Vijf maatregelen
- Als een arbeidsongeschikte uitkeringsgerechtigde er in slaagt werk te vinden, wordt in de eerste vijf jaar niet getoetst of er iets is veranderd aan het verdienvermogen van deze persoon. Dit leidt er toe dat het aanvaarden van werk – ook parttime werk - geen onzekerheid oplevert over het verlies of omvang van de uitkering als de betrokkene er niet in slaagt de baan te behouden.
- De systematiek voor de instroom in de WIA wordt wederom gewijzigd, waardoor uiteindelijk minder mensen volledig arbeidsongeschikt zullen worden verklaard, althans dat is de inschatting van de nieuwe regering.
- Er wordt een ingreep gedaan in de sociale verzekeringswetten, waardoor personen met een ziektewetuitkering en personen met een werkloosheidsuitkering onder dezelfde omstandigheden, hetzelfde loon ontvangen, hetgeen thans niet zo is. Concreet wil de regering dit realiseren door het recht op de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting af te schaffen voor ziektewetgerechtigden zonder werkgever.
- Voor de groep personen met een verdiencapaciteit van minder dan 20% wordt ook de prikkel richting werk versterkt. Dat geldt met name voor hen die een relatief hoog loon genoten voordat ze arbeidsongeschikt werden. Voor mensen met een volledige WGA uitkering, die nog wel kunnen werken, gaat hetzelfde regime gelden als voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten.
- Ten slotte wil de regering starten met een experiment voor scholing voor arbeidsongeschikten, waarbij men verwacht dat deze scholing ertoe leidt dat er betere werkhervattingmogelijkheden zullen ontstaan. Als dat positief uitpakt volgt er wellicht meer van dit soort scholing. Het UWV zal 30 miljoen meer in kunnen gaan zetten voor persoonlijke dienstverlening voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en gehandicapten.
Complex; ja, effectief?
Het toch al buitengewoon complexe systeem van wetgeving over ziekte en arbeidsongeschiktheid, wordt door deze maatregelen niet eenvoudiger. Een deel van de "prikkels" zal vermoedelijk aanleiding vormen voor procedures.
De eerste maatregel is zonder meer een verlaging voor de drempel voor werkhervatting. De volgende drie maatregelen passen goed in het kader van de al jarenlange bestaande wens om de instroom in de WIA/WGA terug te dringen maar worden alle drie “bekostigd” door de uitkeringsgerechtigden.
Of 30 miljoen genoeg is om de - ook op dit terrein - niet altijd even soepel draaiende machine van het UWV weer op gang te krijgen, kan worden betwijfeld. Met een kwart miljoen WIA- uitkeringen en bijna net zoveel Wajong-uitkeringen hebben we het over een investering van € 60,- per persoon. Dat is een luttel bedrag in verhouding tot hetgeen de (voormalige) werkgever in het verleden veelal heeft geïnvesteerd om uitval van de werknemer te voorkomen.