1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Rechtszaak van IT-leverancier over ontbinding overeenkomst kantelt 180 graden in hoger beroep

Rechtszaak van IT-leverancier over ontbinding overeenkomst kantelt 180 graden in hoger beroep

Recentelijk heeft het Gerechtshof Amsterdam een arrest gewezen in een vaak voorkomend geschil tussen de afnemer en leverancier van SaaS-software. Opvallend hierin is het oordeel dat niet de eisende partij Mama Cash (afnemer), maar de gedaagde partij Ifunds (IT-leverancier) de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, terwijl in eerste aanleg juist Ifunds bij de Rechtbank Amsterdam ontbinding en schadevergoeding vorderde, maar deze vordering werd afgewezen.SaaS-overeenkomst gesloten in 2009Op...
Leestijd 
Auteur artikel Koen Christianen
Gepubliceerd 10 juni 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Recentelijk heeft het Gerechtshof Amsterdam een arrest gewezen in een vaak voorkomend geschil tussen de afnemer en leverancier van SaaS-software. Opvallend hierin is het oordeel dat niet de eisende partij Mama Cash (afnemer), maar de gedaagde partij Ifunds (IT-leverancier) de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, terwijl in eerste aanleg juist Ifunds bij de Rechtbank Amsterdam ontbinding en schadevergoeding vorderde, maar deze vordering werd afgewezen.


SaaS-overeenkomst gesloten in 2009

Op 3 september 2009 hebben Ifunds (IT-leverancier) en Mama Cash (afnemer) een schriftelijke overeenkomst gesloten voor de terbeschikkingstelling, implementatie, installatie, hosting en onderhoud van software. Daarmee betreft het zogenaamde SaaS-software (Software-as-a-Service). Dit houdt in dat software niet als product wordt geleverd en geïnstalleerd op de computers van de afnemer, maar als dienstverlening door de leverancier aan de afnemer toegankelijk wordt gemaakt, doordat het draait op de servers van de leverancier.

Procedure in eerste aanleg

Tussen beide partijen is een geschil gerezen. Mama Cash was ontevreden over de dienstverlening van Ifunds en heeft haar daarom bij brief van 14 mei 2012 medegedeeld de overeenkomst te ontbinden. Ifunds heeft op haar beurt de overeenkomst met Mama Cash per 27 juli 2012 ontbonden en legde het geschil vervolgens voor aan de rechtbank Amsterdam. Ifunds wilde in eerste aanleg (eerste procedure bij de rechtbank) van de rechtbank Amsterdam een verklaring voor recht (officiële verklaring van de rechter) dat haar ontbinding rechtsgeldig was.
Ifunds vond dat zij de overeenkomst terecht heeft ontbonden, doordat Mama Cash weigerde diverse facturen voor 872 uur aan meerwerk te betalen. Aanvankelijk had Ifunds haar werkzaamheden overigens uit coulance voortgezet. Middels de procedure in eerste aanleg vordert Ifunds alsnog vergoeding voor onbetaald gebleven dienstverlening en facturen.

Daarnaast stelt Ifunds dat de ontbinding door Mama Cash niet rechtsgeldig is, doordat Mama Cash Ifunds nooit in gebreke heeft gesteld en doordat Mama Cash haar medewerking aan het project heeft gestaakt en daardoor de oplevering daarvan heeft verhinderd.
Mama Cash voert hiertegen verweer. Zij vordert een verklaring voor recht dat zij de overeenkomst op 14 mei 2012 rechtsgeldig heeft ontbonden. Zij stelt Ifunds meerdere malen in gebreke te hebben gesteld in verband met het toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van Ifunds. Zij vordert daarom schadevergoeding. Terzake het door Ifunds gevoerde argument over werkzaamheden voor meerwerk, voert Mama Cash aan dat dit geen meerwerk is, maar binnen het kader van de opdracht valt.

