Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
5 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Gespikkeld wonen is voor veel zorginstellingen het nieuwe concept van samenwonen onder één dak. Op deze manier wonen mensen met en zonder een fysieke beperking samen in een gemeenschap. Alle appartementen in het complex zijn geschikt voor mensen met een fysieke beperking. Mag de puntentoeslag van 35% voor een ‘zorgwoning’ dan ook worden toegepast bij de appartementen die verhuurd worden aan mensen zonder een fysieke beperking? De Huurcommissie denkt van niet.
Het aantal commerciële huisartsenpraktijken in de Nederlandse huisartsenzorg is de afgelopen jaren flink toegenomen. Wat zijn de kansen en risico’s van bedrijfsketens van huisartsen? Wat betekent dit voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van de huisartsenzorg?
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vijfde blog bespreken we welke samenwerkingsafspraken van belang zijn bij het aangaan van een shop-in-shop-samenwerking. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de samenwerkingsafspraken over het contact met de patiënt, het uitwisselen van patiëntgegevens, het onderling verdelen van de aansprakelijkheidsrisico’s en de uitwerking van Wkkgz-verplichtingen.
Uit een uitspraak van de rechtbank Limburg van 4 oktober 2023 blijkt duidelijk het belang van een goede bepaling in de koopovereenkomst over de kwaliteit van de bodem bij vastgoedtransacties.
In een recent arrest heeft de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de vraag of de verhuurder bij wijze van opschorting zijn verplichting tot het verschaffen van huurgenot mag opschorten, bijvoorbeeld door de sloten van het gehuurde te vervangen. De Hoge Raad bevestigt in deze kwestie (die bedrijfsruimte betrof) dat dit inderdaad onder omstandigheden kan.
Deze bijdrage bevat een overzicht van de jurisprudentie op het gebied van de gezondheidszorg (o.a. Wet verplichte ggz (Wvggz), Wet zorg en dwang (Wzd), zorginkoop, sociaal domein, bekostiging, vastgoed, IT en privacy) die in de maand februari 2024 is gepubliceerd.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vierde blog bespreken we de centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis. Een in de praktijk vaak ondergeschoven kindje, terwijl de gevolgen voor met name het ziekenhuis enorm kunnen zijn.
Op 4 maart 2024 is een wetvoorstel voor de wijziging van de Wet maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten verstuurd naar de Tweede Kamer. Deze wet, ingegaan op 1 mei 2021, loopt per 1 mei 2024 af. Het doel van het wetsvoorstel is om de wet te verlengen. De wet verbiedt het verhuurders van woningen in de vrije sector om meer dan een gemaximeerd percentage aan huurverhoging door te voeren.
In januari 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland zich uitgelaten over de vraag of minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het besluit mocht nemen om het Erasmus MC en het UMC Groningen aan te wijzen als de enige twee kinderhartcentra in Nederland. Het betreffende besluit kwam na jaren van discussie tot stand en betekende voor de andere bestaande kinderhartcentra (het UMC Utrecht, het Leids UMC en het VUmc) dat zij deze expertise binnen 2.5 jaar volledig af zouden moeten bouwen. De rechtbank oordeelde kort en goed dat de minister weliswaar bevoegd was om het besluit te nemen om kinderhartzorg te concentreren, maar dat het besluit onvoldoende zorgvuldig en feitelijk gemotiveerd was (zie rechtbank Midden-Nederland 11 januari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:51). Dat betekent dat er vooralsnog vijf kinderhartcentra actief mogen blijven en dat de bal wederom bij de minister van VWS ligt.
In de toekomst zal steeds vaker sprake zijn van specialistische vormen van zorg. De noodzaak om deze zorgvormen op bepaalde locaties te concentreren zal mogelijk toenemen. Alleen door voldoende ervaring op te doen met deze zorgvormen kan de kwaliteit van zorg immers worden gewaarborgd. Gelet op het feit dat marktwerking het uitgangspunt is in het Nederlandse zorgstelsel is de bevoegdheid die de minister van VWS op grond van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (‘Wbmv’) heeft om in te grijpen een bijzonder instrument. In dit blog gaan wij nader in op het vergunningstelsel dat voortvloeit uit de Wbmv.
In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit derde blog bespreken we (de relevantie van) de dossierplicht, het beroepsgeheim en de (on)mogelijkheden van gegevensuitwisseling tussen het ziekenhuis en de shop-in-shop.
In PensioenPost #6 wordt de recente uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage besproken, waarbij een exhibitievordering tegen de Staat werd afgewezen. Het betrof het verzoek om afschriften van adviezen van de landsadvocaat over de uitvoerbaarheid en juridische haalbaarheid van de Wet toekomst pensioenen. Deze zaak illustreert de voortdurende afweging tussen transparantie en vertrouwelijkheid in het openbaar maken van overheidsinformatie.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.