Vier stappen bij beoordeling woningsluiting
Om te beoordelen of de burgemeester een woning mocht sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet, hanteert de Afdeling het volgende beoordelingskader:
- Was de burgemeester bevoegd om tot sluiting over te gaan?
- Was de sluiting een geschikt middel?
- Was de sluiting noodzakelijk?
- Was de sluiting evenwichtig?
tot de evenredigheidstoets die voortvloeit uit de Harderwijk-uitspraak.
1. Bevoegdheid: wanneer mag een woning worden gesloten?
Artikel 13b Opiumwet biedt de burgemeester de bevoegdheid om een woning te sluiten als daarin soft- of harddrugs aanwezig zijn met het oog op handel, zoals verkoop, aflevering of verstrekking. Het gaat dus niet om drugs voor eigen gebruik. Aangenomen wordt dat daarvan geen sprake is zodra sprake is van een handelshoeveelheid (0,5 g harddrugs, 5,0 g softdrugs of vijf (hennep)planten).
De Afdeling bevestigt in haar uitspraak van 14 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:738) al eerder dat het op de weg van de rechthebbende ligt om aannemelijk te maken dat de aangetroffen drugs niet bestemd waren voor de handel. Wanneer de betrokkene een consistente en geloofwaardige verklaring geeft, moet de burgemeester motiveren waarom hij toch uitgaat van aanwezigheid ten behoeve van handel.
2. Geschiktheid: is sluiting een passend middel?
Ook al is de burgemeester bevoegd, dan nog moet worden beoordeeld of de woningsluiting een geschikt middel is. Daarbij kan onder meer het tijdsverloop tussen de constatering en het besluit van doorslaggevend belang zijn.
In deze uitspraak benadrukt de Afdeling dat de effectiviteit van de sluiting vermindert naarmate er meer tijd zit tussen het constateren van de overtreding en het nemen van het besluit. In sommige gevallen kan de situatie in de tussentijd zodanig zijn veranderd dat een sluiting niet langer geschikt is.
3. Noodzaak: had een minder ingrijpend middel volstaan?
De burgemeester moet verder motiveren waarom geen minder ingrijpend middel, zoals een waarschuwing of een last onder dwangsom, volstaat. Daarbij moet hij alle relevante omstandigheden van het geval meewegen, zoals:
- De aard en hoeveelheid van de aangetroffen drugs
- Of er daadwerkelijk vanuit de woning is gehandeld
- De risico’s voor de omgeving
- Eventuele gevoelens van onveiligheid in de buurt
- Of de woning onderdeel is van een groter netwerk van drugshandel
- Of er eerder sprake was van soortgelijke overtredingen
- Het tijdsverloop tussen constatering en besluitvorming
4. Evenwichtigheid: wegen de nadelige gevolgen op tegen het doel?
Tot slot moet het besluit evenwichtig zijn. Dat betekent dat de burgemeester de persoonlijke gevolgen van de sluiting mee moet wegen. Sluiting van een woning heeft immers vaak verstrekkende gevolgen, zeker voor bewoners die zelf niet bij de handel betrokken zijn.
- De Afdeling noemt in dit verband onder meer de volgende gezichtspunten:
- De verwijtbaarheid van de bewoners die door de sluiting worden getroffen
- Een eventuele bijzondere binding met de woning, bijvoorbeeld wegens gezondheidsredenen
- De aanwezigheid van minderjarige kinderen en de impact op hen
- Of de bewoners na sluiting terug kunnen keren naar de woning
- Of de sluiting leidt tot uitsluiting van toekomstige huisvesting, bijvoorbeeld door plaatsing op een zwarte lijst.
Is de maatregel in verhouding tot deze belangen te zwaar, dan kan de burgemeester beter kiezen voor een alternatief zoals een waarschuwing of een last onder dwangsom.
Hoe pakt het uit in de casus?
In de besproken uitspraak oordeelt de Afdeling dat de burgemeester bevoegd was en dat de sluiting in dit geval geschikt en noodzakelijk was. Toch wordt het besluit vernietigd. De reden? De sluiting was niet evenwichtig.
De dochter van de hoofdbetrokkene, die zelf niet verdacht werd van drugshandel, was hoogzwanger en stond op het punt te bevallen. Hoewel zij een tijdelijk onderkomen had gevonden bij haar ex-partner, achtte de Afdeling het niet gerechtvaardigd om haar te confronteren met een woningsluiting in deze kwetsbare fase van haar zwangerschap. De mogelijke gevolgen voor haar gezondheid en die van haar ongeboren kind waren volgens de Afdeling zodanig zwaarwegend, dat de burgemeester hier onvoldoende rekening mee had gehouden. Daarbij woog de Afdeling in belangrijke mate mee dat niet is gebleken dat de dochter enige betrokkenheid had bij de handel.
Kortom: het belang van de dochter had zwaarder moeten wegen. Daarmee is deze uitspraak een duidelijke waarschuwing aan burgemeesters: het besluit tot sluiting van een woning moet altijd worden genomen op basis van een zorgvuldige, individuele belangenafweging.
Evenredigheidstoets
Deze uitspraak onderstreept nog maar eens het belang van een grondige en actuele evenredigheidstoets bij het sluiten van een woning. De gevolgen van een woningsluiting kunnen groot zijn en dat vraagt om maatwerk.
Heeft u vragen over woningsluitingen, drugspanden of bestuursrechtelijke handhaving? Neem gerust contact met op