1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Discussie over viraal karakter open source software komt niet uit de verf in softwaregeschil

Discussie over viraal karakter open source software komt niet uit de verf in softwaregeschil

Onlangs is bekend geworden dat de Rechtbank Zwolle op 24 november 2010 een kort geding vonnis heeft gewezen in een geschil over de distributie van software. De zaak gaat onder meer over de verspreiding van een broncode en raakt de juridische discussie over het virale karakter van open source software. Samenwerking distributie softwareHet geschil handelt tussen de bedrijven Purple Pigeon en Quinarx B.V. Purple Pigeon heeft in het verleden software ontwikkeld waarvoor Quinarx de exclusieve dist...
Leestijd 
Auteur artikel Mark Jansen
Gepubliceerd 18 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Onlangs is bekend geworden dat de Rechtbank Zwolle op 24 november 2010 een kort geding vonnis heeft gewezen in een geschil over de distributie van software. De zaak gaat onder meer over de verspreiding van een broncode en raakt de juridische discussie over het virale karakter van open source software.

Samenwerking distributie software

Het geschil handelt tussen de bedrijven Purple Pigeon en Quinarx B.V. Purple Pigeon heeft in het verleden software ontwikkeld waarvoor Quinarx de exclusieve distributierechten verkreeg. Op een bepaald moment kon Purple Pigeon niet meer zelf in de ontwikkeling van de software voorzien en toen is tussen partijen overeengekomen dat Quinarx de betreffende software niet alleen zou distribueren maar ook zelf zou doorontwikkelen. In die distributie - en doorontwikkelovereenkomst was onder meer bepaald dat Quinarx de broncode van de applicaties slechts in gecodeerde vorm zou verspreiden en dat te allen tijde een copyrightaanduiding van Purple Pigeon zou worden vermeld. De overeenkomst was beperkt in looptijd.

Einde samenwerking vanwege schending voorwaarden

Als gevolg van de beperkte looptijd van de overeenkomst was Quinarx per 1 september 2009 niet langer gerechtigd nieuwe exemplaren van de software te distribueren (nog wel oude versies). Purple Pigeon constateert dat dit toch is gebeurd en ontbindt daarop de overeenkomst gedeeltelijk (voor wat betreft het resterende distributierecht), zodat Quinarx in het geheel niet meer gerechtigd is de software (waaronder ook oude exemplaren) te distribueren. Uit de database van Purple Pigeon blijkt echter dat de software nog steeds ter download wordt aangeboden. Zij start dan ook het onderhavige kort geding.

Inzet kort geding: verbod inbreuk en recall

Purple Pigeon vordert in het kort geding dat Quinarx wordt verboden nog langer inbreuk te maken op haar intellectuele eigendomsrechten (op straffe van een dwangsom) en dat zij wordt verplicht de reeds gedistribueerde software terug te halen en te vernietigen. Ook vordert ze vergoeding van de volledige proceskosten.

Recall volgens rechtbank onvoldoende gemotiveerd

De rechter merkt allereerst op dat Purple Pigeon onvoldoende duidelijk heeft gemaakt hoe deze vordering tot terughalen en vernietigen van de gedistrubueerde software in de praktijk zou moet worden uitgevoerd. De software is verspreid door middel van verkoop van cd-roms en door de software aan te bieden ter download. Ongeacht distributievorm moet de eindgebruiker de betreffende software op zijn computer installeren. De rechter merkt op dat met het terughalen van de verspreide cd-roms, de software nog steeds op de computer van de eindgebruiker staat. Dit argument acht ik niet overtuigend. Het geldt immers voor (nagenoeg) alle software dat deze voor gebruik op de computer moet worden geinstalleerd. Het argument van de Rechtbank Zwolle zou impliceren dat een recall bij software nooit mogelijk zou zijn, terwijl in de praktijk een recall van software wel degelijk wordt toegewezen. Een recall verkleint immers de kans dat de betreffende software nog verder wordt verspreid. Uit het vonnis wordt niet duidelijk in hoeverre dit argument ook voor de rechter is aangevoerd. Om de recall meer kracht bij te zetten wordt ook wel regelmatig gevorderd dat dat de namen van de (zakelijke) afnemers worden overgelegd zodat zij ook zouden kunnen worden aangeschreven. Waarom dat hier niets is gebeurd is me niet duidelijk.

Verbod op inbreuk op IE-rechten betrekkelijk eenvoudig toegewezen

De vordering met betrekking tot de inbreuk op intellectuele eigendomsrechten valt uiteen in drie delen: (1) het niet vermelden van de juiste copyright aanduiding (2) het na afloop van de distributieovereenkomst distribueren van de software en (3) het in onversleutelde vorm openbaar maken van de broncode van de software. Alledrie de vorderingen kunnen door de rechtbank eenvoudig worden toegewezen nu Quinax (1) heeft erkend dat zij niet de juiste copyrightaanduiding heeft vermeld, (2) heeft erkend dat zij de software na afloop van het einde van de distributieovereenkomst heeft verspreid en (3) heeft erkend dat zij de broncode onversleuteld heeft openbaar gemaakt. Quinax heeft zich wat betreft het laatste punt nog verweerd met de stelling dat zij een zeer goede beveiligingsmethode heeft gebruikt bij het verspreiden van de software en dat het gecodeerd verspreiden van de broncode ertoe zou leiden dat de copyrightaanduidingen onleesbaar zouden worden. De rechtbank verwerpt beide verweren, nu de gebruikte beveiligingsmethode er niets aan af doet dat de broncode onversleuteld is verspreid (en aldus openbaar is gemaakt in de zin van de Auteurswet) en de stelling dat het onmogelijk zou zijn broncode te verspreiden zonder leesbare copyrightaanduiding door Purple Pigeon gemotiveerd is weersproken.

Discussie over viraal karakter open source software komt, helaas, niet uit de verf

Er is een interessant punt rondom open source software, dat helaas in deze zaak niet helemaal uit de verf lijkt te komen. Quinax heeft zich verweerd met de stelling dat Purple Pigeon afstand heeft gedaan van een eventueel recht om zich op haar auteursrecht te beroepen, omdat Purple Pigeon zelf in de betreffende software gebruik heeft gemaakt van zogenoemde open source software. Purple Pigeon heeft dit verweer betwist met de stelling dat deze open source software eenvoudig buiten de besleuteling van de broncode zou kunnen worden gehouden. De discussie over open source wordt dus gevoerd in het kader van de contractuele plicht tussen partijen om de broncode versleuteld te verspreiden.

Dat is echter veelal niet het kernprobleem bij open source licenties. Quinarx lijkt met haar stelling te doelen op het feit dat veel open source licenties een zogenaamd 'viraal karakter' hebben. Dat wil zeggen dat bij gebruik van open source software die verspreid is onder de licenties die een dergelijk viraal karakter kennen, het onder omstandigheden zo is dat de gehele software - dus inclusief de zelf daar aan toegevoegd, nieuw geschreven delen - onder diezelfde open source licentie moeten worden verspreid. Als de betreffende software inderdaad is geschreven met behulp van open source software die onder dergelijke licenties is verspreid, zou het zo kunnen zijn, afhankelijk van de precieze inhoud van de licentie en hoe de betreffende open source software in het meer omvattende pakket wordt gebruikt, dat Purple Pigeon zich daardoor verbonden heeft de gehele software onder de betreffende licentie te verspreiden. Het zou interessant zijn geweest wanneer een Nederlandse rechter zich had moeten uitlaten over het virale karakter van open source licenties.