Rechtbank: niet de eisende leverancier Ifunds, maar afnemer Mama Cash heeft rechtsgeldig ontbonden

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat niet Mama Cash, maar juist Ifunds is tekortgeschoten in haar verplichtingen. Bepaalde overeengekomen functionaliteiten van de software voldeden namelijk niet. Daarnaast heeft Ifunds aan Mama Cash in een laat stadium van de looptijd van de overeenkomst kennis gegeven van een 100-restpuntenlijst. Volgens een mededeling van Ifunds zou één bepaalde functionaliteit zelfs ontbreken en zou nakoming hiervan volgens de rechtbank blijvend onmogelijk zijn. Mama Cash mocht deze mededelingen volgens de rechtbank opvatten als mededelingen in de zin van artikel 6:83, aanhef en sub c BW. Dit houdt in dat Mama Cash uit deze mededelingen van Ifunds mocht afleiden dat Ifunds in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst zou tekortschieten. Hierdoor hoefde Mama Cash volgens de wet geen ingebrekestelling te versturen en was Ifunds direct na deze mededelingen in verzuim. De rechtbank verklaart voor recht dat Mama Cash de overeenkomst heeft ontbonden, behoudens een aantal lopende verplichtingen. Ten aanzien van deze lopende verplichtingen veroordeelt de rechtbank Mama Cash tegelijkertijd tot betaling van circa € 100.000, als vergoeding voor reeds uitgevoerd (meer)werk door Ifunds.

Hoger beroep: zaak kantelt 180 graden

Mama Cash gaat in hoger beroep om die veroordeling tot betaling van circa € 100.000 van tafel te krijgen.
Ifunds vordert op haar beurt schadevergoeding van Mama Cash, ten minste betaling van onbetaalde facturen en werkzaamheden. Zij stelt door de ontbinding van Mama Cash schade te hebben geleden en wil dit vergoed zien (zie artikel 6:277 BW).

Hof: Niet de eisende afnemer Mama Cash, maar leverancier Ifunds heeft rechtsgeldig ontbonden

In hoger beroep kantelt de zaak 180 graden. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat Mama Cash de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden, omdat (1) er geen sprake is van verzuim aan de zijde van Ifunds en (2) niet gebleken is dat nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk was.

(1)  Geen verzuim aan de zijde van Ifunds


Hoewel Mama Cash beweert dat zij Ifunds in e-mailberichten meerdere keren in gebreke heeft gesteld, is het Hof van oordeel dat die e-mails niet als ingebrekestelling kwalificeren. Ik kom hier in mijn commentaar nog op terug.
Het Hof oordeelt dat de volgende e-mails niet voldoen als ingebrekestelling, omdat deze géén duidelijke aanmaning en géén redelijke termijn bevatten:

  •  Melding van een “gebrekenlijst” met 100 punten;

  • Melding “dat een aantal zaken die we inmiddels meermalen hebben besproken niet standaard in het pakket zitten”;

  • Klachten over de werkwijze van Ifunds en de geleverde software;

  • Melding dat Mama Cash haar samenwerking met Ifunds wilde beëindigen (maar daarna weer afspraken maakte over verdere samenwerking);

  • Een resumé van klachten van de zijde van Mama Cash;

  • Mededeling dat wordt gestopt met testen (maar óók dat Ifunds een voorstel zal doen met alternatieven voor de omgang met een bepaalde functionaliteit. Sterker nog, partijen leken nog volop aan het werk en in overleg met elkaar te zijn).


(2) Niet gebleken dat nakoming blijvend onmogelijk was


Volgens het Hof heeft Mama Cash onvoldoende onderbouwd dat nakoming door Ifunds blijvend onmogelijk was. Mama Cash heeft onvoldoende concreet toegelicht dat en waarom de door Ifunds voorgestelde oplossingen lieten zien dat Ifunds niet alsnog kon nakomen. Het Hof heeft hierover geen verdere correspondentie aangetroffen.

