Het betreft advertenties voor een bankstel in een krant, waarin de adverteerder melding maakt van de volgende actie: "Koop nú uw bank en betaal géén BTW!" respectievelijk voor een auto: "Joris koopt deze maand ook een auto maar dan tegen 0% BTW en 0% rente”.
Geklaagd wordt dat iedere particulier op grond van de Wet op de omzetbelasting over zijn aankopen verplicht btw moet betalen, terwijl in de reclame-uiting ook geen verwijzing staat dat het eigenlijk gaat om een korting van 21%. De belastingwetgeving biedt ondernemers immers ook niet de mogelijkheid om producten te verkopen zonder dat BTW wordt berekend. In werkelijkheid gaat het dus om advertenties waarbij de prijs zodanig verlaagd is, dat een nieuwe “kale” prijs is ontstaan die met de belastingen die daarover worden berekend gelijk is aan de oude prijs zonder BTW, aldus de klachten.
Hoe luidt het oordeel over deze reclames?
Ten aanzien van beide mededelingen "betaal géén BTW!" en “0% btw” wordt geoordeeld dat deze feitelijk niet juist zijn, nu wel degelijk het gebruikelijke percentage btw is verschuldigd bij de aanschaf van de aangeprezen producten. Echter, de consument wordt geacht bekend te zijn met het feit dat men over de (nieuw)prijs altijd BTW verschuldigd is:
"De gemiddelde consument, waaronder pleegt te worden verstaan de gemiddeld geïnformeerde omzichtige en oplettende gewone consument, mag bekend verondersteld worden met het feit dat men over de nieuwprijs van een auto BTW verschuldigd is. Ook mag bij ondernemers bekend verondersteld worden dat als zij een auto aanschaffen voor zakelijk gebruik de BTW kan worden teruggevorderd. Appellant stelt evenwel dat de reclame ook bij minder dan gemiddeld geïnformeerde consumenten geen misverstand mag wekken. In hetgeen appellant aldus aanvoert, kan echter geen aanleiding worden gevonden om af te wijken van de maatstaf van de hiervoor bedoelde gemiddeld geïnformeerde consument. In de Nederlandse Reclame Code is vastgelegd dat dit de toepasselijke maatman is. De reclame is voorts gericht op een algemeen publiek en niet op een specifieke doelgroep, zodat dient te worden aangesloten bij de verwachtingen van de “gewone” gemiddelde consument."
Waar dit oordeel zich nog specifiek op auto-reclames lijkt te zijn toegesneden, geeft het oordeel over de reclame van het bankstel adverteerds nog meer ruimte:
"Uitgaande van evenwel het feit dat de gemiddelde consument bekend is met het gegeven dat over de nieuwprijs van zaken altijd btw verschuldigd is, zal deze consument ee reclame-uiting die inhoudt dat men geen btw verschuldigd is aldus begrijpe dat sprake is van een bijzondere kortingsactie waarbij korting wordt gegeven ter waarde van het btw-bedrag. Naar het oordeel van het college zijn acties waarbij een adverteerder oder uitdrukkelijke verwijzing vaan de verschuldigde btw korting aanbiedt, inmiddels ook algemeen bekend
Bij eerstgenoemd oordeel zal meegespeeld hebben dat de mededelingen worden gedaan in het kader van (voordeel)acties, en de gemiddelde consument deze dus zal begrijpen als een korting gerelateerd aan de hoogte van de BTW. Bij de 0% BTW actie was op de website en onderaan de advertenties bovendien een toelichting gegeven waaruit duidelijk blijkt dat de aanbieding eruit bestaat dat adverteerder de BTW “betaalt” ofwel een aan de BTW gerelateerde korting op de prijs van de auto geeft. (Niet werd gesuggereerd dat de fiscus in het kader van deze actie tijdelijk zou afzien van de BTW.)
Deze uitspraken laten zien dat dit soort BTW-acties in beginsel niet strijdig zijn met de geldende reclame-regels, temeer niet indien er een toelichting bij de advertentie wordt vermeld met een uitleg over de (voorwaarden van) de actie en de gemiddelde consument dus voldoende geïnformeerd daarover.
Joost Becker, advocaat reclamerecht
