1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Hoge Raad: Rechtsbescherming voor deelnemers massaal bezwaarprocedure box 3

Hoge Raad: Rechtsbescherming voor deelnemers massaal bezwaarprocedure box 3

De Hoge Raad heeft in het ‘Kerstarrest’ geoordeeld dat het sinds 2017 geldende forfaitaire stelsel van box 3 in strijd is met het recht op eigendom en het gelijkheidsbeginsel uit het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Inmiddels heeft het kabinet besloten om het rechtsherstel in eerste instantie alleen toe te passen op de (massaal) bezwaarmakers en op alle belastingplichtigen, waarvan de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan.
Leestijd 
Auteur artikel Pieter Bernsen
Gepubliceerd 24 mei 2022
Laatst gewijzigd 17 juni 2022

Rechtsbescherming voor deelnemers massaal bezwaarprocedure box 3

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 december 2021 (het ‘Kerstarrest’) geoordeeld dat het sinds 2017 geldende forfaitaire stelsel van box 3 in strijd is met het recht op eigendom en het gelijkheidsbeginsel uit het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Naar het oordeel van de Hoge Raad wegen de doelen, die de wetgever voor ogen had met het forfaitaire stelsel (uitvoerbaarheid, realiteit en opbrengst) niet op tegen de ongelijkheid die het stelsel veroorzaakt. De Hoge Raad concludeerde dat de belastingplichtige rechtsherstel toekwam in de vorm van een (geldelijke) compensatie. Meer over het Kerstarrest en de gevolgen van deze uitspraak leest u in onze blogs van 4 februari 2022, 15 april 2022 en 28 april 2022.

Beslissing kabinet over rechtsherstel

Inmiddels heeft het kabinet besloten om het rechtsherstel voor de box 3-heffing over de jaren 2017 en later in eerste instantie alleen toe te passen op de (massaal) bezwaarmakers en op alle belastingplichtigen, waarvan de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan. Een aanslag staat in principe onherroepelijk vast als de termijn van 6 weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken zonder dat je als belastingplichtige actie hebt ondernomen.

Het rechtsherstel wordt berekend volgens de zogenaamde spaarvariant (voor een uitleg van de spaarvariant, zie onze blog van 22 april 2022). Hierbij krijgen voornamelijk mensen met spaargeld geld terug. Dit herstel geldt ook voor nog niet vastgestelde of opgelegde aanslagen box 3.

Massaal bezwaarmakers zonder ‘individuele’ bezwaren

De uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag 20 mei 2022 heeft nog enkele openstaande vragen voor de afhandeling van de bezwaren van deelnemers aan de (massaal) bezwaar procedure beantwoord. De afhandeling ziet er als volgt uit:

  • Over de massaal bezwaarvraag is op 4 februari 2022 beslist. De inspecteur is gehouden binnen zes maanden na deze datum (uiterlijk vóór 4 augustus 2022) een beslissing te nemen over de vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting 2017 en 2018 van alle belastingplichtigen, die aan de massaal bezwaar procedure hebben deelgenomen.
  • Als je het niet eens bent met de beslissing van de inspecteur over (de omvang van) de vermindering van de aanslag inkomstenbelasting kun je een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Zo’n verzoek kan leiden tot een vermindering van de aanslag. Mocht de inspecteur het verzoek tot ambtshalve vermindering afwijzen, dan is deze beslissing een voor bezwaar vatbare beschikking. Je kunt hier dus bezwaar tegen maken (en vervolgens eventueel beroep instellen bij de belastingrechter).

Massaal bezwaar makers met ‘individuele’ bezwaren

Sommige belastingplichtigen, die meelopen in de massaal bezwaarprocedure, hebben naast de massaal bezwaarvraag, ook nog andere bezwaren tegen de aanslag inkomstenbelasting.

Het kan dan voorkomen dat je als belastingplichtige over één aanslag twee procedures tegelijk moet doorlopen:

  • de procedure over het ‘individuele’ bezwaar; en
  • de nieuwe procedure naar aanleiding van het verzoek om ambtshalve vermindering (die ziet op de massaal bezwaarvraag).

De Hoge Raad oordeelde afgelopen vrijdag dat het doorlopen van twee procedures over een en dezelfde aanslag onevenredig complex is. Daarom kan de feitenrechter (een rechtbank of een gerechtshof) bij de behandeling van het (hoger) beroep over het ‘individuele’ bezwaar de gevolgen van de collectieve uitspraak van 4 februari 2022 meenemen in zijn beoordeling van de zaak. Dit betekent dat de feitenrechter naast het ‘individuele’ bezwaar ook direct een beslissing kan nemen over de vermindering van de aanslag, zodat alle bezwaren in één procedure behandeld kunnen worden. Let wel, dit kan alleen als de zaak over het individuele bezwaar nog niet bij de Hoge Raad ligt.

Belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt

Wanneer je niet binnen 6 weken na het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting  bezwaar hebt gemaakt tegen de aanslag, staat de aanslag in principe onherroepelijk vast en komt de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de aanslag te vervallen. Het is wel mogelijk om een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen bij de Belastingdienst. Met dit verzoek vraag je de Belastingdienst om de aanslag uit eigen beweging te verminderen. Een verzoek om ambtshalve vermindering moet binnen 5 jaar na afloop van een belastingjaar worden ingediend. Een verzoek om vermindering van de  aanslag inkomstenbelasting 2017 moet bijvoorbeeld voor eind 2022 zijn ingediend.

De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag beslist dat een rechter de Belastingdienst niet kan verplichten spaarders die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt (ambtshalve) rechtsherstel te bieden. Dat de Belastingdienst niet verplicht is om alle benadeelde spaarders te vergoeden, betekent niet direct dat dit ook niet gaat gebeuren. Het kabinet en de Tweede Kamer zullen hier gezamenlijk over moeten beslissen. Zij laten dit naar verluid uiterlijk op Prinsjesdag weten.