Internetconsultatie Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), deel 2: proeftijd
Onze tweede reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft betrekking op de proeftijd.
Onze tweede reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft betrekking op de proeftijd.
Onze derde reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft betrekking op de nieuw in te voeren ontslaggrond sub i (cumulatiegrond).
Onze vierde reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft betrekking op payrolling. In deze vierde bijdrage worden drie opmerkingen geplaatst bij de in het wetsvoorstel beoogde wijzigingen met betrekking tot payrolling.
In mijn bijdrage van 25 april jl. heb ik onze reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) met betrekking tot pensioen gedeeld. Inmiddels zijn in de internconsultatie meerdere reacties ten aanzien van pensioen ingestuurd, waaronder een reactie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De reactie van StiPP is aanleiding geweest voor een aanvullende (tegen)reactie van mijn kant, die u hieronder kunt lezen.
Op 9 april jl. heeft het kabinet in het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) een pakket aan maatregelen gepresenteerd. Maatregelen die onder meer betrekking hebben op flexibele arbeidsrelaties, payroll, het ontslagrecht en pensioen.
Onze eerste reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft betrekking op pensioen. Het voorstel heeft reële pensioengevolgen voor payrollwerkgevers of werkgevers die gebruik willen maken van een payrollconstructie. Pensioengevolgen die bovendien afwijken van de “klassieke” uitzendrelatie. Gevolgen die niet altijd even goed doordacht lijken en bovendien de nodige vragen oproepen. Daar zal in de eerste bijdrage van de artikelenreeks over de WAB aandacht aan worden besteed, net als aan de vraag hoe de transitievergoeding zich verhoudt tot situaties waarin een werknemer aan de vooravond van zijn pensioen staat.
Het aanstormende kabinet heeft in het regeringsakkoord ingezet op een verlichting van de verplichtingen van werkgevers ten aanzien van de loondoorbetaling van hun zieke werknemers. De nieuwe coalitiepartijen hebben geconcludeerd dat het tegelijkertijd noodzakelijk is om de kans op het vinden van een baan voor langdurig arbeidsongeschikten te vergroten en (daardoor) het beroep op de WIA (De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) te verminderen en zijn voornemens daartoe vijf maatregelen te...
Voor de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) kon de werkgever van een meer dan twee jaar arbeidsongeschikte werknemer een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV en daarna de arbeidsovereenkomst opzeggen zonder verdere financiële gevolgen. De werknemer restte dan nog slechts de mogelijkheid van een kennelijk onredelijk ontslagprocedure, een ongewis pad met wisselend succes dat dan ook niet zo vaak werd bewandeld. TransitievergoedingVanaf 1 juli 2015 bepaalt de wet echter dat oo...
Op grond van de Wet werk en zekerheid moeten werkgevers aan hun werknemers met een contract voor bepaalde tijd minimaal een maand tevoren laten weten of het contract al dan niet wordt verlengd. Als de werkgever dit niet of te laat doet, is de werkgever aan de werknemer de zogenaamde aanzegvergoeding verschuldigd.Wanneer de werkgever uit zichzelf niet bereid is om deze vergoeding te betalen, moet de werknemer binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd naar de rech...
In de WWZ komt het begrip 'billijke vergoeding' op verschillende plaatsen voor. Doorgaans wordt bij het bespreken van de billijke vergoeding gedoeld op de billijke vergoeding die aan de werknemer door een kantonrechter kan worden toegekend, als de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbindt en oordeelt dat de werkgever zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten (artikel 7:671b lid 8 onder c BW). De vergoeding dient dan dus als compensatie voor het feit dat de ar...
In artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek is de wettelijke opzegtermijn bij opzegging van een arbeidsovereenkomst opgenomen, variërend van één maand tot vier maanden (afhankelijk van de duur van het dienstverband). Op die opzegtermijn mag de proceduretijd bij het UWV WERKbedrijf in mindering worden gebracht. Daarnaast staat in genoemd wetsartikel vermeld dat opzegging in beginsel geschiedt tegen het einde van de maand. Maar mogen we pas gaan tellen bij de eerste dag van de kalendermaand? Ne...
In de Wet Werk en Zekerheid is geen uitzondering voor deze situatie opgenomen. De werkgever die met behulp van een ontslagvergunning via het UWV Werkbedrijf het dienstverband met een langdurig zieke werknemer opzegt, moet dus een transitievergoeding betalen. Voor ontslagaanvragen die worden ingediend vóór 1 juli 2015 geldt nog het oude recht (en dus geen transitievergoeding). We Weten Zeker!