1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Metalektro trekt aan kortste eind bij R&D als hoofdactiviteit (1)

Metalektro trekt aan kortste eind bij R&D als hoofdactiviteit

Ondernemingen in een bepaalde bedrijfstak kunnen verplicht zijn aangesloten in het pensioenfonds voor de bedrijfstak. Deze situatie doet zich voor als een werkgever valt onder de werkingssfeer van een verplichtstellingsbeschikking van de minister. Probleem is echter dat de formulering van de werkingssfeer niet altijd even duidelijk is, met als gevolg onzekerheid over de pensioenpositie. Op 31 januari 2014 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over een situatie waarin een onderneming duidelijkhei...
Leestijd 
Auteur artikel Henk Hoving
Gepubliceerd 24 februari 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Ondernemingen in een bepaalde bedrijfstak kunnen verplicht zijn aangesloten in het pensioenfonds voor de bedrijfstak. Deze situatie doet zich voor als een werkgever valt onder de werkingssfeer van een verplichtstellingsbeschikking van de minister. Probleem is echter dat de formulering van de werkingssfeer niet altijd even duidelijk is, met als gevolg onzekerheid over de pensioenpositie. Op 31 januari 2014 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over een situatie waarin een onderneming duidelijkheid wenste, die zich richt op het ontwikkelen, vervaardigen dan wel assembleren, alsmede het verkopen van (hightech) camera’s voor industrie en medische toepassingen.

Arrest sociale partners Metalektro en PME tegen Adimec

In de procedure bij de Hoge Raad stond de uitleg centraal van het in hoofdzaak be- en/of verwerken van metaal (waaronder optische apparaten), in de werkingssfeerbepaling van de cao Metalektro: 

“Tot de Metalektro behoren (…) ondernemingen waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, (…), werkzaamheden worden verricht en waarin:

  1. a.      uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend, waaronder onder meer wordt verstaan:


het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren (…) samenstellen, (…) vervaardigen (…) van metaal (…) of metalen apparaten, (…) alles in de ruimste zin des woords, zoals (…) instrumenten (waaronder optische apparaten), (…).”

Bij Adimec zijn 78 werknemers werkzaam in 70,64 fte. Het zwaartepunt van de gewerkte uren ligt bij productontwikkeling (R&D), het vermarkten van de resultaten van die product­ontwikkeling en het onderzoeken van nieuwe zakelijke mogelijkheden. De eindassemblage van Adimec heeft betrekking op de door haar van derden betrokken onderdelen. Hiermee is nog geen 5% van alle arbeidsuren gemoeid. Adimec stelt dat de werkzaamheden van de R&D-afdeling als zodanig niet dienstbaar zijn aan het be- en/of verwerken van metalen. Integendeel, die R&D-werkzaamheden zijn de kern en het zwaartepunt van de activiteiten van Adimec, de eindassemblage is hieraan ondergeschikt. Op grond hiervan besliste het hof dat Adimec niet valt onder de werkingssfeer van de cao Metalektro en evenmin onder de verplichte pensioenregeling van PME.

In cassatie wordt gesteld dat volgens het Vector-arrest (zie hierover op deze kennispagina de bijdrage van 2 maart 2012), dat de R&D-activiteiten zijn aan te merken als dienstbaar aan het afzetten van de geassembleerde camera’s, waardoor in hoofdzaak sprake is van Metalektro-activiteiten. De Hoge Raad gaat hierin niet mee. In het Vector-arrest was sprake van een drietal kernactiviteiten (verkoop van geassembleerde onderdelen, advies en ontwerp van aandrijftechnische oplossingen, alsmede ondersteuning/advies bij installatie). De arbeidsuren die verbonden zijn aan deze kernactiviteiten moeten worden bepaald door het “in hoofdzaak”-criterium, waarbij de arbeidsuren van werknemers die ondersteunende werkzaamheden verrichten aan deze drie kernactiviteiten moeten worden toegerekend. In de onderhavige Adimec-uitspraak is sprake van een andere situatie, namelijk één omzetgenererende activiteit. Hier speelt alleen de vraag hoe die activiteit moet worden gekwalificeerd en welke maatstaf daarbij moet worden gehanteerd. Van belang is de feitelijke vaststelling van het hof dat kern en zwaartepunt van de bedrijfsactiviteiten gevormd worden door ontwerp en ontwikkeling (R&D).

De Hoge Raad vindt deze vaststelling alleszins begrijpelijk.

Overweging

Onderzoek en ontwikkeling die niet afzonderlijk worden vermarkt, staan niet per definitie ten dienste van Metalektro-activiteiten. Evenmin levert elke R&D-inspanning, die niet afzonderlijk wordt vermarkt, per definitie een afzonderlijke kernactiviteit op. Het is goed mogelijk dat R&D-activiteiten, net zoals bijvoorbeeld verkoop en marketing, moeten worden toegerekend aan de Metalektro-activiteiten. Ook het tegenovergestelde is mogelijk, dat R&D-activiteiten de kern vormen van de onderneming en de eindassemblage hieraan ondergeschikt is.

Het is duidelijk dat hier sprake is van een spanningsveld, waarvoor in de praktijk oplossingen gezocht moeten worden aan de hand van de zich concreet voordoende feiten en omstandigheden.

Bpf-check

Uit de uitspraken Vector en Adimec blijkt dat de beoordeling van de activiteiten van een onderneming voor de werkingssfeer van een cao en pensioendeelneming gecompliceerd is. Het regelmatig beoordelen van de concrete situatie en verrichten van een zogenaamde Bpf-check zijn zeer belangrijk voor iedere werkgever. Dit geldt zeker voor bedrijven die metaal­gerelateerde activiteiten verrichten. Er kan niet volstaan worden met het eenmalig uitvoeren van deze Bpf-check. Bij iedere wijziging van de bedrijfsactiviteiten en/of verdeling in het personeelsbestand moet opnieuw een dergelijke Bpf-check worden uitgevoerd. De rechtspraak over dit onderwerp is bovendien in beweging. De pensioenspecialisten van Dirkzwager hebben hiermee veel ervaring en bieden hun diensten graag aan werkgevers aan.