1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Artikel 7a Elektriciteitswet 1998, het experiment

Artikel 7a Elektriciteitswet 1998, het experiment

Innovatieve concepten zijn nodig om het huidige streven van het kabinet te kunnen realiseren; in 2020 moet 16% van de opgewekte energie duurzaam zijn. Omdat innovatie vaak inhoudt dat er vooruit wordt gelopen op de huidige markt, wil het nog wel eens zo zijn dat de huidige wetgeving, meer in het bijzonder de Elektriciteitswet, deze innovatieve concepten in de weg kan staan. Aan de hand van het amendement Van der Werf en Leegte (Kamerstukken II 2011-2012, nr. 20) wordt aan dit probleem tegemoe...
Leestijd 
Auteur artikel Sebastiaan van de Kant (uit dienst)
Gepubliceerd 02 april 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Innovatieve concepten zijn nodig om het huidige streven van het kabinet te kunnen realiseren; in 2020 moet 16% van de opgewekte energie duurzaam zijn. Omdat innovatie vaak inhoudt dat er vooruit wordt gelopen op de huidige markt, wil het nog wel eens zo zijn dat de huidige wetgeving, meer in het bijzonder de Elektriciteitswet, deze innovatieve concepten in de weg kan staan. Aan de hand van het amendement Van der Werf en Leegte (Kamerstukken II 2011-2012, nr. 20) wordt aan dit probleem tegemoetgekomen door een nieuw artikel 7a Elektriciteitswet.

Inleiding
Het nieuwe artikel 7a van de Elektriciteitswet bepaalt dat, bij algemene maatregel van bestuur, bij wege van experiment van de Elektriciteitswet kan worden afgeweken. Het experiment moet wel bijdragen aan de ontwikkeling op het gebied van de productie, het transport en de levering van decentraal opgewekte energie en moet passen binnen verantwoorde financiële kaders van het Rijk. Het idee is namelijk dat uiteindelijk experimenten er toe kunnen leiden dat duidelijk wordt dat voor bepaalde situaties een structurele wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet wenselijk is. De experimenten zullen hiervoor nuttige informatie kunnen opleveren, juist omdat op basis van de voorgestelde artikelen buiten de bestaande wettelijke kaders kan worden geëxperimenteerd.
De algemene maatregel van bestuur bepaalt welke afwijkingen van de Elektriciteitswet zijn toegestaan, voor welke categorieën afnemers de afwijkingen gelden en voor hoelang de afwijking is toegestaan. Uit de toelichting bij dit artikel blijkt dat de experimenten een breed scala aan onderwerpen uit de Elektriciteitswet kunnen betreffen en zeer verstrekkend kunnen zijn. Binnen de kaders van artikel 7a is zodoende niets uitgesloten.

Voorbeeld
Wanneer een lokaal initiatief zelf opgewekte energie wilt distribueren via een zelf aan te leggen elektriciteitsnet dient het ontheffing van de verplichting tot aanwijzen van een netbeheerder te verzoeken.
Ten aanzien van afnemers op een ontheven net, kan de exploitant van dat net in beginsel ook optreden als energieleverancier, mits hij, voor zover het kleinverbruikers betreft, een leveringsvergunning heeft. Een voorwaarde om een leveringsvergunning te kunnen krijgen is echter dat de leverancier zorg draagt voor levering aan iedere kleinverbruiker die daarom verzoekt, dus ook aan kleinverbruikers buiten het lokale project. Dit heeft tot gevolg dat de combinatie van lokaal netbeheer en lokale levering veelal niet haalbaar is. Door de invoering van artikel 7a wordt voorzien in de mogelijkheid om hierin verandering te brengen: bij algemene maatregel van bestuur kan mogelijk gemaakt worden bij wege van experiment af te wijken van de voor deze situatie relevante bepalingen uit de Elektriciteitswet 1998.

Beperking artikel 7a
Ook uit de crisis- en herstelwet blijkt dat er kan worden afgeweken van bepalingen uit de Elektriciteitswet mits het experiment bijdraagt aan innovatieve ontwikkelingen en voldoende aannemelijk is dat uitvoering ervan bijdraagt aan het bestrijden van de economische crisis en aan de duurzaamheid. Daarbij is in artikel 2.4 lid 1 van de crisis- en herstelwet expliciet opgenomen dat enkel van de Elektriciteitswet kan worden afgeweken ‘voor zover dat geen gevolgen heeft voor de opbrengst van de energiebelasting, bedoeld in de Wet belastingen op milieugrondslag’.

Op dit moment zijn er een achttal experimenten bezig onder de titel: “Projecten Klimaatneutrale Steden”. De steden die meedoen zijn Amsterdam Zuid, Breda, Heerhugowaard, Lochem, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Wageningen.