Nieuwe overzichtsuitspraak over woningsluitingen op grond van de Opiumwet

17 juli 2025

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft opnieuw richting gegeven aan de toepassing van artikel 13b Opiumwet, ook wel bekend als de Wet Damocles. In de uitspraak van 16 juli 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:2922) komt met name de manier waarop de rechter de evenredigheidstoetsing toepast bij woningsluitingen uitgebreid aan bod. Daarmee is deze uitspraak een vervolg op de bekende Harderwijk-uitspraak uit 2016. In dit blog zet staan de belangrijkste gezichtspunten uit de uitspraak overzichtelijk op een rij.  

In dit artikel

Vier stappen bij beoordeling woningsluiting

Om te beoordelen of de burgemeester een woning mocht sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet, hanteert de Afdeling het volgende beoordelingskader:

  1. Was de burgemeester bevoegd om tot sluiting over te gaan?
  2. Was de sluiting een geschikt middel?
  3. Was de sluiting noodzakelijk?
  4. Was de sluiting evenwichtig?

tot de evenredigheidstoets die voortvloeit uit de Harderwijk-uitspraak.  

1. Bevoegdheid: wanneer mag een woning worden gesloten?  

Artikel 13b Opiumwet biedt de burgemeester de bevoegdheid om een woning te sluiten als daarin soft- of harddrugs aanwezig zijn met het oog op handel, zoals verkoop, aflevering of verstrekking. Het gaat dus niet om drugs voor eigen gebruik. Aangenomen wordt dat daarvan geen sprake is zodra sprake is van een handelshoeveelheid (0,5 g harddrugs, 5,0 g softdrugs of vijf (hennep)planten).  

De Afdeling bevestigt in haar uitspraak van 14 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:738) al eerder dat het op de weg van de rechthebbende ligt om aannemelijk te maken dat de aangetroffen drugs niet bestemd waren voor de handel. Wanneer de betrokkene een consistente en geloofwaardige verklaring geeft, moet de burgemeester motiveren waarom hij toch uitgaat van aanwezigheid ten behoeve van handel.

2. Geschiktheid: is sluiting een passend middel?

Ook al is de burgemeester bevoegd, dan nog moet worden beoordeeld of de woningsluiting een geschikt middel is. Daarbij kan onder meer het tijdsverloop tussen de constatering en het besluit van doorslaggevend belang zijn.

In deze uitspraak benadrukt de Afdeling dat de effectiviteit van de sluiting vermindert naarmate er meer tijd zit tussen het constateren van de overtreding en het nemen van het besluit. In sommige gevallen kan de situatie in de tussentijd zodanig zijn veranderd dat een sluiting niet langer geschikt is.  

3. Noodzaak: had een minder ingrijpend middel volstaan?  

De burgemeester moet verder motiveren waarom geen minder ingrijpend middel, zoals een waarschuwing of een last onder dwangsom, volstaat. Daarbij moet hij alle relevante omstandigheden van het geval meewegen, zoals:

  • De aard en hoeveelheid van de aangetroffen drugs
  • Of er daadwerkelijk vanuit de woning is gehandeld
  • De risico’s voor de omgeving
  • Eventuele gevoelens van onveiligheid in de buurt
  • Of de woning onderdeel is van een groter netwerk van drugshandel
  • Of er eerder sprake was van soortgelijke overtredingen
  • Het tijdsverloop tussen constatering en besluitvorming

4. Evenwichtigheid: wegen de nadelige gevolgen op tegen het doel?  

Tot slot moet het besluit evenwichtig zijn. Dat betekent dat de burgemeester de persoonlijke gevolgen van de sluiting mee moet wegen. Sluiting van een woning heeft immers vaak verstrekkende gevolgen, zeker voor bewoners die zelf niet bij de handel betrokken zijn.

  • De Afdeling noemt in dit verband onder meer de volgende gezichtspunten:
  • De verwijtbaarheid van de bewoners die door de sluiting worden getroffen
  • Een eventuele bijzondere binding met de woning, bijvoorbeeld wegens gezondheidsredenen
  • De aanwezigheid van minderjarige kinderen en de impact op hen
  • Of de bewoners na sluiting terug kunnen keren naar de woning
  • Of de sluiting leidt tot uitsluiting van toekomstige huisvesting, bijvoorbeeld door plaatsing op een zwarte lijst.

