1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. "Jokkende en jattende" thuishulpen terecht ontslagen zonder vergoeding

"Jokkende en jattende" thuishulpen terecht ontslagen zonder vergoeding

Een thuishulp declareert telkens 6 uur zorg per week voor haar werkzaamheden ten behoeve van een 92-jarige cliënte van de werkgever, een thuiszorgorganisatie. Via een invalhulp tijdens de vakantie komt de werkgever erachter dat de werkneemster telkens slechts 3 uur per week zou hebben gewerkt, terwijl zij 6 uur zorg diende te verlenen. In de daarop volgende ontbindingsprocedure geeft de werkneemster aan gefrustreerd te zijn dat zij niet de mogelijkheid krijgt om met de 92-jarige cliënte over...
Leestijd 
Auteur artikel Buby den Heeten
Gepubliceerd 11 juli 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een thuishulp declareert telkens 6 uur zorg per week voor haar werkzaamheden ten behoeve van een 92-jarige cliënte van de werkgever, een thuiszorgorganisatie. Via een invalhulp tijdens de vakantie komt de werkgever erachter dat de werkneemster telkens slechts 3 uur per week zou hebben gewerkt, terwijl zij 6 uur zorg diende te verlenen.

In de daarop volgende ontbindingsprocedure geeft de werkneemster aan gefrustreerd te zijn dat zij niet de mogelijkheid krijgt om met de 92-jarige cliënte over de situatie te spreken om op die manier haar onschuld aan te kunnen tonen. De kantonrechter neemt vervolgens een vrij uitzonderlijk besluit en gaat samen met zijn griffier bij de 92-jarige mevrouw op de bezoek, om erachter te komen of de verklaringen van die mevrouw consistent zijn en of zij vergeet­achtig is. Zowel de werkgever als de werkneemster hebben hiervoor toestemming gegeven. Tijdens het gesprek met de cliënte blijkt dat zij geen enkel spoor van vergeetachtigheid of desoriëntatie in tijd of plaats vertoont. De cliënte heeft verklaard dat werkneemster slechts 3 uur per week voor haar heeft gewerkt, maar dat zij medelijden had met de werkneemster. In zijn beschikking van 12 juni 2012 oordeelt de kantonrechter te Enschede dat er geen enkele reden is om aan het waarheidsgehalte van de beschuldiging te twijfelen en ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder enige vergoeding.

In een uitspraak enkele dagen later was er sprake van dat een werkneemster in dienst van een thuiszorg­organisatie tenminste € 65.000,- van de rekening van een destijds 81-jarige cliënte zou hebben gestolen. In de strafzaak heeft de rechtbank de diefstal door de werkneemster bewezen verklaard. De werkneemster is daarvan in hoger beroep gegaan.

Het UWV wijst nog vóór het vonnis in de strafzaak een ontslagverzoek af omdat het verwijtbaar handelen onvoldoende zou zijn komen vast te staan. De werkgever vraagt vervolgens ontbinding op grond van een dringende reden, dat wil zeggen een reden die normaal goed zou zijn geweest voor ontslag op staande voet. De kantonrechter overweegt dat uit het strafvonnis is gebleken dat de werkneemster zelf heeft gepind van de rekening van cliënte, terwijl zij dat in eerdere verklaringen steeds had ontkend. De kantonrechter vindt dat een verzorgende niet geacht wordt geld op te nemen met de bankpas van een cliënte en stelt dat het, ook zonder dat daar regels over zijn opgesteld, de werkneemster duidelijk had moeten zijn dat zij dat niet mocht doen. Dit gold eens temeer, omdat de werkneemster grote bedragen opnam en niet aannemelijk had gemaakt dat de noodzaak er was om deze bedragen te pinnen. Daarmee concludeert de kantonrechter dat er sprake is van een vertrouwensbreuk tussen de werkgever en de werknemer, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Omdat de vertrouwensbreuk volledig voor rekening en risico van werkneemster komt, wordt door de kantonrechter geen vergoeding toegekend, terwijl de werkneemster een vergoeding van € 25.000,- had gevraagd.

Het is goed dat de rechter in deze beide gevallen korte metten heeft gemaakt met de verweren van thuishulpen die over de rug van hun vaak zeer oude en kwetsbare cliënten geldelijk gewin proberen te halen!