1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Versobering expat regeling

De 30% regeling voor expats verder versoberd

Na de recente versoberingen van de 30% regeling zoals het beperken van de looptijd en de aangekondigde aftopping van het bedrag waarover de 30% regeling kan worden toegepast, zijn door de Tweede Kamer op 26 oktober 2023 3(!) amendementen aangenomen die de 30% regeling met ingang van 1 januari 2024 nog verder zouden versoberen. Als de Eerste Kamer instemt met deze verdere versobering van de 30%-regeling, dan leidt dit tot een administratieve lastenverzwaring voor werkgevers.
Leestijd 
Auteur artikel René Sueters
Gepubliceerd 30 oktober 2023
Laatst gewijzigd 31 oktober 2023

Inleiding

Buitenlandse deskundigen die naar Nederland komen kunnen onder voorwaarden gebruik maken van de 30% regeling. Deze regeling heeft als voordeel dat (maximaal) 30% van het fiscale loon als belastingvrije vergoeding kan worden betaald. De vergoeding is bedoeld voor de extra kosten die de werknemer moet betalen in verband met het tijdelijk werken in Nederland, de  zogenoemde extraterritoriale kosten. De maximale looptijd van de 30% regeling bedraagt 5 jaren.

Naast deze onbelaste vergoeding kent de 30% regeling nog 3 voordelen.

  • De werknemer wordt voor box 2 en box 3 in de inkomstenbelasting aangemerkt als buitenlands belastingplichtige, de fictieve buitenlandse belastingplicht.
  • De werkgever mag de schoolgelden voor een internationale school onbelast vergoeden.
  • De buitenlandse deskundige van buiten de EU/EER, mag met de beschikking 30% regeling zijn buitenlandse rijbewijs omwisselen voor een Nederlands rijbewijs.

De werkgever heeft de keuze om niet de 30% belastingvrij te vergoeden, maar de daadwerkelijke extraterritoriale kosten. Deze keuze moet met ingang van 2023 per kalenderjaar worden gemaakt ter zake van het eerste loontijdvak van dat jaar.

 

Versobering

Vorig jaar is bepaald dat per 2024 het bedrag waarover de 30% regeling mag worden toegepast gemaximeerd wordt op de norm van de Wet Normering Topinkomens (WNT-norm). Deze norm bedraagt thans € 223.000 per jaar. Daar komen door de aangenomen amendementen mogelijk nog de volgende versoberingen bij:

  • Het onbelast te vergoeden deel van het fiscale loon (gemaximeerd op de WNT-norm) wordt gemaximeerd op de volgende percentages:
  • Eerst 20 maanden; 30%
  • Tweede 20 maanden; 20%
  • Derde 20 maanden: 10%
  • Het vervallen van de fictieve buitenlandse belastingplicht voor box 2 en box 3

 

Overgangsregeling

Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die over het laatste loontijdvak van 2023 al gebruik maakten van de 30% regeling. Voor deze werknemers blijven de eerdere versoberingen, de keuze per kalenderjaar en de aftopping op de WNT norm bestaan, maar zal de afbouw van het percentage van de 30% regeling niet gelden.

De mogelijkheid om te opteren voor de fictieve buitenlandse belastingplicht voor deze groep eindigt per 31 december 2026. Vanaf 2027 geldt bovendien dat er geen mogelijkheid meer is om als fictief buitenlands belastingplichtige aangemerkt te worden.

 

Gevolgen van deze versoberingen

De werkgever moet nu gedurende de gehele periode van vijf jaar gaan monitoren wanneer het percentage van de 30% regeling wijzigt. Dit kan ook gevolgen hebben voor de keuze om de daadwerkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden en niet uit te gaan van het van toepassing zijnde percentage. Extraterritoriale kosten zijn bijvoorbeeld:

  • De extra kosten voor levensonderhoud door een hoger prijspeil in Nederland dan in het land van herkomst;
  • De kosten voor de opslag van meubilair in het land van herkomst;
  • De dubbele huisvestingkosten zoals een hotel omdat de werknemer in het land van herkomst is blijven wonen;
  • De reiskosten naar het land van herkomst voor bijvoorbeeld familiebezoek of gezinshereniging;
  • De cursuskosten voor de werknemer en voor de gezinsleden om de Nederlandse taal te leren;
  • Indien de werknemer in het land van herkomst en in Nederland een aangifte inkomstenbelasting moet indienen, de kosten van de Nederlandse aangifte.

De keuze voor het laten vervallen van de fictieve buitenlandse belastingplicht per 31 december 2026 betekent dat niet voor alle werknemers, die thans beschikken over een 30% regeling, de mogelijkheid om te opteren voor de fictieve buitenlandse belastingplicht gedurende de gehele looptijd wordt geëerbiedigd. Tevens zullen de kosten voor het samenstellen van een aangifte inkomstenbelasting naar verwachting toenemen.

De conclusie luidt dan ook dat sprake is van een forse administratieve lastenverzwaring, nu de overgangsregeling met betrekking tot de fictieve buitenlandse belastingplicht niet de gehele periode van de 30% regeling eerbiedigt. De keuze om de daadwerkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden kan mogelijk aantrekkelijker worden dan het hanteren van het percentage van het fiscale loon, zeker wanneer de 30% regeling al enige tijd loopt.  

Neem gerust contact met ons of met uw vaste aanspreekpartner binnen Dirkzwager op om de gevolgen van deze versobering te bespreken.