Sociaal netwerk
De Raad wijst voor de invulling van het begrip ‘sociaal netwerk’ in zijn uitspraak op de wetsgeschiedenis bij de Wmo:
“De gemeente kan in de verordening ook bepalen in welke situaties en onder welke voorwaarden de persoon aan wie de gemeente een persoonsgebonden budget verstrekt, de mogelijkheid heeft om voor zijn maatschappelijke ondersteuning personen in te schakelen uit zijn sociale netwerk. Tot het sociale netwerk worden gerekend de personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Met dat laatste worden personen bedoeld met wie hij regelmatig contacten onderhoudt, zoals mantelzorgers, buren, (mede)leden van een vereniging etc.”
Ook de moeder van een cliënt wordt aangemerkt als een persoon uit het eigen sociale netwerk, zelfs als die eerdergenoemde moeder een professioneel zorgverlener is. Uiteindelijk bepaalt de inhoud van de relatie tussen de cliënt en de betreffende zorgverlener welk pgb tarief gehanteerd wordt. Deze uitspraak sluit naadloos aan op een andere uitspraak van de Raad eerder dit jaar, waarin hij oordeelde dat een buurman met wie de cliënt geen contact – althans, dat was in die procedure niet vast komen te staan – onderhield niet tot het sociale netwerk van een cliënt behoorde. Deze buurman kreeg derhalve het (hogere) tarief dat voor een ZZP-er geldt, en niet het tarief voor zorgverleners uit het sociale netwerk.