1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Verdient de observatiemachtiging een nieuwe kans?

Verdient de observatiemachtiging een nieuwe kans?

De observatiemachtiging is geen lang leven beschoren geweest. Naar nu blijkt mogelijk ten onrechte. Al vanaf de introductie ervan vonden critici dat een gedwongen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis ter observatie, om te onderzoeken of iemand door een geestelijke stoornis gevaar veroorzaakt voor zichzelf of zijn omgeving in strijd was met het Europees verdrag van de rechten van de mens (EVRM). De procedure had een rol moeten spelen wanneer personen zonder ziekte-inzicht zich onttrekken a...
Leestijd 
Auteur artikel Luuk Arends
Gepubliceerd 21 mei 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De observatiemachtiging is geen lang leven beschoren geweest. Naar nu blijkt mogelijk ten onrechte. Al vanaf de introductie ervan vonden critici dat een gedwongen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis ter observatie, om te onderzoeken of iemand door een geestelijke stoornis gevaar veroorzaakt voor zichzelf of zijn omgeving in strijd was met het Europees verdrag van de rechten van de mens (EVRM). De procedure had een rol moeten spelen wanneer personen zonder ziekte-inzicht zich onttrekken aan hulpverlening en behandeling.

Uit een recente uitspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens over deze Nederlandse procedure blijkt dat de observatiemachtiging volgens het Hof wél EVRM-proof was, waar in een andere uitspraak Hongarije op de vingers werd getikt voor het ter observatie opnemen van een patiënt zonder dat vaststond dat de betreffende patiënt aan een geestelijke stoornis leed. In tegenstelling tot in Nederland zag de Hongaarse procedure voor een gedwongen opneming niet op de mogelijkheid tot tijdelijke gedwongen opname om te onderzoeken of iemand lijdt aan een geestelijke stoornis.

Volgens het Hof mag iemand ter observatie worden opgenomen als onduidelijk is of iemand lijdt aan een geestelijke stoornis en als gevolg van die stoornis gevaar veroorzaakt, als er voldoende aanwijzingen zijn dat er sprake is van een geestelijke stoornis en dat het gedrag van de persoon een ernstige bedreiging vormt voor deo penbare orde en diens eigen veiligheid. De Nederlandse procedure voldeed aan die eisen. Voor de hand ligt dat een onderzoeksperiode om iemand te onderzoeken slechts beperkt in tijd mag zijn. In Nederland was dit het geval omdat de duur van de maatregel maximaal drie weken was.

In de praktijk is de observatiemachtiging nooit populair geworden omdat er vanaf het begin al de zweem aan kleefde dat de procedure in strijd met het EVRM was. Nu dat dit niet het geval blijkt te zijn en de procedure in de praktijk toch in een leemte leek te voorzien, en vooral bij de groep zorgmijders zonder ziekte-inzicht die gevaar veroorzaken voor zichzelf of hun omgeving, kun je je afvragen of dat niet ten onrechte was.  De uitspraak roept daarom nadrukkelijk de vraag op of de observatiemachtiging niet een nieuwe kans verdient.

Lees hier de uitspraken (S.R. tegen Nederland en Pléso tegen Hongarije) en het uitgebreide commentaar in de bijbehorende annotatie.