1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het belang van zorgaanbieders bij pgb-beschikkingen

Het belang van zorgaanbieders bij pgb-beschikkingen

Binnen het bestuursrechtelijk gezondheidsrecht luisteren de regels nauw. Belanghebbenden moeten tijdig bezwaar aantekenen tegen bestuursrechtelijke besluiten indien zij het niet met die besluiten eens zijn. Besluiten krijgen immers na zes weken formele rechtskracht waardoor het niet meer mogelijk is tegen die besluiten op te komen. Wie als belanghebbende kan worden aangemerkt en vanaf welk moment de bezwaartermijn gaat lopen zijn in dit kader belangrijke vragen. Een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland illustreert hoe belangrijk het is om, ook in het sociaal domein, een goede basiskennis van het bestuursprocesrecht te hebben.
Leestijd 
Auteur artikel Ralph Tak
Gepubliceerd 30 september 2021
Laatst gewijzigd 30 september 2021

Waar gaat de zaak over?

In deze zaak had de gemeente Hoogeveen elf beschikkingen aan cliënten herzien waarin persoonsgebonden budgetten waren toegekend voor beschermd wonen of begeleiding. De herziening ging gepaard met de voorwaarde dat de betreffende cliënten niet langer zorg mochten inkopen bij de zorgaanbieder waarop zij op dat moment in behandeling waren. Gemeenten doen dit vaker, bijvoorbeeld als zij van mening zijn dat de kwaliteit van de zorg niet voldoet aan de daarvoor geldende maatstaven. De beschikkingen van de gemeente Hoogeveen dateren van 15 juli 2017. De zorgaanbieder heeft op 19 april 2019 tegen deze beschikkingen bezwaar aangetekend. De rechtbank zag zich, nu de bezwaartermijn van zes weken ruimschoots was overschreden, genoodzaakt uit te laten over de ontvankelijkheid van de zorgaanbieder. In dat kader overwoog de rechtbank als volgt.

 

Belanghebbende

Hoewel zorgaanbieders zelf geen geadresseerde zijn van pgb-beschikkingen, deze richten zich immers tot de cliënten, kunnen zij wél als belanghebbende worden aangemerkt bij die besluiten. Zorgaanbieders hebben een rechtstreeks belang bij de eerdergenoemde beschikkingen omdat de gestelde voorwaarde dat het pgb niet bij hun mag worden besteed, directe financiële gevolgen heeft, die niet uitsluitend voortvloeien uit de contractuele relatie die zij met deze cliënten hebben. Dit is inmiddels vaste rechtspraak. Belanghebbenden zijn ontvankelijk in hun bezwaren tegen beschikkingen, mits zij op tijd bezwaar aantekenen. De vraag die hieruit voortvloeit is wanneer deze termijn dan begint te lopen.

 

Termijnoverschrijding verschoonbaar?

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De bekendmaking van beschikkingen geschiedt door toezending of uitreiking aan hen. In het voorliggende geval had de zorgaanbieder bijna twee jaar na de bekendmaking van de besluiten aan de cliënten, bezwaar gemaakt. Om die reden was de zorgaanbieder volgens de gemeente niet-ontvankelijk in haar bezwaren. 

 

De zorgaanbieder heeft zich hiertegen verzet bij de bestuursrechter en heeft in beroep aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De pgb-beschikkingen zijn volgens de zorgaanbieder niet overeenkomstig de voorgeschreven wijze bekendgemaakt waarmee de bezwaartermijn van zes weken niet jegens haar zou zijn aangevangen. De pgb-beschikkingen zijn immers nooit aan haar uitgereikt, alleen aan de cliënten. De rechtbank volgt de zorgaanbieder echter niet in dit standpunt. Volgens de rechtbank behoort het ‘tot de eigen verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om tegen een hem onwelgevallig besluit’ tijdig bezwaar te maken. Bovendien, zo blijkt, was de zorgaanbieder al op de hoogte van de gewraakte besluiten. Het bestaan van die besluiten was in een eerder overleg tussen de gemeente en de zorgaanbieder meegedeeld en bovendien was een van de pgb-beschikkingen eerder als voorbeeld met de zorgaanbieder gedeeld. Desondanks heeft de zorgaanbieder toen niet reeds bezwaar gemaakt. Om die reden vangt de zorgaanbieder thans ook in beroep bot bij de bestuursrechter.