1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geanonimiseerde beschikking valt buiten reikwijdte verwijderingsrecht AVG

Geanonimiseerde beschikking valt buiten reikwijdte verwijderingsrecht AVG

Leestijd 
Auteur artikel Dafne de Boer
Gepubliceerd 16 oktober 2020
Laatst gewijzigd 19 oktober 2020

Wat was er aan de hand?

In 2019 deed de rechtbank Den Haag uitspraak in een geschil tussen mevrouw X en Google. De beschikking kwam in geanonimiseerde vorm online te staan. Na publicatie dient mevrouw X bij de rechtbank op grond van de AVG een verwijderingsverzoek in. Het verzoek houdt verwijdering van de gehele beschikking in. Het verwijderingsverzoek wordt door de rechtbank afgewezen. Daarop start mevrouw X een procedure bij de rechtbank Amsterdam waarin zij alsnog verwijdering van de beschikking verzoekt.

Verwijderingsverzoek

Op grond van de AVG heeft de betrokkene een aantal rechten. Een van de rechten is het recht om verwijdering van persoonsgegevens te verzoeken (artikel 17 AVG). Een verwijderingsverzoek heeft tot doel persoonsgegevens te verwijderen of te rectificeren indien de persoonsgegevens onjuist of incorrect zijn. Mevrouw X beroept zich op dit recht. Zij stelt dat er in de beschikking gegevens staan die naar haar herleidbaar zouden zijn en dat er onjuiste informatie in de beschikking staat.

Reikwijdte begrip persoonsgegeven

Een verwijderingsverzoek ziet op verwijdering van persoonsgegevens. In dit geval is het de vraag of een geanonimiseerde beschikking als persoonsgegeven moet worden aangemerkt. In artikel 4 AVG wordt de volgende definitie van het begrip 'persoonsgegeven' vermeld:

alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de betrokkene”); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd (…)”.

In de praktijk wordt vrij snel aangenomen dat er sprake is van een persoonsgegeven. Dat snel sprake kan zijn van een persoonsgegeven wordt ook door het Hof van Justitie (“HvJ”) bevestigd in het ‘Examenresultaten-arrest’. In dit arrest oordeelt het Hof dat de inhoud van schriftelijke antwoorden als persoonsgegevens aangemerkt moeten worden. Aan de andere kant wordt de reikwijdte van het begrip ‘persoonsgegevens’ door het Hof in het ‘Minuut-arrest’ beperkt. In dit arrest oordeelt het Hof dat een juridische analyse niet onder het begrip persoonsgegeven valt.

Is een beschikking een persoonsgegeven?

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een beschikking niet kan worden aangemerkt als een persoonsgegeven. In het oordeel neemt de rechtbank mee dat de beschikking bestaat uit een juridische analyse waarin feitelijke gegevens zijn opgenomen. In de juridische analyse stonden in eerste instantie ook persoonsgegevens, maar deze waren na de anonimiseringsslag niet meer zichtbaar.

Saillant detail is nog dat mevrouw X stelt dat na anonimisering er nog feiten in de beschikking staan die naar haar herleidbaar zouden zijn. In de feiten staat onder meer dat mevrouw X “een gepromoveerd jurist en sociaal-wetenschappelijk onderzoeker is”. De rechtbank gaat hier niet inhoudelijk op in omdat mevrouw X ter zitting verklaart dat tot op heden niemand de beschikking naar haar heeft weten te herleiden. Wanneer mevrouw X aannemelijk had kunnen maken dat de feiten wel degelijk tot haar herleidbaar waren, had het verwijderingsverzoek op dat punt wellicht kans van slagen. Nu dat niet het geval is, kan mevrouw X geen verwijdering van de beschikking verzoeken omdat de beschikking niet als persoonsgegevens wordt gekwalificeerd.

Doel AVG

De rechtbank merkt nog op dat mevrouw X het verwijderingsverzoek inzet voor een ander doel dan waarvoor het verwijderingsverzoek is bedoeld. Uit de AVG volgt dat betrokkenen hun persoonsgegevens moeten kunnen controleren en vervolgens de mogelijkheid moeten hebben om onjuiste gegevens te verwijderen. In de geanonimiseerde beschikking stonden geen onjuiste persoonsgegevens, maar gegevens van juridische en feitelijke aard waar mevrouw X het niet mee eens was. Met het verzoek tot verwijdering van dergelijke gegevens wordt aan het doel van de AVG voorbij gegaan. In dit licht verwijst de rechtbank ook naar een arrest van de Hoge Raad. In het arrest oordeelde de Hoge Raad dat inzage in een medisch dossier aan de betrokkene werd geweigerd. De inzage had niet tot doel om persoonsgegevens te controleren, maar om informatie te verkrijgen voor een procedure.

Belangenafweging openbaarmaking beschikking

Tot slot maakt de rechtbank een afweging tussen het belang bij openbaarmaking van de uitspraak en het belang van mevrouw X. Op de rechtbank rust een verplichting om de beschikking openbaar te maken. Het doel van openbaarmaking is het waarborgen van het recht op een eerlijk proces. Daar staat tegenover dat mevrouw X belang heeft bij bescherming van haar persoonsgegevens. In dit geval weegt het belang van mevrouw X om de beschikking niet openbaar te maken, minder zwaar dan het maatschappelijk belang bij openbaarheid van de beschikking. Factoren die bij de belangenafweging meespelen zijn dat de beschikking is geanonimiseerd en de publicatie niet op minder nadelige wijze verwezenlijkt kon worden.

Conclusie

Een (geanonimiseerde) beschikking is een juridische analyse die buiten de reikwijdte van het begrip ‘persoonsgegeven’ valt. Dit leidt ertoe dat de AVG niet van toepassing is en er dus ook geen beroep op het verwijderingsverzoek kan worden gedaan.

Voorgaande kan anders worden indien verwijdering wordt verzocht van concrete gegevens die in de beschikking worden vermeld. In dat geval gaat het niet om een gehele juridische analyse, maar om specifieke informatie.

Tot slot is het bedrijven aan te raden om de interpretatie en reikwijdte van het begrip goed in de gaten te houden. Wanneer je als bedrijf een verwijderingsverzoek ontvangt, moet je jezelf eerst de vraag stellen óf er sprake is van de verwerking van persoonsgegevens. Indien de vraag met ‘nee’ kan worden beantwoord, kom je aan een inhoudelijke beoordeling van het verwijderingsverzoek niet toe.

Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact met ons op.