1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Update proceskosten in IE-zaken: richtlijnen voor maximale redelijke advocaatkosten

Update proceskosten in IE-zaken: richtlijnen voor maximale redelijke advocaatkosten

In procedures over intellectuele-eigendomsrechten (IE-rechten) krijgt de winnende partij in de praktijk niet altijd een volledige vergoeding voor redelijke en evenredige advocaatkosten toegekend, wat sinds 29 april 2006 in beginsel wel mogelijk is.
Leestijd 
Auteur artikel Ernst-Jan van de Pas
Gepubliceerd 13 augustus 2008
Laatst gewijzigd 16 april 2018

In procedures over intellectuele-eigendomsrechten (IE-rechten) krijgt de winnende partij in de praktijk niet altijd een volledige vergoeding voor redelijke en evenredige advocaatkosten toegekend, wat sinds 29 april 2006 in beginsel wel mogelijk is. In de praktijk bestond al lange tijd behoefte aan richtlijnen waarmee kan worden beoordeeld welke advocaatkosten als redelijk en evenredig zijn aan te merken. In een recent gepubliceerde brief geeft de rechterlijke macht een eerste aanzet hiertoe, inclusief maximale redelijke advocaatkosten. Dit artikel gaat hier nader op in.

Sinds 1 augustus 2008 indicatietarieven van kracht

Eerder berichtten wij u over de ruime proceskostenveroordeling die sinds 29 april 2006 geldt in procedures over IE-rechten. In de kern komt die regeling erop neer dat de verliezende partij in beginsel de redelijke en evenredige gerechtskosten van de winnende partij moet dragen, waaronder begrepen de advocaatkosten van de winnende partij.

De praktijk wijst inmiddels uit dat de volledige advocaatkosten in veel gevallen niet wordt toegekend, maar juist worden gematigd tot een bedrag dat door de rechter wordt vastgesteld. Om in dit licht enige richtlijnen aan te brengen heeft de rechtelijke macht op 14 juli 2008 een lijst vastgesteld van indicatieve maximale advocaatkosten (indicatietarieven) die nog als redelijk en evenredig moeten worden beschouwd. Deze indicatietarieven en bijbehorende uitgangspunten zijn in samenspraak met de Nederlandse Orde van Advocaten tot stand gekomen en op 1 augustus 2008 in werking getreden.

Hoogte van indicatietarieven

Bij de tarieven wordt onderscheid gemaakt tussen eenvoudige procedures en overige (niet eenvoudige) procedures. Wanneer er sprake is van een eenvoudige of niet-eenvoudige procedure, is vooralsnog niet geheel duidelijk. De indicatietarieven zien er als volgt uit:

  • eenvoudig kort geding maximaal € 6.000
  • overig kort geding maximaal € 15.000
  • eenvoudige bodemprocedure(zonder repliek en dupliek) maximaal € 8.000
  • overige bodemprocedures(zonder repliek en dupliek) maximaal € 20.000
  • eenvoudige bodemprocedure(met repliek, dupliek en/of pleidooi) maximaal € 10.000
  • overige bodemprocedures(met repliek, dupliek en/of pleidooi) maximaal € 20.000

Let op: Deze tarieven zijn slechts een indicatie van het maximale bedrag aan advocaatkosten. Dit betekent dat ook een lager of hoger bedrag kan worden toegekend.

Hoe wordt bepaald welk bedrag redelijk is?

Bij de inschatting van de tijd (en dus de daaraan gerelateerde kosten) die een advocaat heeft besteed aan een procedure, let de rechter onder meer op de omvang en complexiteit van de zaak. Daarbij richt hij zich voornamelijk op de omvang van het redelijkerwijs noodzakelijke feitenonderzoek, de hoeveelheid grondslagen, vorderingen en verweren, alsmede naar het aantal relevante bewijsstukken. Ook kijkt de rechter of het redelijkerwijs noodzakelijk is dat er meerdere advocaten aan één zijde op de zaak worden ingezet. In het algemeen geldt hoe omvangrijker en complexer de zaak, hoe eerder dit hogere advocaatkosten rechtvaardigt. 

Mate van verwijtbaarheid niet relevant

De mate van verwijtbaarheid van een inbreuk is niet relevant voor de toepassing van de ruime proceskostenveroordeling. Dit betekent dat het er niet toe doet of er sprake is van een bewuste of onbewuste inbreuk. Hetzelfde geldt ook voor de omstandigheid dat de ene partij minder (of meer) kapitaalkrachtig is dan de andere.

Niet voor hoger beroep en octrooizaken

De vastgestelde maximale tarieven gelden overigens niet in hoger beroep. Ook zijn de tarieven (vooralsnog) niet van toepassing op octrooizaken. Dit betekent dat in hoger beroep en in octrooizaken geen rekening hoeft te worden gehouden met de indicatietarieven.

Conclusie: Rekening houden met indicatietarieven

De indicatietarieven bieden de rechtelijke macht een handvat bij het bepalen van de hoogte van de redelijke proceskosten (advocaatkosten) in IE-zaken. Hoe daar in de praktijk mee wordt omgegaan, zal moeten blijken.