Op 1 januari 2020 treden de Wet verplichte GGZ, de Wet zorg en dwang voor psychogeriatrische patiënten en mensen met een verstandelijke beperking in werking. De Wet forensische zorg treedt zelfs al binnenkort in werking en wel op 1 januari 2019. Afgelopen zomer zijn verder de conceptuitvoeringsbesluiten die bij deze wetten horen aan beide Kamers gestuurd.
Deze drie wetten en de bijbehorende besluiten scheppen nieuwe kaders voor vrijwillige, gedwongen zorg en vertegenwoordiging van wilsonbekwame cliënten en patiënten. De wetten hebben niet alleen gevolgen voor de sectoren ggz, ouderenzorg en verstandelijk gehandicaptenzorg, maar ook voor andere zorgorganisaties zoals ziekenhuizen en de eerstelijnszorg. Al deze instellingen moeten bij de zorgverlening dus rekening gaan houden met de plichten die deze wetten meebrengen. Zo zullen ziekenhuizen bij ziekenhuisopname van psychogeriatrische patiënten en mensen met een verstandelijke beperking zorgplannen van andere zorgorganisaties moeten uitvoeren en/of aparte zorgplannen moeten opstellen. Bovendien zullen zij – wanneer zij vrijheidsbeperkingen toepassen – deze vrijheidsbeperkende interventies apart moeten gaan registreren. Zorgorganisaties moeten bovendien een visie en een beleid ontwikkelen over de toepassing van vrijheidsbeperkingen bij de zorgverlening.
Omdat de invoering van de wet dus grote gevolgen heeft is het dus belangrijk om tijdig stil te staan wat de drie nieuwe wetten inhouden en welke gevolgen zij hebben voor de organisatie van de zorgverlening. Er moet immers een hoop gebeuren ter voorbereiding op de inwerkingtreding. Luuk Arends en Lidewij Bergsma zullen de belangrijkste wijzigingen met u doornemen.
Heeft u vragen over de drie wetten? Wij zullen u ruimschoots de gelegenheid bieden om ze tijdens de lezing te stellen. Indien u onderwerpen uit de praktijk kent die volgens u het bespreken waard zijn, dan kunt u suggesties sturen naar arends@dirkzwager.nl.