1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. "Nooit meer vieze schimmel" claim van HG houdt stand

"Nooit meer vieze schimmel" claim van HG houdt stand

De reclame uiting van HG, waarin HG stelt "Nooit meer vieze schimmel. HG doet wat het belooft” is niet misleidend. HB mag dit claimen in een televisiecommercial voor ‘HG schimmel vocht & weerplekken reiniger’. Er is geen sprake van misleidende reclame.De klachtTegen deze reclame-uiting is een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie. De claim dat men nooit meer vieze schimmel heeft met het aangeprezen product is onwaar, aldus de klacht. Het groeien van een schimmel in de voeg heeft...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 14 juli 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De reclame uiting van HG, waarin HG stelt "Nooit meer vieze schimmel. HG doet wat het belooft” is niet misleidend. HB mag dit claimen in een televisiecommercial voor ‘HG schimmel vocht & weerplekken reiniger’. Er is geen sprake van misleidende reclame.

De klacht


Tegen deze reclame-uiting is een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie. De claim dat men nooit meer vieze schimmel heeft met het aangeprezen product is onwaar, aldus de klacht. Het groeien van een schimmel in de voeg heeft een oorzaak, te weten te veel vocht en/of onvoldoende ventilatie. Als de oorzaak niet wordt aangepakt, zal de schimmel terugkeren. Uit een publicatie van de Vereniging Eigen Huis blijkt dat het onmogelijk is schimmels uit huis te weren aldus de klager. Ook wordt volgens de klager niet gewezen op de noodzaak om het vocht- en ventilatieprobleem aan te pakken.

Oordeel over de reclame-uiting


Op 15 juni 2017 geeft de Reclame Code Commissie geoordeeld over deze reclame-uiting, met name wegens het element "nooit meer". Daarover wordt als volgt overwogen:
Op zichzelf genomen is deze mededeling feitelijk niet geheel correct te achten. Adverteerder erkent immers dat een behandeling met het product niet uitsluit dat men opnieuw met schimmel wordt geconfronteerd. Aan de andere kant acht de voorzitter het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument de televisiecommercial zo zal uitleggen dat adverteerder een eeuwig durende garantie geeft op het achterwege blijven van schimmel op behandelde oppervlaktes. In de bestreden mededeling is onmiskenbaar sprake van overdrijving. Een zekere mate van overdrijving is in reclame gebruikelijk te achten en ook niet ontoelaatbaar zolang dit niet tot misleiding van de gemiddelde consument leidt. Nu de voorzitter in dit geval de overdrijving voldoende herkenbaar acht en niet aannemelijk is dat de gemiddelde consument de boodschap van de televisiecommercial (de mogelijkheid om schimmelplekken te reinigen met het aangeprezen product) verkeerd zal interpreteren, is van misleiding geen sprake.

De reclame is dus niet te stellig, en mag als overdrijving worden opgevat. Adverteerder HG had ook gesteld dat zij niet claimt dat schimmel nooit meer terugkomt na behandeling met het aangeprezen product, maar alleen dat schimmel geen probleem meer is omdat men schimmel nu direct met het aangeprezen product kan behandelen dat een effectieve oplossing voor schimmelproblemen biedt. Ook zou uit de naam van het product, HG schimmelreiniger, blijken dat het gaat om een behandeling die vaker zal moeten plaatsvinden. Het reinigen is immers altijd een terugkerende activiteit.

Het verwijt dat niet wordt gewezen op de noodzaak vocht- en ventilatieproblemen aan te pakken, leidt niet tot een ander oordeel:
Het staat adverteerder vrij het onderhavige product als reiniger aan te prijzen zonder daarbij te wijzen op de mogelijke oorzaken van schimmelvorming. Een dergelijke mededelingsplicht gaat de informatie die adverteerder in reclame dient te verstrekken te buiten. Het is aan de consument om zich te informeren over de oorzaak van schimmelvorming indien hij deze definitief wil bestrijden in plaats van oppervlakten van schimmel regelmatig te reinigen, waarvoor het onderhavige product wordt aangeprezen.

Geen misleidende reclame?


De conclusie is dat de reclame niet misleidend wordt geacht. Toch blijft het oppassen met te stellige claims, waarin een grote waarheidspretentie besloten kan liggen. Dergelijk absoluut gestelde claims zijn in de basis eerder ontoelaatbaar te achten - dus een misleidende reclame - dan wanneer een reclame als een subjectieve uiting, bijvoorbeeld een mening over een product, wordt gepresenteerd.

Joost Becker, advocaat reclamerecht