De Rubiks kubus en het auteursrechtelijke spel
Al 10 jaar is Rubik bezig met het verkrijgen van een antwoord op de vraag of zijn beroemde Rubiks kubus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
Al 10 jaar is Rubik bezig met het verkrijgen van een antwoord op de vraag of zijn beroemde Rubiks kubus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
Het komt in de praktijk meer dan eens voor dat partijen een agentuurovereenkomst met elkaar hebben gesloten en de ene partij op enig moment niet meer verder wil met de andere partij. Partijen zijn vanzelfsprekend gehouden aan de afspraken die zij hierover hebben gemaakt in de agentuurovereenkomst. Wat nog wel eens vergeten wordt, is dat de agentuurovereenkomst wettelijk is geregeld waarbij nogal wat bepalingen van (semi-)dwingend recht zijn. Dat betekent dat partijen in de agentuurovereenkomst daarvan niet kunnen afwijken. In dit artikel ga ik in op de opzeggingsregeling die van dwingend recht is.
De Europese Commissie (‘Commissie’) herziet momenteel de mededingingsregels voor verticale overeenkomsten (zoals distributieovereenkomsten). Met de publicatie van de concepttekst van de herziene Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten (‘GVO’) op 9 juli 2021 komen de contouren van een nieuwe GVO in zicht. De concepttekst ligt voor ter publieke consultatie tot 17 september 2021.
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.
Op 7 juli 2021 heeft het Gerecht van de Europese Unie voor het eerst een uitspraak over een klankmerk; is dit onderscheidend genoeg?
De discussie omtrent de verjaring van een pensioenpremie-vordering lijkt nog niet ten einde. Na uitspraken van de Rechtbank Rotterdam en de Rechtbank Midden-Nederland, mengt nu ook het Hof Arnhem-Leeuwarden zich in de discussie.
De staatsraden A-G Wattel en Widdershoven hebben op 7 juli 2021 een conclusie genomen over de rechterlijke toetsing bij niet-bestraffende bestuurlijke maatregelen en de rol die het evenredigheidbeginsel daarbij moet spelen. De toeslagenaffaire heeft geleerd dat de rechtsbescherming bij deze besluiten tekort kan schieten en dat rechterlijke toetsing niet altijd leidt tot correctie van onevenredige besluiten. Ook de wetgever is naarstig op zoek naar oplossingen om dergelijke onevenredige uitkomsten in de toekomst te voorkomen.
Op 8 juni 2021 kwam de AFM met negen aandachtspunten voor de verzekeringssector voor het op een persoon toesnijden (personaliseren) van premies en voorwaarden op basis van gedrag en data. De AFM ziet op basis van haar verkenning dat de toepassing van geavanceerde data-analyse voor gepersonaliseerde verzekeringspremies groeit. Dat brengt voordelen en risico's met zich mee.
Op 10 november 2020 heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) aangenomen. De Wbtr is op 1 juli 2021 in werking getreden. De invoering heeft lang op zich laten wachten. We zullen uw geheugen opfrissen door het plaatsen van korte berichten op deze kennispagina over de relevante wijzigingen.
Op 9 juli 2021 heeft een gemengde kamer, met daarin de presidenten van de CRvB en de CBb, en de voorzitter van de ABRvS, geoordeeld dat de bestuursrechter vanaf nu niet langer meer ambtshalve toetst of voorgaande rechtsmiddelen tijdig zijn ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 juli 2021 een belangrijke uitspraak gedaan voor het bestuursprocesrecht (ECLI:NL:CRVB:2021:1500). Deze uitspraak is bovendien gedaan in een gemengde kamer, bestaande uit de presidenten van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).
Wat als een gunningscriterium dat duurzaamheid beoogt te bevorderen een zittende leverancier bevoordeelt waardoor de concurrentie weinig kans maakt de opdracht te verkrijgen. Brengt het level playing field beginsel dan met zich dat dit criterium en dus de duurzaamheidsambitie moet wijken? De Rotterdamse kort gedingrechter oordeelt van wel.