1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Frauduleus verkregen E 101-verklaring: mogen rechterlijke instanties deze socialezekerheidsverklaring buiten toepassing laten?

Frauduleus verkregen E 101-verklaring: mogen rechterlijke instanties deze socialezekerheidsverklaring buiten toepassing laten?

Een werkgever moet premies sociale verzekeringen voor zijn of haar werknemers inhouden en afdragen aan het UWV. Deze premies hoeft de werkgever niet te voldoen voor grensoverschrijdende werknemers die sociaal verzekerd zijn in een ander Europees land dan Nederland, in een EER-land of in Zwitserland. Indien de werknemer in een ander land sociaal verzekerd is kan de werknemer een E 101-verklaring aanvragen. Een afschrift van deze verklaring moet de werkgever in zijn administratie bewaren.Volgen...
Leestijd 
Auteur artikel Jaleesa van den Hof
Gepubliceerd 10 november 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een werkgever moet premies sociale verzekeringen voor zijn of haar werknemers inhouden en afdragen aan het UWV. Deze premies hoeft de werkgever niet te voldoen voor grensoverschrijdende werknemers die sociaal verzekerd zijn in een ander Europees land dan Nederland, in een EER-land of in Zwitserland. Indien de werknemer in een ander land sociaal verzekerd is kan de werknemer een E 101-verklaring aanvragen. Een afschrift van deze verklaring moet de werkgever in zijn administratie bewaren.Volgens rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie is een E 101-verklaring bindend voor Europese lidstaten. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een rechterlijke instantie niet bevoegd is de geldigheid van de verklaring na te gaan zolang de verklaring niet is ingetrokken of ongeldig is verklaard. Naar aanleiding van een geschil in België heeft het Belgische Hof van Cassatie nu de vraag aan het Hof van Justitie gesteld of een dergelijke verklaring ook bindend is als de rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat sprake is van fraude.

Casus

De Belgische Sociale Inspectie heeft een onderzoek gevoerd naar een Belgische onderneming actief in de bouwsector. Deze onderneming had nauwelijks personeel in dienst, alle arbeid was uitbesteed aan Bulgaarse ondernemingen. De Bulgaarse onderneming detacheerden op haar beurt werknemers naar België om in onderaanneming te werken voor de Belgische onderneming. Aangezien deze werknemers waren aangesloten bij het Bulgaarse socialezekerheidsstelsel en in het bezit waren van E 101-verklaringen, werden in België geen premies sociale verzekering afgedragen. De Belgische autoriteiten hebben, onder andere wegens het feit dat de verantwoordelijke ondernemingen verzuimd hebben de werknemers te onderwerpen aan de Belgische rijksdienst voor sociale zekerheid, juridische stappen ondernomen.

De correctionele rechtbank Limburg, afdeling Hasselt (België) heeft in het nadeel van de Belgische autoriteiten geoordeeld: “de tewerkstelling van de Bulgaarse werknemers volledig gedekt is door de tot op heden nog steeds regelmatig en rechtmatig afgeleverd E 101/A1-formulieren”. Hiertegen zijn de Belgische autoriteiten succesvol in hoger beroep gegaan, het Hof van Beroep Antwerpen heeft namelijk vastgesteld dat: “de ingeroepen E 101-verklaringen op frauduleuze wijze werden verkregen via een voorstelling van feiten die niet met de werkelijkheid overeenstemde, met het oog op het ontduiken van de voorwaarden die in de communautaire regelgeving aan de detachering worden gesteld en aldus een voordeel te ontvangen dat zij niet zouden hebben verkregen zonder deze fraudeconstructie”.

Tegen het oordeel van het Hof van Beroep is cassatieberoep ingesteld bij het Hof van Cassatie. Nu uit vaste jurisprudentie blijkt dat een E 101-verklaring bindend is voor Europese lidstaten, heerst bij het Cassatiehof de vraag of een rechtelijke instantie een E 101-verklaring al dan niet kan vernietigen of buiten beschouwing kan laten indien haar blijkt dat die verklaring op frauduleuze wijze is verkregen.   Het Cassatiehof heeft deze vraag ter beoordeling voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Conclusie AG

Op 9 november 2017 heeft advocaat-generaal Saugmandsgraad van het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn conclusie in deze kwestie bekend gemaakt. Hij is van mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat een E 101-verklaring te allen tijde bindend is. De E 101-verklaring is naar zijn mening niet bindend als er fraude is gepleegd bij het verkrijgen van de verklaring, bijvoorbeeld als opzettelijk verborgen is gehouden dat niet is voldaan aan de voorwaarden. Hij adviseert het Hof dan ook om te oordelen dat een rechterlijke instantie in dergelijke gevallen een E 101-verklaring buiten toepassing mag laten. Enig ander resultaat is volgens de advocaat-generaal onaanvaardbaar.

Conclusie

De conclusie van de advocaat-generaal kan verstrekkende gevolgen hebben. Waar een E 101-verklaring voorheen te allen tijde bindend was voor lidstaten en dus veel zekerheid bood, kan als gevolg wordt gegeven aan het advies onder omstandigheden een dergelijke verklaring buiten toepassing worden gelaten. Deze gevolgen zullen ook van toepassing zijn op Nederland. Een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie is immers bindend voor alle Europese lidstaten.

De advocaat-generaal heeft zijn conclusie uitgebracht en de beraadslaging van de rechters kan nu beginnen. De rechters zijn uiteindelijk vrij om op een wijze dat hen goeddunkt arrest te wijzen. Zodra het Hof van Justitie arrest heeft gewezen over deze kwestie informeren wij u hier uiteraard over!