1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Hoge Raad zet een streep door Fierens-marge in Wet WOZ

Hoge Raad zet een streep door Fierens-marge in Wet WOZ

De Hoge Raad heeft op 22 oktober 2010 besloten dat gemeenten geen marge van 5% meer mogen aanhouden bij het vaststellen van de WOZ-waarde van een woning. Volgens de Hoge Raad is dit in strijd met Europees recht. Door deze uitspraak kunnen woningeigenaren die geconfronteerd worden met WOZ-waardebepaling van de woning die maximaal 5% boven de werkelijke waarde van de woning ligt in bezwaar en beroep komen.
Leestijd 
Auteur artikel Robert Rijpstra MRICS
Gepubliceerd 03 november 2010
Laatst gewijzigd 10 februari 2022

Dat was tot op heden niet het geval. De verwachting is dat hierdoor het aantal bezwaar- en beroepschriften over de WOZ enorm zal toenemen. Lees hier het arrest.

Fierensmarge
Deze zaak betreft een regeling die met ingang van 1 januari 2005 is ingevoerd in artikel 26a van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Wet WOZ regelt de waardebepaling van onroerende zaken met het oog op de heffing van diverse belastingen. De vaststelling van de WOZ-waarde door de gemeenten leidt tot een groot aantal bezwaarschriften en daarop volgende beroepsprocedures voor de belastingrechter. De regeling van artikel 26a van de Wet WOZ is ingevoerd om het aantal bezwaar- en beroepschriften over de waarde-vaststelling te beperken. De regeling geldt voor gevallen waarin de gemeente de waarde van een onroerende zaak vaststelt op een hoger bedrag dan de waarde volgens de normen van de Wet WOZ, maar de afwijking binnen een bepaalde – beperkte – marge blijft. Artikel 26a van de Wet WOZ komt erop neer dat de waarde die door de gemeente is vastgesteld in deze gevallen niet via bezwaar en beroep kan worden betwist. Deze marge wordt in de praktijk de Fierensmarge genoemd; de regeling is in de wet opgenomen op grond van een amendement van het Tweede Kamerlid Fierens.

Hoge Raad
De Hoge Raad heeft nu beslist dat de Fierensmarge in strijd is met het recht op ongestoord genot van eigendom, omdat vaststelling van een te hoge waarde leidt tot belastingheffing in strijd met de wet en de betrokkene geen redelijke mogelijkheid heeft om de rechtmatigheid van die maatregel effectief te betwisten. Het argument dat het bij de Fierensmarge slechts om geringe bedragen gaat is door de Hoge Raad verworpen, omdat het effect van deze marge op de verschuldigde belasting kan oplopen tot bedragen die van een meer dan geringe omvang zijn. De Hoge Raad komt tot de slotsom dat de gemeente en de rechter de Fierensmarge in alle gevallen buiten toepassing moeten laten.