1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beleidsregels WNT 2018: de wijzigingen per 1 januari a.s.

Beleidsregels WNT 2018: de wijzigingen per 1 januari a.s.

In dit artikel beschreef ik de Evaluatiewet WNT en de belangrijkste wijzigingen per 1 juli 2017. Inmiddels worden er per 1 januari 2018 wederom wijzigingen van de Wet normering Topinkomens (WNT) doorgevoerd, welke ik in dit artikel zal toelichten. Hierbij richt ik mij met name op de wijzigingen in de Beleidsregels, maar zal ik ook kort ingaan op de overige wijzigingen.Transitievergoeding valt onder uitkering wegens beëindiging dienstverband bij vaststellingsovereenkomstIn artikel 10b van de B...
Leestijd 
Auteur artikel Annelinde Janssen
Gepubliceerd 15 december 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In dit artikel beschreef ik de Evaluatiewet WNT en de belangrijkste wijzigingen per 1 juli 2017. Inmiddels worden er per 1 januari 2018 wederom wijzigingen van de Wet normering Topinkomens (WNT) doorgevoerd, welke ik in dit artikel zal toelichten. Hierbij richt ik mij met name op de wijzigingen in de Beleidsregels, maar zal ik ook kort ingaan op de overige wijzigingen.

Transitievergoeding valt onder uitkering wegens beëindiging dienstverband bij vaststellingsovereenkomst

In artikel 10b van de Beleidsregels WNT 2018 is verduidelijkt dat enkel sprake kan zijn van een cumulatie van de transitievergoeding en een contractuele uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, voor zover de transitievergoeding rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een wettelijk voorschrift. Dit betekent dat enkel bij een beëindiging door middel van opzegging door de werkgever of door ontbinding de topfunctionaris op grond van artikel 7:673 BW aanspraak kan maken op een transitievergoeding. Indien in een vaststellingsovereenkomst een transitievergoeding wordt overeengekomen, dan valt deze onder het maximum voor een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, zoals in artikel 2.10 WNT is omschreven. De transitievergoeding en een contractuele vergoeding tezamen mogen in dat geval niet meer bedragen van € 75.000,-. Door de arbeidsovereenkomst op te zeggen met instemming van de werknemer (op grond van artikel 7:671 BW kan de topfunctionaris wel aanspraak maken op de wettelijke transitievergoeding uit artikel 7:673 BW en de contractueel overeengekomen vergoeding van maximaal € 75.000,-, nu de transitievergoeding dan rechtstreeks voortvloeit uit een wettelijk voorschrift.

Overgangsrecht

In de artikelen 11 en 11a Beleidsregels WNT 2018 zijn nieuwe regelingen toegevoegd met betrekking tot het overgangsrecht. Allereerst zijn de verhogingen van bezoldigingscomponenten die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst ruimer geworden. Ook verhogingen van bezoldigingscomponenten die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst of van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden zijn toegestaan. Het overgangsrecht is dan ook van toepassing op deze verhoging.

Daarnaast is er een nieuw artikel 11a Beleidsregels WNT 2018, welke ziet op het startpunt van afbouw van het overgangsrecht bij een vrijwillige wijziging van de bezoldiging. Met dit artikel wordt beoogd de mogelijk nadelige gevolgen van een vrijwillige wijziging van de bezoldiging (een verlaging van de bezoldiging) tegen te gaan. Dit betekent dat de topfunctionaris die vrijwillig een verlaging overeenkwam, niet wordt gekort in de bezoldiging door de afbouwregeling. De afbouw begint dan ook niet op de gewijzigde bezoldigingsnorm, maar op de bezoldiging waarop zij eerder recht hadden. Hierbij wordt gekeken naar de hoogste bezoldiging in de afgelopen vijf jaren voorafgaand aan het eerste afbouwjaar, ofwel de hoogste bezoldiging in de periode tot en met het jaar voorafgaand aan de aanvang van het overgangsrecht.

Overige wijzigingen

Het begrip ‘gewezen topfunctionaris’ uit artikel 6 Beleidsregels WNT 2017 bij inwerkingtreding Evaluatiewet WNT komt te vervallen. Een topfunctionaris die tenminste twaalf maanden een topfunctie heeft vervuld en vervolgens een niet-topfunctie gaat vervullen bij dezelfde instelling blijft nog vier jaar aangemerkt als topfunctionaris (artikel 1.1, onderdeel b sub 6 WNT).

Er komt een anticumulatiebepaling in artikel 1.6a WNT welke inhoudt dat de totale bezoldiging uit functies als leidinggevende topfunctionaris bij verschillende WNT-instellingen niet boven het algemeen bezoldigingsmaximum mogen uitkomen, tenzij voor de betreffende topfunctionaris een uitzondering geldt op grond van artikel 2.4 of 2.5 WNT, ofwel een sectoraal bezoldigingsmaximum.

De administratieve lasten voor WNT-instellingen worden verminderd. Zo wordt de openbaarmakingsverplichting van bezoldigingsgegevens niet langer bij wet, maar in de Uitvoeringsregeling WNT geregeld en hoeven bezoldigingen onder de € 1.500,- niet meer te worden vermeld. Daarnaast kan een WNT-instelling die zowel op grond van artikel 2:383 BW en verder als de WNT verplicht zijn bezoldigingsgegevens openbaar te maken ervoor kiezen om de BW-verantwoording achterwege te laten (artikel 4.2 WNT). Tot slot is de algemene digitale meldplicht vervallen (artikel 4.1 lid 5 WNT) en is een WNT-instelling per 1 januari verplicht de WNT-verantwoording openbaar toegankelijk op internet te publiceren voor een periode van tenminste zeven jaar (als onderdeel van de jaarrekening of als apart document).

Het bezoldigingsmaximum wordt per 1 januari 2018 verhoogd naar € 187.000,-.

Mocht u vragen hebben over de wijzigingen per 1 januari 2018, dan kunt u contact opnemen met Henk Hoving (hoving@dirkzwager.nl) of Annelinde Janssen (a.janssen@dirkzwager.nl).