Bevoegdheid vordering tot vernietiging van een vennootschappelijk besluit

8 december 2010
In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (25 augustus 2010, JOR 2010/301) kwam de vraag aan de orde wie bevoegd zijn tot het instellen van een vordering tot vernietiging van een (vennootschappelijk) besluit (art. 2:15 BW). Eisers in deze zaak waren houders van niet bewilligde certificaten en ze wilden met een beroep op de redelijkheid en billijkheid die door 2:8 BW wordt geëist een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders te vernietigen. Waren eisers gerechtigd tot h...
In dit artikel
In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (25 augustus 2010, JOR 2010/301) kwam de vraag aan de orde wie bevoegd zijn tot het instellen van een vordering tot vernietiging van een (vennootschappelijk) besluit (art. 2:15 BW). Eisers in deze zaak waren houders van niet bewilligde certificaten en ze wilden met een beroep op de redelijkheid en billijkheid die door 2:8 BW wordt geëist een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders te vernietigen. Waren eisers gerechtigd tot het instellen van deze vordering?

Voorop staat dat niet iedereen een beroep kan doen op vernietiging op grond van art. 2:8 BW. Art. 2:8 BW bepaalt dat de rechtspersoon zelf alsmede ‘degenen die krachtens de wet en de statuten bij de organisatie zijn betrokken’ (ook wel institutioneel betrokkenen genoemd) een dergelijk beroep toekomt. Hierbij kan gedacht worden aan bestuurders, commissarissen, aandeelhouders, maar ook houders van certificaten waaraan de vennootschap medewerking heeft verleend. In deze zaak waren certificaten uitgegeven terwijl in de statuten is bepaald dat de vennootschap geen medewerking verleent aan de uitgifte van certificaten, zodat het ging om niet bewilligde certificaten.

De rechter oordeelde dat houders van niet bewilligde certificaten niet behoren tot de kring van personen die krachtens wet en statuten bij de organisatie van de vennootschap behoren, zodat zij geen redelijk belang hadden bij een vernietiging op grond van strijd met art. 2:8 BW. De vordering van de eisers tot vernietiging van het besluit werd dan ook door de rechter afgewezen.

Gerelateerd

Certificering van aandelen: zo maakt u als DGA uw onderneming toekomstbestendig

Iedere DGA stelt zich vroeg of laat de vraag: “hoe ziet de toekomst van mijn onderneming eruit wanneer ik een stap terugdoe of als ik er onverhoopt niet meer...

Tijdig starten met bedrijfsopvolging: het belang van een gestructureerd tijdspad voor de BOR

Veel DGA’s schuiven bedrijfsopvolging voor zich uit. Begrijpelijk, want de dagelijkse bedrijfsvoering vraagt al genoeg aandacht. Het gevaar is echter dat de...

Wet Vifo & Wet weerbaarheid defensie: impact op doelondernemingen

Door toenemende geopolitieke spanningen hebben de NAVO-landen eerder dit jaar ingestemd met een nieuwe NAVO-norm van 5% van het BBP. De Nederlandse defensie-...
Defensie en veiligheid - beveiligingscamera

Defensie & Veiligheid: investeren, innoveren en beschermen

Door toenemende geopolitieke spanningen hebben de NAVO landen recentelijk ingestemd met een nieuwe NAVO norm van 5% van het BBP. De Nederlandse defensie- en...
Veiligheid en defensie

Defensie & Veiligheid: financieringsmogelijkheden van het SecFund

In verband met de toenemende geopolitieke spanningen is men het eens dat meer geld moet worden geïnvesteerd in de defensie-industrie. In lijn daarmee stemden...

Onrechtmatige beëindiging duurovereenkomst

In drie eerdere artikelen schreef mijn collega Selma van Ramele al over de duurovereenkomst en de (on)mogelijkheid tot opzegging van een dergelijke...
No posts found