De uitspraak
Werknemer functioneert al jaren onvoldoende. Werkgeefster heeft dit aan werknemer duidelijk gemaakt. Werknemer kon zich niet (altijd) vinden in de kritiekpunten en was van mening dat werkgeefster slechts uit was op dossiervorming. De verhoudingen tussen werkgeefster en werknemer kwamen door de discussies over het (dis)functioneren onder druk te staan. Aangezien een mediationtraject daar geen verandering in bracht, heeft werkgeefster een ontbindingsverzoek ingediend op grond van disfunctioneren (d-grond) en op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). Subsidiair heeft werkgeefster de cumulatiegrond aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat van een voldragen d-grond geen sprake is omdat werknemer onvoldoende concrete verbeterkansen zijn gegeven. Ook ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding acht de kantonrechter niet gerechtvaardigd omdat de verstoring is ontstaan als gevolg van het meningsverschil over het disfunctioneren van werknemer en (het gebrek aan) de begeleiding van werkgeefster.
Ten aanzien van de i-grond overweegt de kantonrechter dat onder meer vereist is dat er sprake is van één bijna voldragen c t/m e, g of h-grond. De rechter concludeert dat dit het geval is. Er is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding die partijen door mediation niet hebben kunnen herstellen. Een goede verhouding is noodzakelijk wil een verbetertraject kans van slagen hebben. Om die reden ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op de i-grond onder toekenning van (de maximale verhoging van) 1,5 maal de transitievergoeding.
Bespreking
Hoewel het positief is dat nu eindelijk een eerste ontbindingsverzoek op de i-grond is toegewezen, neemt de kantonrechter, op gelijke wijze als een aantal rechters die zich ook over de i-grond heeft gebogen, als uitgangspunt dat sprake moet zijn van minimaal één bijna voldragen c t/m e, g of h-grond. Wij zetten vraagtekens bij de juistheid van dit uitgangspunt. Het strookt volgens ons niet met de bedoeling van de wetgever bij de invoering van de cumulatiegrond. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat ook indien een bijna voldragen c t/m e, g of h-grond ontbreekt, een voldragen i-grond aanwezig kan zijn. Het ligt volgens de wetgever dan wel voor de hand om een hogere cumulatievergoeding toe te kennen:
‘Wanneer de rechter van oordeel is dat een of meer van de ontslaggronden, waarop de cumulatie van omstandigheden is gebaseerd, bijna voldragen is, dan zou dit een aanleiding kunnen zijn een lage extra vergoeding toe te kennen. Als sprake is van een cumulatie van ontslaggronden die ieder voor zich in een veel mindere mate voldragen zijn, kan de rechter dit als aanleiding zien om een hogere extra vergoeding toe te kennen.’ (Kamerstukken 2018/19, 35074, D, p. 578)
In het licht van deze passage is het opvallend dat de kantonrechter in deze zaak een maximale cumulatievergoeding toekent.
Afsluitend
Komend half jaar zal blijken of de lijn in de rechtspraak, dat minimaal sprake moet zijn van een bijna voldragen c t/m e, g of h-grond, wordt voortgezet en/of wordt gecorrigeerd en (daarmee) de i-grond meer aan terrein zal winnen. Heeft u nog vragen over de cumulatiegrond of over andere ontslagkwesties, neem dan contact met ons op.