1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. WW-premiedifferentiatie en het schriftelijkheidsvereiste van de arbeidsovereenkomst.

WW-premiedifferentiatie en het schriftelijkheidsvereiste van de arbeidsovereenkomst.

De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) treedt op 1 januari 2020 in werking. Eén van de wijzigingen is de WW-premiedifferentiatie op basis van de aard van het contract.
Leestijd 
Auteur artikel René Sueters
Gepubliceerd 13 december 2019
Laatst gewijzigd 13 december 2019

De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) treedt op 1 januari 2020 in werking. Eén van de wijzigingen is de WW-premiedifferentiatie op basis van de aard van het contract.

Om werkgevers te bewegen aan werknemers meer arbeidscontracten voor onbepaalde tijd aan te bieden, wordt per 1 januari 2020 de lage WW-premie geïntroduceerd. Deze premie zal 2,94% bedragen. Voor contracten voor bepaalde tijd of oproepcontracten geldt de hoge premie van 7,94%.
De premie wordt geheven tot het maximum premie-inkomen van € 57.232 per jaar. Het verschil bedraagt dan 5% over maximaal € 57.232. Dat betekent dat de aard van het contract een extra premie van € 2.861,60 per werknemer per jaar kan veroorzaken.

De lage WW-premie is van toepassing wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (niet zijnde een oproepovereenkomst) die schriftelijk is vastgelegd. De vraag die zich voordoet is hoe “schriftelijk” moet worden uitgelegd.

Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is het niet noodzakelijk om deze schriftelijk vast te leggen. Ook een mondeling gesloten overeenkomst voor onbepaalde tijd heeft rechtskracht. Daarnaast kan bij de omzetting van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een brief door de werkgever zijn verstuurd waarin de omzetting eenzijdig wordt bevestigd. De werkgever ondertekent die brief zonder dat de werknemer de brief ook moet ondertekenen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief van 9 december jongstleden aangegeven hoe hier in de praktijk voor bestaande gevallen mee moet worden omgegaan. Werkgever en werknemer krijgen tot 1 april 2020 de tijd om aan de administratieve vereisten te voldoen. Bestaande mondelinge arbeidsovereenkomsten kunnen dan alsnog schriftelijk worden vastgelegd waarbij werkgever en werknemer de arbeidsovereenkomst moeten ondertekenen.

Voor de situatie dat er een bevestigingsbrief is die slechts door de werkgever en niet door de werknemer is ondertekend, geldt dat ter beperking van de administratieve lasten, niet alsnog een geheel nieuwe schriftelijke arbeidsovereenkomst hoeft te worden opgesteld, maar dat kan worden volstaan met een addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. Dit addendum dient dan wel door werkgever en werknemer ondertekend te zijn. Daaruit dient te blijken dat de werknemer op 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was.

Wanneer de werkgever voor 1 april 2020 aan deze administratieve eisen voldoet, mag vanaf 1 januari 2020 de lage WW-premie worden toegepast. Mocht achteraf blijken dat niet aan de administratieve eisen is voldaan, dan geldt met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie.

Voor vragen of hulp bij het opstellen van het addendum of arbeidsovereenkomst kunt u contact met ons opnemen.

René Sueters & Annelinde Janssen