1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Opvolgende arbeidsovereenkomsten in de internationale onderneming

Opvolgende arbeidsovereenkomsten in de internationale onderneming

Het arbeidsrecht kent veel kleine valkuilen, zeker als ook buiten Nederland wordt gewerkt. Als bijvoorbeeld een kort geding-uitspraak van de Kantonrechter te Amsterdam van 30 augustus 2010 vaste lijn in de rechtspraak zal worden, kan een medewerker die eerst een paar jaar bij een zuster-BV over de grens in dienst is, daarna zelden voor bepaalde tijd zijn werk verrichten voor een Nederlandse in concern verbonden BV.Bekend is dat – kort gezegd – een medewerker bij dezelfde werkgever maximaal 3...
Leestijd 
Auteur artikel Jokelien Brouwer-Harbach (uit dienst)
Gepubliceerd 15 september 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het arbeidsrecht kent veel kleine valkuilen, zeker als ook buiten Nederland wordt gewerkt. Als bijvoorbeeld een kort geding-uitspraak van de Kantonrechter te Amsterdam van 30 augustus 2010 vaste lijn in de rechtspraak zal worden, kan een medewerker die eerst een paar jaar bij een zuster-BV over de grens in dienst is, daarna zelden voor bepaalde tijd zijn werk verrichten voor een Nederlandse in concern verbonden BV.

Bekend is dat – kort gezegd – een medewerker bij dezelfde werkgever maximaal 3 contracten  voor bepaalde tijd kan krijgen. Daarnaast geldt een maximum van totaliter 3 jaar voor bepaalde tijd-contracten. Volgt daarna nog een contract voor bepaalde tijd, dan wordt dit automatisch omgezet naar een contract zonder einddatum.

Iets minder bekend is dat deze regel ook geldt voor verschillende werkgevers die als elkaars opvolger moeten worden beschouwd “ten aanzien van de verrichtte arbeid”. In dat geval tellen zelfs ook contracten voor onbepaalde tijd bij de eerste werkgever mee in de keten van 3 contracten en/of 3 jaren. Het standaardvoorbeeld voor opvolgend werkgeverschap is de werknemer die eerder als uitzendkracht hetzelfde werk deed, maar ook de medewerker die voor een groep van vennootschappen eerst bij dochter-BV A werkte en daarna hetzelfde werk doet in dienst van dochter-BV B. Formeel zijn A en B verschillende vennootschappen, maar voor de beperking van het aantal contracten voor bepaalde tijd bij B maakt dat niet uit. Het werk is immers hetzelfde gebleven en A en B zijn daarvoor duidelijk elkaars opvolger.

Dit geldt precies zo voor een medewerkster die eerst bij een buitenlandse “BV” van een groep in dienst was en dat nu in Nederland is, aldus de kantonrechter in Amsterdam. Omdat deze medewerkerster in beide landen audit-werkzaamheden verrichtte, vond de rechter het werk zodanig gelijk dat beide in concern verbonden werkgevers voor het werk elkaars opvolger zijn. Dat is vooral opvallend omdat de betreffende medewerkster eerst (2 jaar) haar werkplek helemaal in Georgië had, het werk in Nederland voor een andere doelgroep is met minder klantcontacten, het werk meer internationaal is in Nederland, er sprake is van grote verschillen in bijvoorbeeld cultuur en bestuur in beide bedrijven, de medewerkster nu in het Engels werkt in plaats van in het Georgisch, etc. Ook het feit dat op de Georgische arbeidsovereenkomst geen Nederlands recht van toepassing was, maakt niet uit, aldus de rechter. In Nederland is de medewerkster nu dus voor onbepaalde tijd in dienst, omdat zij hier langer dan 1 jaar werkt en zij eerder 2 jaar in het buitenland binnen hetzelfde concern zulk werk deed.