1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Fiscale beleidsprioriteiten kabinet-Rutte IV (februari 2022)

Fiscale beleidsprioriteiten van kabinet-Rutte IV (februari 2022)

Op 16 februari 2022 heeft het kabinet-Rutte IV door middel van een Kamerbrief met bijlage de beleidsprioriteiten op fiscaal gebied gepubliceerd. Dit volgt uit het eerder gesloten coalitieakkoord naar aanleiding van de kabinetsformatie. In dit artikel wordt een aantal relevante beleidsprioriteiten op een rij gezet en toegelicht.
Leestijd 
Auteur artikel Lex van Noordenburg
Gepubliceerd 21 februari 2022
Laatst gewijzigd 21 februari 2022

Op 16 december 2021 hebben wij in ons artikel de belangrijkste fiscale beleidsmaatregelen op basis van het coalitieakkoord voor het kabinet-Rutte IV opgenomen. Het kabinet heeft op 16 februari 2022 in een Kamerbrief met bijlage aan de Tweede Kamer meer gedetailleerd weergegeven welke beleidsprioriteiten er op fiscaal gebied zijn. Een aantal relevante punten wordt hieronder kort toegelicht.

1. Energie-investeringsaftrek (EIA) en Milieu-investeringsaftrek (MIA)

De budgetten van beide regelingen zullen worden verhoogd. Hiervoor is geen aanvullende wetgeving nodig.

2. Bedrijfsopvolging

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord aangegeven de fiscale faciliteiten voor bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting te willen verbeteren, vereenvoudigen en tegelijk ook maatregelen te willen treffen om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Dit zal plaatsvinden via een zelfstandig wetgevingstraject. Een voorstel tot wijziging van wetgeving wordt in 2023 verwacht met een uitwijkmogelijkheid naar het Belastingplan 2024.

3. Ondernemingen en arbeid

  • De afschaffing van de middelingsregeling, de verlaging van de zelfstandigenaftrek zullen worden meegenomen in het Belastingplan 2023.
  • De uitfasering van de inkomensafhankelijk combinatiekorting zal worden opgenomen in het Belastingplan 2023 of 2024, dan wel de Fiscale Verzamelwet 2024.
  • Internationale en Europese regelingen, zoals een CFC-maatregel (Controlled Foreign Company) met specifieke misbruikbepalingen met als doel inkomsten van fiscaal (te) laagbelaste entiteiten in het buitenland in de Nederlandse belastingheffing te betrekken en de invoering van een wereldwijd minimum winstbelastingtarief van 15% alsmede maatregelen tot het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag (Pillar-II) worden meegenomen in het Belastingplan 2023.
  • De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding komt in het Belastingplan 2024 of de Fiscale Verzamelwet 2024.
  • De verhoging van het maximale leenbedrag voor DGA's (en familie) en hun BV's van €500.000 naar €700.000 maakt onderdeel uit van het lopende wetgevingstraject dat per 1 januari 2023 moet ingaan. De toetsing aan deze grens vindt volgens het eerdere wetsvoorstel voor het eerst plaats op 31 december 2023.

4. Belastingheffing op vermogen

  • In het derde kwartaal 2022 zal een wetsvoorstel (spoedwetgeving) worden ingediend - eventueel als onderdeel van het Belastingpakket 2023 - ter reparatie van box 3 naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. 

  • Er komt een afzonderlijk wetgevingstraject voor de invoering van een belastingheffing naar het werkelijk rendement op vermogen in box 3. Deze wetgeving zal naar verwachting niet eerder ingaan dan 2025.

In het Belastingpakket 2023 zullen in ieder geval de volgende maatregelen worden meegenomen.

  • De afschaffing per 1 januari 2023 van de zogenoemde leeg-waarde-ratio. Dit is de afslag in de waardering van bepaalde verhuurde en verpachte woningen in box 3. U doet er verstandig aan al in de loop van 2022 te onderzoeken wat dit voor u kan betekenen en welke maatregelen (eventueel) genomen kunnen worden.
  • De verhoging van het heffingsvrij vermogen in box 3.
  • De afschaffing van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning van maximaal € 106.671 (vrijstelling 2022) per 1 januari 2024.
  • De verhoging van het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting van 8% naar 9%.

5. Kwalificatie (buitenlandse) rechtsvormen

Op 29 maart 2021 is een consultatiedocument gepubliceerd door het ministerie van Financiën over de aanpassing van het fiscale regime voor de Commanditaire Vennootschap (CV), het Fonds voor Gemene rekening (FGR) en andere vergelijkbare buitenlandse vennootschappen. Hierin wordt voorgesteld om het toestemmingsvereiste voor de CV en het FGR af te schaffen, het open FGR te herdefiniëren in de wet en een aanvullende methode op te nemen voor de fiscale kwalificatie van buitenlandse vennootschappen. De open CV zou daardoor als zelfstandig belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting verdwijnen. Zie hiervoor ons artikel. Het kabinet had eerder het voornemen in dit verband een wetsvoorstel in te dienen in de winter van 2021-2022. Volgens de lijst met beleidsprioriteiten is een wetsvoorstel nu niet eerder te verwachten dan in het derde kwartaal van 2023. Hierdoor blijven rechtsfiguren als de open CV en open FGR in bestaande structuren op basis van de huidige wetgeving voor de korte termijn bruikbaar. Voor nieuw op te zetten structuren voor onder andere vastgoedinvesteringen en privacybescherming zal het verstandig zijn (ook) naar alternatieven te kijken.

Neem gerust contact op met een van onze fiscalisten als u vragen of opmerkingen heeft.