1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Organisator aansprakelijk voor ongeval mountainbikewedstrijd

Organisator aansprakelijk voor ongeval mountainbikewedstrijd

Op 6 juni 2004 organiseerde Stichting Berg tot Berg een mountainbikewedstrijd in Arnhem. Onderdeel van het parcours was een trap die moest worden ‘gecleard’. ‘Clearen’ is volgens de rechtbank Arnhem ‘het op een bepaalde manier springen waarbij de mountainbike alleen in aanraking komt met de hoek van de treden van de trap’.Een van de deelnemers valt bij het clearen en botst daarbij tegen toeschouwer Laura aan. Laura loopt daardoor letsel op. Daarvoor houdt zij de mountainbiker en Berg tot Berg...
Leestijd 
Auteur artikel Annelijn Bloo-Kroes
Gepubliceerd 16 februari 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 6 juni 2004 organiseerde Stichting Berg tot Berg een mountainbikewedstrijd in Arnhem. Onderdeel van het parcours was een trap die moest worden ‘gecleard’. ‘Clearen’ is volgens de rechtbank Arnhem ‘het op een bepaalde manier springen waarbij de mountainbike alleen in aanraking komt met de hoek van de treden van de trap’.

Een van de deelnemers valt bij het clearen en botst daarbij tegen toeschouwer Laura aan. Laura loopt daardoor letsel op. Daarvoor houdt zij de mountainbiker en Berg tot Berg aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW. De rechtbank beoordeelt de aansprakelijkheid van de mountainbiker en Berg tot Berg aan de hand van de Kelderluikcriteria (HR 5 november 1965, NJ 1966, 136).

De rechtbank overweegt dat aansprakelijkheid van de mountainbiker zich niet aandient. Volgens de rechtbank moest Laura tot op zekere hoogte gevaarzettend gedrag van de mountainbiker verwachten. Zij moest er vanwege het wedstrijdelement vanuit gaan dat de mountainbiker zo snel mogelijk van de trap zou willen afdalen en dat hij daarbij het risico op een val op de koop toe zou nemen. Ook het feit dat de mountainbiker een valhelm droeg daarop wijst. Vanwege de kans op valpartijen waren ook een arts en een EHBO-post aanwezig.

Dat Laura slechts toeschouwer was, maakt dit niet anders. De rechtbank overweegt:

Daarbij is van belang dat de aan de wedstrijd inherente risico’s, met name bij het afdalen van de trap, voor spektakel zorgen en dat daarin mede de aantrekkingskracht voor de toeschouwer is gelegen.

Uit haar verklaring blijkt dat dit ook voor Laura gold. Ook zij was afgekomen op het spektakel en was juist toen de snellere rijders werden aangekondigd bij de trap gaan kijken.

Het ongeval is verder niet te wijten aan zodanig risicovol gedrag van de mountainbiker dat Laura daarop niet bedacht hoefde te zijn. Vanwege het wedstrijdelement hoefde de mountainbiker zich niet in te houden en mocht Laura verwachten dat de mountainbiker, ook om te voorkomen dat hij zou vallen, zijn aandacht bij het rijden zou houden en niet bij de onbeschermde toeschouwers.

Voor Berg tot Berg loopt het anders af. De rechtbank acht Berg tot Berg wel jegens Laura aansprakelijk. Gezien het karakter van de wedstrijd waren valpartijen volgens de rechtbank te voorzien. Berg tot Berg was zich daarvan kennelijk ook bewust, gezien het feit dat zij een EHBO-post onder aan de trap had gezet. Het feit dat het parcours door de KNWU was goedgekeurd maakt dit niet anders.

Berg tot Berg had langs de trap een afzetlint laten plaatsen en zij had medewerkers bij de trap geposteerd om het publiek zo nodig te waarschuwen achter het lint te blijven. De rechtbank is van oordeel dat deze voorzorgsmaatregelen niet voldoende zijn. Volgens de rechtbank had Berg tot Berg het afzetlint niet zo dicht langs de trap moeten plaatsen en/of andere voorzorgsmaatregelen moeten nemen, zoals het waarschuwen van het publiek door middel van borden of folders.