1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Een billijke vergoeding van € 10.000,00 voor gebruik seksueel verleden in ontslagprocedure

Een billijke vergoeding van € 10.000,00 voor gebruik seksueel verleden in ontslagprocedure

Een advocatenkantoor heeft in het kader van het ontslag van een secretaresse in 2015 door haar, op haar zakelijke e-mailadres, ontvangen seksueel getinte e-mails uit 2013 gebruikt. Dit leverde volgens het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch ernstig verwijtbaar handelen en een billijke vergoeding van € 10.000,00 op.Op 12 mei 2015 heeft een advocatenkantoor bij het UWV een ontslagvergunning aangevraagd voor een (parttime) secretaresse, gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. Hierbij werd afgeweke...
Leestijd 
Auteur artikel Marieke Hulstijn-Botter (uit dienst)
Gepubliceerd 12 februari 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018

Een advocatenkantoor heeft in het kader van het ontslag van een secretaresse in 2015 door haar, op haar zakelijke e-mailadres, ontvangen seksueel getinte e-mails uit 2013 gebruikt. Dit leverde volgens het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch ernstig verwijtbaar handelen en een billijke vergoeding van € 10.000,00 op.


Op 12 mei 2015 heeft een advocatenkantoor bij het UWV een ontslagvergunning aangevraagd voor een (parttime) secretaresse, gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. Hierbij werd afgeweken van het afspiegelingsbeginsel. De secretaresse stemde niet in met een hierop volgend beëindigingsvoorstel. In vervolggesprekken tussen het advocatenkantoor en de advocaat van de secretaresse, zijn enkele e-mails met een seksueel getinte inhoud overhandigd die in 2012 en 2013 aan de secretaresse waren verzonden op haar zakelijke e-mailadres door de persoon met wie zij destijds een buitenechtelijke relatie had. Het advocatenkantoor gaf aan dat zij deze e-mails zou inbrengen in de ontslagprocedure en hiermee wilde motiveren waarom het wenselijk was om af te wijken van het afspiegelingsbeginsel.


Vervolgens heeft het advocatenkantoor deze e-mails daadwerkelijk ingebracht in de ontslagprocedure bij het UWV. De vraag van het UWV of het advocatenkantoor de secretaresse een fulltime dienstverband had aangeboden (haar enige collega op de sectie werkte fulltime), werd door het advocatenkantoor ontkennend beantwoord en aangegeven werd dat er mede een bezwaar was gelegen in “een kwestie van integriteit. Begin 2013 is de werkgever namelijk gestuit op een misbruik van het e-mailaccount (…) Vooral bleek sprake te zijn van in hoge mate seksueel getinte e-mailwisseling met (…) Het is voor een advocatenkantoor volstrekt ongepast en onaanvaardbaar dat via de kantooraccount dergelijke contacten worden onderhouden en daar had destijds om die reden een ontslagmaatregel genomen kunnen worden.

Dat is dezerzijds toen nagelaten, maar dat laat onverlet dat een werkneemster met een dergelijke integriteitsbeleving niet kan functioneren als enige fulltime secretaresse.(…)”.


Het UWV weigerde uiteindelijk de toestemming om de arbeidsverhouding met de secretaresse op te zeggen. Vervolgens heeft de secretaresse de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden met toekenning van een billijke vergoeding. De kantonrechter ging over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar zag geen reden voor toekenning van een billijke vergoeding.


De secretaresse ging in hoger beroep en vroeg een billijke vergoeding van € 25.000,00. Het gerechtshof was van oordeel dat het advocatenkantoor ernstig verwijtbaar had gehandeld. De betreffende e-mails waren van enkele jaren eerder en het advocatenkantoor, die deze e-mails ook toen al kende, heeft daar destijds geen consequenties aan verbonden en de secretaresse was hierop destijds niet aangesproken. Het advocatenkantoor zou hebben geprobeerd de secretaresse op oneigenlijke gronden tot een regeling te bewegen (door haar met de betreffende e-mails te confronteren en haar in het vooruitzicht te stellen deze e-mails openbaar te maken). Door het handelen van het advocatenkantoor waren de verhoudingen zo ernstig geschaad dat voortzetting van de arbeidsrelatie niet meer mogelijk was. Het gerechtshof overwoog dat het dreigen met het inbrengen van deze e-mails in de procedure bij het UWV al kwalijk was, maar dat het daadwerkelijk inbrengen van deze e-mails het handelen van het advocatenkantoor extra verwijtbaar maakte.


Het gerechtshof meende dan ook dat de secretaresse naast de transitievergoeding, recht had op een billijke vergoeding. Gelet op alle omstandigheden en de mate waarin het advocatenkantoor ernstig verwijtbaar had gehandeld, stelde het gerechtshof de billijke vergoeding vast op een bedrag van € 10.000,00.


Mocht u benieuwd zijn naar andere reeds gewezen uitspraken over de billijke vergoeding, lees dan het artikel “De billijke vergoeding, slecht werkgeverschap bij ontslag loont.”