1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Verbeteringen in uitvoering van het Wmo-toezicht op komst

Verbeteringen in uitvoering van het Wmo-toezicht op komst

Bij brief van 8 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop zij verbeteringen in de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo) wil realiseren. Eén van de knelpunten die de staatssecretaris in de uitvoeringspraktijk van de gemeente wil verbeteren heeft betrekking op het Wmo-toezicht. In deze blog gaan wij in op de voorgenomen verbeteringen van het Wmo-toezicht die de staatssecretaris van VWS voor ogen heeft.
Leestijd 
Auteur artikel Ralph Tak
Gepubliceerd 19 mei 2023
Laatst gewijzigd 19 mei 2023

Verbeteringen noodzakelijk

In de brief van 8 mei 2023 merkt de staatssecretaris van VWS op dat verbeteringen van het Wmo-toezicht noodzakelijk lijken. Dit hangt samen met het feit dat het toezicht op de Wmo zich in te veel gemeenten onvoldoende heeft ontwikkeld. De staatssecretaris verwijst in dit verband naar de rapportages die de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de kwaliteit van het Wmo-toezicht heeft opgesteld. Uit die rapporten blijkt dat het tempo waarin gemeenten het Wmo-toezicht invullen de afgelopen jaren onvoldoende is geweest. De IGJ concludeert in die rapporten ook dat het niveau van de kwaliteit van het Wmo-toezicht nog steeds veel te laag is. Het onderzoeksbureau Significant is tot een soortgelijke conclusie gekomen. In opdracht van het ministerie van VWS voerde Significant onderzoek uit naar het ondersteuningsprogramma dat de VNG had ingericht voor gemeenten bij het toezicht op de Wmo en Jeugdwet. Significant concludeerde ook dat er nog steeds veel gemeenten zijn die niet of nauwelijks dit thema hebben opgepakt. De constateringen van de IGJ en Significant zijn mede aanleiding voor de staatssecretaris om verbeteringen in het Wmo-toezicht door te voeren.

 

Beleidskader kwaliteitstoezicht

In het kader van die voorgenomen verbeteringen heeft de staatssecretaris samen met (onder meer) gemeenten, de VNG, de IGJ, en Toezicht Sociaal Domein gewerkt aan een nieuw beleidskader voor het Wmo-toezicht op kwaliteit. In dat beleidskader zijn verbetervoorstellen gedaan voor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Wmo-toezichthouder en gemeenten. Hierin zijn de zes principes voor goed toezicht uit de Rijksbrede kaderstellende visie op toezicht geoperationaliseerd voor de Wmo 2015. Die 6 principes voor goed toezicht zijn: onafhankelijk, transparant, selectief, slagvaardig, samenwerkend en professioneel.

In de brief schetst de staatssecretaris op hoofdlijnen de maatregelen die hij voornemens is te nemen. De focus daarbij ligt op het onafhankelijk positioneren van de Wmo-toezichthouder. Meer concreet wil de staatssecretaris dat de wetgever gemeenten verplicht om in de gemeentelijke verordening op te nemen dat de Wmo-toezichthouder op basis van eigen en onafhankelijk inzicht een werkprogramma opstelt. Daarnaast wil de staatssecretaris wettelijk verankeren dat de Wmo-toezichthouder jaarlijks een verslag van werkzaamheden publiceert en deze via het college van burgemeester en wethouders aanbiedt bij de gemeenteraad. In het verslag kan de toezichthouder voorstellen doen die zij nodig acht in het belang van de kwaliteit en continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. In het kader van de onafhankelijke positionering van de toezichthouder wil de staatssecretaris verder regelen dat de persoon die de functie van toezichthouder bekleedt, niet tevens namens de betreffende gemeente of de inkooporganisatie een andere functie heeft die niet met het toezichthouderschap verenigbaar is. Ook wil de staatssecretaris dat gemeenten meer transparant zijn over het Wmo-toezicht. Daarmee moet de wetgever het uitgangspunt dat gemeenten in beginsel toezichtrapportages openbaar maken wettelijk verankeren in de Wmo. Om ervoor te zorgen dat het kwaliteitstoezicht van adequaat niveau is, is de staatssecretaris verder voornemens artikel 2.1.2 van de Wmo aan te passen. Met die aanpassing dienen gemeenten verplicht als onderdeel van het lokale beleidsplan op te nemen dat gemeenten beschrijven hoe zij op adequate wijze vorm en invulling willen geven aan het kwaliteitstoezicht. De staatssecretaris zal deze voorstellen de komende periode uitwerken via wetswijzigingen van de Wmo.

