1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Internetconsultatie Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), deel 5: pensioen

Internetconsultatie Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), deel 5: pensioen

In mijn bijdrage van 25 april jl. heb ik onze reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) met betrekking tot pensioen gedeeld. Inmiddels zijn in de internconsultatie meerdere reacties ten aanzien van pensioen ingestuurd, waaronder een reactie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De reactie van StiPP is aanleiding geweest voor een aanvullende (tegen)reactie van mijn kant, die u hieronder kunt lezen.
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 08 mei 2018
Laatst gewijzigd 08 mei 2018

In mijn bijdrage van 25 april jl. heb ik onze reactie in de internetconsultatie op het voorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) met betrekking tot pensioen gedeeld. Inmiddels zijn in de internconsultatie meerdere reacties ten aanzien van pensioen ingestuurd, waaronder een reactie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De reactie van StiPP is aanleiding geweest voor een aanvullende (tegen)reactie van mijn kant, die u hieronder kunt lezen.

Bij brief van 23 april 2018 heb ik gereageerd op de pensioenaspecten inzake het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). StiPP heeft inmiddels ook gereageerd in de internetconsultatie. Met StiPP deel ik een aantal punten van zorg, zeker daar waar het de inmenging van de regelgever in de inhoud van de pensioenregeling betreft. Normaliter gaan sociale partners respectievelijk werkgever en werknemers immers over deze inhoud.

StiPP vraagt in de reactie op de internetconsultatie ook aandacht voor een ander probleem, te weten het door de Hoge Raad ontwikkelde adagium “geen premie, wel recht”. Hoewel dit onderwerp zoals StiPP ook erkent niet thuishoort in de internetconsultatie voor de WAB (die voorziet namelijk niet in een aanpassing van de Pensioenwet), begrijp ik dat StiPP worstelt met dit vraagstuk. Er bestaat in de praktijk veel onduidelijkheid over de vraag of een bepaalde werkgever wel of niet verplicht deelneemt in StiPP, met zowel premierisico’s aan werkgeverszijde als ook aanspraakrisico’s aan StiPP-zijde. StiPP kan hier in een spagaat terecht komen: ook al is een verplichte deelneming discutabel, niets doen in de handhaving levert een reëel risico op vanwege het eerder genoemde adagium van “geen premie, wel recht”. Daarbij heeft StiPP ook nu al de lastige taak om de specifieke activiteiten van de werkgever aan de hand van een begrippenkader met open normen (zoals gezagsverhouding) te beoordelen. Die taak wordt niet anders onder de WAB. Het is echter geen gevolg van de WAB, zoals StiPP lijkt te suggereren met de opmerking dat de WAB leidt tot een uitbreiding van de werkingssfeer. Het is juist StiPP geweest die de ruime reikwijdte in de rechtspraak heeft bepleit, soms ook succesvol. Keerzijde daarvan is dan logischerwijs dat meer gehandhaafd moet worden, wil tegenover de pensioenaanspraak ook een premiebetaling staan.

Alternatief en/of oplossing voor de aangestipte problematiek is dat StiPP (althans, sociale partners) in het verplichtstellingsbesluit niet de wet c.q. het wettelijk begrippenkader volgt, maar een eigen begrippenkader hanteert met duidelijke normen zodat de afbakening beter kan plaatsvinden en daardoor de handhaving controleerbaar blijft. Door die afbakening hoeft StiPP zich ook niet te begeven op terreinen waar niet primair de doelstelling van detachering geldt, maar waarbij de detachering als middel wordt gebruikt voor een ander doel, zoals de wettelijke doelstelling van arbeidsmarkttoeleiding. Dit sluit ook mooi aan bij de stelling van StiPP dat de aard van de bedrijfsactiviteiten leidend moet zijn en niet de juridische kwalificatie van de driehoeksverhouding.