor werkgevers, die alle auteursrechten die binnen het bedrijf spelen in één hand willen houden, van groot belang een duidelijk andersluidend beding in de arbeidsovereenkomt op te nemen.

Meer weten over auteursrechten in dienstverband? Kom op 12 maart 2015 naar het gratis seminar Auteursrechten in dienstverband van de sectie IE-IT en Arbeidsrecht van Dirkzwager. U kunt zich aanmelden door een e-mail te sturen naar marketing@dirkzwager.nl.