 

Rechtmatigheidstoezicht

Wat opvalt is dat de plannen van de staatssecretaris op het gebied van het rechtmatigheidstoezicht veel minder concreet zijn dan die op het gebied van het kwaliteitstoezicht. De staatssecretaris merkt ten aanzien van het rechtmatigheidstoezicht slechts op dat hij op dit moment met de VNG verkent welke stappen passend zijn om het gemeentelijk toezicht op rechtmatigheid te verstevigen. Alleen indien de verkenning op het rechtmatigheidstoezicht aanleiding zou geven tot wijziging van de Wmo, zullen die wijzigingen in een breder wetgevingstraject worden meegenomen.

 

Gemiste kans

Wij vinden dit een gemiste kans. Wat ons opvalt in de gemeentelijke praktijk is dat de manier waarop het rechtmatigheidstoezicht door gemeenten gestalte is gegeven op dit moment nog te veel varieert. De uitvoering van het rechtmatigheidstoezicht kent op dit moment nog veel knelpunten. Wat in onze optiek vooral een gemis is, is het feit dat de Wmo een regeling mist voor het uitvoeren van detailcontroles door gemeenten. Daar waar in de Regeling Jeugdwet, de Regeling zorgverzekering, en de Regeling langdurige zorg de wetgever een zorgvuldig kader heeft gecreëerd op basis waarvan toezichthoudende ambtenaren detailcontroles kunnen uitvoeren, heeft de wetgever dit niet voor de Wmo gerealiseerd. Het gevolg hiervan is dat in de praktijk veel discussie bestaat over de vraag op welk moment en onder welke voorwaarden gemeenten cliëntendossiers zouden mogen inzien. Het zou ons inziens de uitvoering van het rechtmatigheidstoezicht ten goede komen als de wetgever bij het uitwerken van het beleidskader voor het kwaliteitstoezicht, ook voor de Wmo een dergelijk kader zou opstellen.

Een ander punt dat naar onze mening aandacht verdient is het feit dat veel gemeenten samenwerken. Die samenwerking heeft tot gevolg dat veel toezichthouders op het grondgebied van verschillende gemeenten hun toezichtsbevoegdheden moeten aanwenden. Dit geldt niet alleen voor het rechtmatigheidstoezicht maar ook voor het kwaliteitstoezicht. Het lastige is evenwel dat de wetgever niet heeft geregeld dat een gemeentelijke toezichthouder die op grond van artikel 6.1 van de Wmo is benoemd, landelijk zijn bevoegdheden mag inzetten. Ook dit punt zou de staatssecretaris kunnen overwegen mee te nemen in de aankomende wijzigingen van de Wmo.

Tot slot menen wij dat de staatssecretaris er goed aan zou doen regels te stellen die gemeenten verplichten om bij de inkoop van voorzieningen voor te sorteren op het uit te voeren toezicht. Gemeenten maken op dit moment wat ons betreft te weinig gebruik van de mogelijkheden om in de contracten regels te stellen die betrekking hebben op de rechtmatige besteding van zorggelden. Een oplossing hiervoor is de wettelijke verplichting bepaalde regels standaard in de inkoopcontracten op te nemen. Op het gebied van het rechtmatigheidstoezicht valt bijvoorbeeld te denken de verplichting meer inzicht te geven in de productiecijfers of omzet op het moment dat bijvoorbeeld de winsten buiten bepaalde bandbreedtes vallen.