Wanneer heeft de OR instemmingsrecht bij pensioenwijzigingen (Artikel 27 WOR)?
Op grond van artikel 27 lid 1 sub a van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de OR instemmingsrecht bij:
- het vaststellen,
- het wijzigen, of
- het intrekken van (onder andere) pensioenregelingen.
Dat betekent dat de werkgever zonder instemming van de OR geen wijzigingen mag doorvoeren. Doet hij dat toch, dan kan de OR binnen één maand schriftelijk de nietigheid van het besluit inroepen.
Waar liggen de grenzen van het instemmingsrecht?
Het instemmingsrecht van de OR kent belangrijke beperkingen:
- pensioen via sociale partners – Bij een verplicht bedrijfstakpensioenfonds of een cao-afspraak over pensioen geldt het primaat van de vakbonden. In dat geval heeft de OR in beginsel geen rol.
- ex-werknemers – Het instemmingsrecht ziet alleen op regelingen voor actieve werknemers, niet voor gewezen deelnemers of pensioengerechtigden.
Hoe richt u overleg en informatievoorziening voor de OR in?
In de praktijk betekent de rol van de OR dat:
- de werkgever zijn voorgenomen besluit tijdig en schriftelijk moet voorleggen;
- er minimaal één overlegvergadering plaatsvindt tussen werkgever en OR, vaak meer bij complexe wijzigingen;
- de OR zich mag laten bijstaan door een externe deskundige, zoals een pensioenadviseur.
Daarnaast geldt een informatieplicht van de werkgever: de OR moet voldoende inzicht krijgen in de inhoud en de gevolgen van de pensioenwijziging, zodat het instemmingsproces zorgvuldig verloopt.
Welke rol pakt de OR bij de pensioentransitie?
Specifiek voor de pensioentransitie is van belang dat:
- het transitieplan vaak in concept aan de OR wordt voorgelegd;
- de OR advies kan geven over keuzes zoals vlakke premie, compensatie en inrichting van het nabestaandenpensioen;
- de OR een belangrijke procesrol vervult richting de werknemerspopulatie (uitleg, draagvlak en signaleren van knelpunten).
Wat is een juridisch houdbaar besluitvormingspad?
De OR heeft een formeel instemmingsrecht bij pensioentransities, tenzij het pensioen op cao-niveau of via een verplicht bedrijfstakpensioenfonds wordt geregeld. Dit maakt de OR tot een belangrijke gesprekspartner van de werkgever in de transitieperiode. Een zorgvuldig overleg- en instemmingstraject met de OR is verplicht maar ook onmisbaar voor een succesvolle en juridisch houdbare pensioentransitie.
Wilt u weten hoe u het overleg met de OR zorgvuldig en juridisch juist inricht tijdens de pensioentransitie? Neem contact op, dan helpen we u bij het opstellen van een instemmings- en besluitvormingsproces dat voldoet aan de WOR en aansluit bij uw organisatiepraktijk.