1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
6 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 45

Eigenrisicodrager Ziektewet kan geen regres nemen op inlener vanwege regresbeperking art. 52b Zw

Recentelijk lag bij de Hoge Raad de vraag voor of een uitlener, die eigenrisicodrager voor de Ziektewet is, verhaal mag nemen op de inlener voor door de uitlener gedane uitkeringen uit hoofde van arbeidsongeschiktheid. De Hoge Raad oordeelde ontkennend: ook een eigenrisicodrager moet artikel 52b Ziektewet tegen zich laten gelden en kan dus geen verhaal nemen op de inlener.

Een briefadres kan volgens de Hoge Raad als woonplaats gelden voor de betekening van een exploot

Een deurwaarder heeft op grond van de Gerechtsdeurwaarderswet onder andere de wettelijke taak om exploten van dagvaarding uit te brengen. Maar hoe gaat de deurwaarder te werk als de persoon aan wie hij een exploot moet uitbrengen geen bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland heeft? Is het dan mogelijk of verplicht om een dagvaarding uit te brengen aan een in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP) opgenomen briefadres? Als dit niet mogelijk is, dient het exploot dan openbaar te worden betekend? En welke rechter is vervolgens bevoegd om de zaak te beoordelen?

Geldt een kortere redelijke termijn tot nakoming in ingebrekestelling na eerder gestelde termijnen of sommaties?

De Hoge Raad wees vorige week een bruikbaar arrest over de redelijkheid van de termijn tot nakoming die in een ingebrekestelling gehanteerd dient te worden. De Hoge Raad overweegt dat bij het oordeel over de redelijkheid van de lengte van die termijn, ook eerder gestelde termijnen en eerdere sommaties meewegen. Een en ander heeft tot gevolg dat eerder gestelde termijnen voor nakoming kunnen betekenen dat een in een ingebrekestelling gestelde termijn korter mag zijn dan wanneer de schuldenaar niet al eerder een termijn voor nakoming was gesteld of daartoe was gesommeerd. Ook de omstandigheden dat die eerdere termijnen geen fataal karakter hadden of dat de eerdere sommaties niet aan de vereisten van een ingebrekestelling voldeden, staan daaraan niet in de weg. Dit arrest van de Hoge Raad is daarmee van grote betekenis voor IT-geschillen.

Wanneer is bewijsbeslag mogelijk bij schending van bedrijfsgeheimen?

Wat is de maatstaf voor het kunnen leggen van bewijsbeslag bij gestelde onrechtmatige verkrijging en gebruik van bedrijfsgeheimen, en het inzien van beslagen stukken? Beantwoording van deze vraag is wezenlijk voor iedere onderneming die wenst te vernemen wat er mogelijk is als ex-werknemers, zakenrelaties of concurrenten die aan de haal gaan met know how, recepten of andere bedrijfsvertrouwelijke informatie. De Hoge Raad heeft op 28 september 2018 een aantal belangrijke regels gegeven hierover.

Afstemmingsregel ook bij verschillende partijen?

Onlangs heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden in kort geding een opvallend vergaande strekking toegekend aan wat in de juridische volksmond bekendstaat als de ‘afstemmingsregel’.

Volledige proceskostenveroordeling bij dubieus gedrag? De lat ligt hoog

Het recht op toegang tot de rechter brengt met zich dat niet of nauwelijks ruimte bestaat voor een volledige proceskostenveroordeling van de verliezende partij in een civiele procedure. De in het gelijk gestelde partij, die vaak tegen haar wil in rechte is betrokken, moet het dan doen met een zogenaamde ‘forfaitaire’ vergoeding, die vaak maar een schijntje bedraagt van de werkelijk gemaakte kosten. Een recent arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden illustreert goed dat rechters maar zelden voor volledige kostenveroordelingen zijn te enthousiasmeren.

Appelperikelen: over tussentijds hoger beroep, eiswijzigingen en de goede procesorde

Hoe ver strekt de vrijheid van een feitenrechter om bedenkelijk procesgedrag te bestraffen met een beroep op de goede procesorde? Over deze vraag heeft de Hoge Raad onlangs een interessante uitspraak gedaan.De casusDe rechtbank wijst een tussenvonnis waarin een bindende eindbeslissing wordt genomen over de aansprakelijkheid van partij A jegens partij B. De rechtbank stelt tussentijds beroep open tegen dit tussenvonnis. Partij A maakt van de geboden gelegenheid gebruik, maar verzuimt om hierva...

1 2 3 4