Casus: hennepplantage en sluiting door burgemeester
Het gaat in deze zaak (ECLI:NL:RVS:2025:2923) om een woning waarin een hennepplantage met 124 planten werd aangetroffen. Dit is meer dan de toegestane gebruikershoeveelheid van 5 planten. Ook was er sprake van illegale stroomafname. Naar aanleiding hiervan besloot de burgemeester van Maastricht op 8 december 2021 de woning voor drie maanden te sluiten.
Afdeling bestuursrechtspraak kritisch over tijdsverloop bij woningsluiting
De Afdeling uitte stevige kritiek op het handelen van de burgemeester. De hennepkwekerij werd al op 3 augustus 2021 ontdekt, maar het besluit tot sluiting werd pas op 3 juni 2022 genomen: bijna tien maanden later. De Afdeling stelt dat de burgemeester bij elke stap in de besluitvorming (primair besluit, bezwaar, verdere besluiten) moet beoordelen of sluiting nog geschikt en noodzakelijk is. Het tijdsverloop is hierbij relevant, omdat de feitelijke situatie in de tussentijd kan zijn hersteld. Cruciaal is dat niet langer van belang is wie verantwoordelijk is voor het tijdsverloop.
De Afdeling formuleert dit als volgt:
“Tijdsverloop tussen enerzijds het constateren van de overtreding en anderzijds het tijdstip waarop de burgemeester ingevolge zijn besluitvorming tot sluiting overgaat, kan ertoe leiden dat sluiting van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet redelijkerwijs niet meer zal bijdragen aan het bereiken van de doelen die met een dergelijke sluiting worden gediend. Door tijdsverloop kan zich immers de situatie voordoen dat de onrechtmatige situatie al is hersteld en beëindiging van de overtreding en de negatieve effecten daarvan en het voorkomen van herhaling niet meer aan de orde zijn of niet meer in die mate dat de woning moet worden gesloten. Aan wie het tijdsverloop te wijten is, is niet relevant.”
In deze zaak komt het tijdsverloop uiteindelijk de burgemeester duur te staan. Er waren volgens de Afdeling onvoldoende concrete omstandigheden aangevoerd waaruit bleek dat de situatie na 10 maanden nog niet was hersteld. Het sluitingsmiddel was daarom niet langer passend om de gewenste doelen te bereiken.
Daarnaast maakt de Afdeling duidelijk dat een sluiting met enkel signaalwerking onvoldoende is. Een herstelsanctie is immers niet bedoeld als louter signaal naar de omgeving.
Relevantie van tijdsverloop woningsluiting voor de praktijk
Tot nu toe werd vaak gekeken naar voortvarendheid en wie aansprakelijk was voor het tijdsverloop. Ook de Afdeling nam dit vaker mee (zie bijvoorbeeld: ECLI:NL:RVS:2024:374).
Burgemeesters konden tot dusver soms gemotiveerd stellen dat zij wel voortvarend hadden gehandeld, waardoor sluiting rechtmatig werd bevonden. Deze lijn wordt met de nieuwste uitspraken verlaten: slechts beslissend is of de burgemeester, ten tijde van besluitvorming, aannemelijk kon maken dat sluiting noodzakelijk én geschikt was.
Dit is een logische ontwikkeling. Het doel van sluiting is het herstel van de openbare orde. Als daar feitelijk geen noodzaak meer toe is, is sluiting niet langer gerechtvaardigd.
Het valt op dat lagere rechters deze nieuwe lijn nog niet volgen. Zo zijn in augustus uitspraken gedaan waarin tijdsverloop werd geaccepteerd wegens vermeend voortvarend handelen door de burgemeester (ECLI:NL:RBZWB:2025:5361 en ECLI:NL:RBLIM:2025:8126). Volgens de uitspraak van de Afdeling is dit niet langer toereikend, tenzij goed gemotiveerd kan worden waarom sluiting, ondanks de verstreken tijd, nog noodzakelijk blijft. Een signaalfunctie alleen volstaat niet als onderbouwing.
Vragen over woningsluiting en openbare orde?
Heeft u vragen over dit artikel of wenst u advies over openbare orde bevoegdheden? Neem gerust contact op .