1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het Regeerakkoord: Payrolling en nulurencontracten

Het Regeerakkoord: Payrolling en nulurencontracten

Het nieuwe kabinet kondigt de nodige maatregelen aan die effect hebben op hoe organisaties hun behoefte aan flexibel personeel kunnen organiseren. Door het nieuwe kabinet wordt gezocht naar een balans tussen vast en flexibel werk. De regelgeving omtrent payrolling en nulurencontracten is in dit regeerakkoord dan ook  een punt van aandacht.Payrolling In het regeerakkoord is benadrukt dat voorkomen moet worden dat de verschillende vormen van flexibele arbeid benut worden om te concurreren op ar...
Leestijd 
Auteur artikel Maaike de Jonge
Gepubliceerd 11 oktober 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het nieuwe kabinet kondigt de nodige maatregelen aan die effect hebben op hoe organisaties hun behoefte aan flexibel personeel kunnen organiseren. Door het nieuwe kabinet wordt gezocht naar een balans tussen vast en flexibel werk. De regelgeving omtrent payrolling en nulurencontracten is in dit regeerakkoord dan ook  een punt van aandacht.

Payrolling

In het regeerakkoord is benadrukt dat voorkomen moet worden dat de verschillende vormen van flexibele arbeid benut worden om te concurreren op arbeidsvoorwaarden of leiden tot excessen waarbij de flexibiliteit voor de werk- of opdrachtgever ten koste gaat van de arbeidsmarktkansen van de werkenden. Payrolling blijft wel mogelijk, maar wordt zodanig vormgegeven dat het een instrument is voor het “ontzorgen van werkgevers” en niet voor concurrentie op de arbeidsvoorwaarden.

De mogelijkheden voor payrolling zullen worden beperkt en het inhuren van personeel via payrollconstructies zal minder aantrekkelijk worden gemaakt.

Het kabinet komt met een wetsvoorstel waarin:

  • het soepeler arbeidsrechtelijk regime van de uitzendovereenkomst buiten toepassing wordt verklaard;

  • werknemers qua (primaire en secundaire) arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten worden behandeld met werknemers bij de inlener;

  • en de definitie van de uitzendovereenkomst ongemoeid blijft.


Ten aanzien van de eerste en laatste wijziging lijkt het er op dat er een einde wordt gemaakt aan de (recent) gewezen jurisprudentie omtrent payroll en uitzendovereenkomsten. Door de Hoge Raad is op 4 november 2016 bepaald dat voor het bestaan van een uitzendovereenkomst het niet van belang is dat de uitzendwerkgever zich daadwerkelijk bezighoudt met het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten op de arbeidsmarkt (de allocatiefunctie). Enkel en alleen het feit dat een werkgever zijn werknemer bedrijfsmatig ter beschikking stelt aan een derde om onder leiding en toezicht van die derde arbeid te verrichten, maakt dat er sprake is van een uitzendovereenkomst. Payrollovereenkomsten vallen ook onder deze definitie.

Met de voorgenomen wijzigingen lijkt afstand te worden genomen van de uitspraak van de Hoge Raad, doordat het arbeidsrechtelijke regime van de uitzendovereenkomst buiten toepassing wordt verklaard ten aanzien van payrolling en de definitie van de uitzendovereenkomst ongemoeid blijft.

Uitzendkrachten

Daarnaast wil het nieuwe kabinet uitzendkrachten meer rechten geven op het gebied van sociale zekerheid. Dit zal uitzendkrachten duurder maken voor inlenende bedrijven.

Wat dit precies inhoudt en wat de financiële gevolgen voor de werkgever zullen zijn, is nog niet duidelijk.

Nulurencontracten

Ten aanzien van de nulurencontracten, wordt door het nieuwe kabinet vooropgesteld dat zij wil voorkomen dat bij nulurencontracten sprake is van permanente beschikbaarheid, terwijl de aard van de werkzaamheden dat niet vereist. Op dit moment is de oproepkracht met een nulurencontract verplicht om aan de oproep van zijn werkgever gehoor te geven. In beginsel kan de oproepkracht deze oproep alleen weigeren indien daarvoor een gegronde reden bestaat.

In veel sectoren zijn over de beschikbaarheid goede afspraken gemaakt, maar in andere sectoren is dit nog niet het geval. Er is sprake van ongewenste situaties, waarbij nodeloze beschikbaarheid ook ten koste gaat van de mogelijkheden voor werkenden om bijvoorbeeld andere (deeltijd)banen te accepteren.

Het nieuwe kabinet vindt het belangrijk dat alle oproepkrachten met een nulurencontract meer zekerheid krijgen. Het nieuwe kabinet is daarom voornemens om vast te leggen dat in deze situaties de werknemer niet, of binnen een bepaalde termijn niet, gehouden is om gehoor te geven aan een oproep, of dat bij afzegging door de werkgever recht op loon ontstaat.

Conclusie

Hoe deze verscherping van de regels voor payrolling, uitzendkrachten en nulurencontracten daadwerkelijk wordt vormgegeven, moet nog worden bezien. Daarnaast is nog onduidelijk op welke termijn deze wijzigingen doorgevoerd zullen worden.

Zodra er meer bekend is over de voorgenomen wijzigingen dan houden wij u uiteraard op de hoogte