Is de maatregel in verhouding tot deze belangen te zwaar, dan kan de burgemeester beter kiezen voor een alternatief zoals een waarschuwing of een last onder dwangsom.

Hoe pakt het uit in de casus?  

In de besproken uitspraak oordeelt de Afdeling dat de burgemeester bevoegd was en dat de sluiting in dit geval geschikt en noodzakelijk was. Toch wordt het besluit vernietigd. De reden? De sluiting was niet evenwichtig.

De dochter van de hoofdbetrokkene, die zelf niet verdacht werd van drugshandel, was hoogzwanger en stond op het punt te bevallen. Hoewel zij een tijdelijk onderkomen had gevonden bij haar ex-partner, achtte de Afdeling het niet gerechtvaardigd om haar te confronteren met een woningsluiting in deze kwetsbare fase van haar zwangerschap. De mogelijke gevolgen voor haar gezondheid en die van haar ongeboren kind waren volgens de Afdeling zodanig zwaarwegend, dat de burgemeester hier onvoldoende rekening mee had gehouden. Daarbij woog de Afdeling in belangrijke mate mee dat niet is gebleken dat de dochter enige betrokkenheid had bij de handel.  

Kortom: het belang van de dochter had zwaarder moeten wegen. Daarmee is deze uitspraak een duidelijke waarschuwing aan burgemeesters: het besluit tot sluiting van een woning moet altijd worden genomen op basis van een zorgvuldige, individuele belangenafweging.

Evenredigheidstoets

Deze uitspraak onderstreept nog maar eens het belang van een grondige en actuele evenredigheidstoets bij het sluiten van een woning. De gevolgen van een woningsluiting kunnen groot zijn en dat vraagt om maatwerk.

Heeft u vragen over woningsluitingen, drugspanden of bestuursrechtelijke handhaving? Neem gerust contact met op 

Gerelateerd

De verhouding tussen openbaarheid van bestuur en het intern beraad: de reikwijdte van artikel 5.2, derde lid, van de Wet open overheid

De verhouding tussen openbaarheid van bestuur en het intern beraad: de reikwijdte van artikel 5.2, derde lid, van de Wet open overheid

Op 9 juli 2025 heeft advocaat-generaal Wattel een interessante conclusie uitgebracht over de reikwijdte van artikel 5.2, derde lid, van de Wet open overheid...
Wanneer mag de burgemeester een gebiedsverbod opleggen?

Wanneer mag de burgemeester een gebiedsverbod opleggen?

De burgemeester heeft verschillende bevoegdheden om de openbare orde te handhaven. Denk aan het tijdelijk sluiten van een woning bij ernstige overlast of...
Openbaarmaking milieugegevens volgens de Wet open overheid

Openbaarmaking milieugegevens volgens de Wet open overheid

Overheidsinformatie is in principe openbaar, maar wat betekent dit voor milieu- en emissiegegevens? Nu duurzaamheid en milieubescherming steeds hoger op de...

PFAS-verbod in drinkwaterbeschermingsgebieden: juridische mogelijkheden en verantwoordelijkheden

Drinkwaterbedrijven waarschuwen voor de toenemende verontreiniging van PFAS in drinkwaterbeschermingsgebieden. Een veelgehoorde oproep is het instellen van een...

Actualiteiten Staatssteun 2025

In het voorjaar van 2025 kwamen in het webinar Actualiteiten Staatsteun opnieuw scherpe juridische thema’s aan bod. Van vastgoedtransacties tot subsidiegrenzen...
Landschapsfoto van een Natura 2000-gebied

Wanneer is een project een beheermaatregel onder de Omgevingswet? Criteria van de Afdeling bestuursrechtspraak voor Natura 2000-activiteiten

Indien een project of activiteit een beheermaatregel is, is geen omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit nodig. Maar wanneer is nu sprake van een...
No posts found