Door invoering van de gedifferentieerde WGA- en ZW-premie hebben werkgevers een financiële prikkel gekregen om te streven naar preventie en re-integratie van de zgn. “vangnetters”.
Die financiële prikkel – de gedifferentieerde premie – is voor (middel)grote werkgevers (mede) afhankelijk van de schadelast die de onderneming twee jaar voor het premiejaar had. Doen de vangnetters vaker een beroep op de ZW of WGA, dan zien de betrokken werkgevers dat terug in hun premiebijdrage aan de Werkhervattingskas.
Het UWV is belast met het nemen van beslissingen over de toekenning of wijziging van een ZW- of WGA-uitkering. Gelet op het premiestelsel hebben (oud) werkgevers een financieel belang bij dergelijke beslissingen. Zij worden dan ook als belanghebbende aangemerkt en ontvangen over beslissingen tot toekenning of wijziging van de uitkeringen bericht van het UWV.
Omdat deze beslissingen voor middelgrote en grote werkgevers invloed hebben op de hoogte van de gedifferentieerde premie, is oplettendheid geboden en kan het raadzaam zijn bezwaar aan te tekenen tegen onjuiste toekenningsbeslissingen van het UWV.
Als sprake is van bezwaren van medische aard zullen deze bezwaren binnen een bezwaartermijn van twee weken kenbaar moeten worden gemaakt. De (oud) werkgever kan zich bijvoorbeeld verzetten tegen de aanname van het UWV dat de (oud) werknemer ziek uit dienst is gegaan of dat binnen vier weken na het einde van het dienstverband is geworden.
Voor bezwaren van niet medische aard geldt een gebruikelijke bezwaartermijn van zes weken. Heeft de (oud) werknemer door een eigen opzegging van de arbeidsovereenkomst, een ontslag op staande voet of een ontslag als gevolg van het niet voldoen aan zijn re-integratieverplichtingen benadelingshandelingen gepleegd, dan zou de (oud) werkgever zich op het standpunt kunnen stellen dat de uitkering ten onrechte is toegekend.
Een bijzondere groep vormen de zieke werklozen. Is de (oud) werknemer na het einde van het dienstverband WW-gerechtigd geworden en heeft hij zich vanuit de WW ziek gemeld, dan tellen deze ZW-lasten niet mee voor het bepalen van de premielasten van de middelgrote en grote werkgevers. Wanneer hieraan in de toekenningsbeslissing voorbij wordt gegaan, ligt bezwaar in de rede.
Uiteindelijk zal de belastingdienst een beslissing nemen over de hoogte van de (gedifferentieerde) premie. Het is voor werkgevers tevens belangrijk om te controleren of de door het UWV toegekende ZW- en WGA-uitkeringen op een juiste wijze aan de werkgever zijn toegerekend.
Meer weten over dit onderwerp?
Neemt u dan contact op met Cas Jacobs. Hij is bereikbaar op het telefoonnummer: 026 353 83 03 of per e-mail: jacobs@dirkzwager.nl
Bezwaar tegen toekenningsbeslissingen vangnetters
Door invoering van de gedifferentieerde WGA- en ZW-premie hebben werkgevers een financiële prikkel gekregen om te streven naar preventie en re-integratie van de zgn. “vangnetters”.Die financiële prikkel – de gedifferentieerde premie – is voor (middel)grote werkgevers (mede) afhankelijk van de schadelast die de onderneming twee jaar voor het premiejaar had. Doen de vangnetters vaker een beroep op de ZW of WGA, dan zien de betrokken werkgevers dat terug in hun premiebijdrage aan de Werkhervatti...
Leestijd
Auteur artikel
Cas Jacobs
Gepubliceerd
14 maart 2018
Laatst gewijzigd
16 april 2018