Ifunds heeft het Hof er nog op gewezen dat de door Mama Cash ingeschakelde adviseur in een e-mail heeft aangegeven geen uitspraak te kunnen doen of Ifunds er uiteindelijk in geslaagd zou zijn om alle afgesproken functionaliteiten (conform de List of Requirements) te leveren. Mama Cash had volgens het Hof om deze reden moeten concretiseren dat en waarom nakoming door Ifunds blijvend onmogelijk was.
In aanvulling op het bovenstaande oordeelt het Hof bovendien:

“dat de lange duur die met de uitvoering van de werkzaamheden was gemoeid op zichzelf genomen geen aanleiding kan zijn een ingebrekestelling achterwege te laten. Gesteld nog gebleken is dat een fatale termijn is overeengekomen voor de uitvoering van de overeenkomst of onderdelen daarvan.”


De conclusie is daarmee dat Mama Cash de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden, doordat geen sprake was van verzuim van Ifunds en omdat niet is gebleken dat nakoming blijvend onmogelijk was.

Rechtsgeldige ontbinding door Ifunds, maar toch matiging vorderingen

Niet Ifunds maar Mama Cash is volgens het Hof in verzuim. Mama Cash heeft in correspondentie met Ifunds namelijk aangegeven dat zij de overeenkomst niet zou nakomen. Door deze mededeling is Mama Cash in verzuim zonder dat een ingebrekestelling van Ifunds is vereist (op grond van artikel 6:83 aanhef, en sub c BW). Ifunds heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en heeft recht op schadevergoeding (artikel 6:277 BW).

Desondanks zijn de vorderingen van Ifunds niet geheel toegewezen, maar gematigd. Volgens het Hof heeft Ifunds namelijk ook kosten bespaard doordat zij ten gevolge van de ontbinding door Mama Cash bepaalde werkzaamheden niet meer heeft uitgevoerd en ook niet hoefde uit te voeren. Daarbij is voor het meerwerk niet expliciet door Mama Cash opdracht gegeven en is zij ook niet akkoord gegaan met meerwerk. Zij heeft slechts verzocht om de software conform de overeenkomst beschikbaar te stellen, maar dat is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat dit een expliciete opdracht tot meerwerk was. Hiervoor is ook onvoldoende de herhaalde mededeling van Ifunds aan Mama Cash dat werkzaamheden tot extra kosten (kunnen) leiden. De vordering van Ifunds inzake meerwerk is derhalve voor het Hof niet toewijsbaar. Het Hof veroordeelt Mama Cash wel tot betaling van diverse termijnen, en wijst haar ingestelde vorderingen af. De eerdere veroordeling van Mama Cash tot betaling van circa € 100.000 blijft daarmee in stand.

Commentaar

Uit deze uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam blijkt wederom het belang van een deugdelijke ingebrekestelling alvorens een overeenkomst rechtsgeldig te kunnen ontbinden. Het herhaaldelijk klagen over de werkzaamheden van de wederpartij is onvoldoende, zelfs als je dit concreet met feiten hebt onderbouwd. Ook de aankondiging om de samenwerking met de wederpartij te willen beëindigen is onvoldoende, indien daarna weer afspraken gemaakt worden voor verdere samenwerking. Een juiste ingebrekestelling moet voldoen aan een aantal voorwaarden. De belangrijkste komen in deze casus weer naar boven. De ingebrekestelling moet (1) als zodanig met die bewoordingen (bijvoorbeeld: “ik stel u hierbij in gebreke”) en (2) met een redelijke termijnstelling (bijvoorbeeld “ik geef u uiterlijk twee weken om alsnog uw verplichtingen uit de overeenkomst na te komen”) geformuleerd worden. Tenslotte dient de schuldeiser de schuldenaar bij gebreke van nakoming binnen de gestelde termijn uitdrukkelijk of impliciet voor de vertraging aansprakelijk te stellen, bijvoorbeeld “ik stel u hierbij aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden schade”.
8