1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Oud-franchisenemer van Ballorig pleegt geen auteursrechtinbreuk

Oud-franchisenemer van Ballorig pleegt geen auteursrechtinbreuk

Kinderspeelparadijs Ballorig bedient zich van een franchisecontructie. Oud-franchisenemer Balleland overtreedt enkele contractuele bepalingen omtrent exclusieve afname van producten, waardoor hij boetes verbeurt. Echter van auteursrechtinbreuk op logo's of slaafse nabootsing is geen sprake. Dit alles is uitgemaakt in een recente uitspraak van de Rechtbank Breda.Volgens Ballorig heeft Balleland in strijd met de afspraken nagelaten om verversingen, (alcoholische) dranken, versnaperingen en maal...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 14 maart 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Kinderspeelparadijs Ballorig bedient zich van een franchisecontructie. Oud-franchisenemer Balleland overtreedt enkele contractuele bepalingen omtrent exclusieve afname van producten, waardoor hij boetes verbeurt. Echter van auteursrechtinbreuk op logo's of slaafse nabootsing is geen sprake. Dit alles is uitgemaakt in een recente uitspraak van de Rechtbank Breda.

Volgens Ballorig heeft Balleland in strijd met de afspraken nagelaten om verversingen, (alcoholische) dranken, versnaperingen en maaltijden (horecaproducten) af te nemen bij de nieuwe door Ballorig aangewezen leverancier. Daardoor zou Balleland gehouden zijn tot voldoening van een cotractuele boete van € 55.000,-- Ook zouden achterstallige huurpenningen verschuldigd zijn. Ten slotte zou er sprake zijn van onrechtmatig logo gebruik.

Mondelinge franchiesovereenkomst

Ondanks het ontbreken van een schriftelijke franchiseovereenkomst, neemt de rechtbank het bestaan van een mondelinge franchiseovereenkomst aan:
Voorop gesteld dient te worden dat het geen constitutief vereiste is voor een rechtsgeldige franchiseovereenkomst dat deze schriftelijk wordt overeengekomen, zulks kan ook mondeling geschieden.

Gelet op het feit dat er maandelijks een franchiesefee wordt betaald, alsmede een maandelijkse reclamefee en gebruik wordt gemaakt van enkele diensten die Ballorig aan haar franchisenemers aanbiedt, is er toch sprake van een franchiseovereenkomst. Bovendien wordt in de (wel schriftelijk afgesloten) huurovereenkomst "de Bal-lorig formule" genoemd.

Schending exclusief afnamebeding

Om meerdere redenen wordt schending van het exclusieve afnamebeding (in het huurcontract) aangenomen. Ten eerste gaat het om een kernbeding en geen beding in algemene voorwaarden, laat staan dat daaraan reflexwerking zou toekomen. Het is ook niet zo dat naleving van het exclusieve afnamebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van Balleland kan worden gevergd. Het enkele feit dat Balleland duurder uit zou zijn bij de nieuwe leverancier van de (oud-)franchisegever, een jaarlijkse bonus zou missen, alsmede niet langer maandelijks tegemoet zou worden gekomen in reclamekosten en dat de leveringscondities zouden zijn verslechterd, rechtvaardigt -aldus de rechtbank- niet (zonder meer) de conclusie, dat nakoming van het exclusieve afnamebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daartoe zijn bijkomende omstandigheden vereist - bijvoorbeeld in hoeverre de gedwongen overstap van leverancier de financiële levensvatbaarheid van het speelparadijs aantast - die volgens de rechtbank door Balleland niet zijn gesteld.

Huurpenningen en ontruiming

Balleland heeft erkend achterstallige huurpenningen en servicekosten verschuldigd te zijn geweest. Ballorig geeft aan dat er sprake was van langdurige en omvangrijke achterstanden in de betaling van de verschuldigde huurpenningen, servicekosten en franchisefees en dat de tussen partijen overeengekomen betalingsregeling(en) door Balleland niet (correct) werd(en) nagekomen, terwijl zij voorts nog immer niet (volledig) aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. Bovendien blijkt dat slechts gedeeltelijk de opgevoerde betalingen pas na dagvaarding aan Ballorig zijn voldaan. Genoegzaam is gebleken, aldus de rechtbank, dat er sprake was van een langdurige en substantiële achterstand in de betalingsverplichtingen onder de huurovereenkomst. Dit behelst een zodanige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst, dat deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Daarom komt ook de gevorderde ontruiming voor toewijzing in aanmerking

Intellectuele eigendomsrecht en onrechtmatige daad

De rechtbank komt ten slotte tot het oordeel dat de logo's onvoldoende overeenstemmen om auteursrechtinbreuk of onrechtmatige daad te kunnen aannemen:
3.17. Vooropgesteld dient te worden dat voor het bestaan van auteursrecht op een voortbrengsel is vereist, dat sprake is van een werk in de zin van de Auteurswet (Aw). Als zodanig kan ingevolge artikel 10 lid 1, aanhef en slot, Aw worden aangemerkt ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst, op welke wijze of in welke vorm ook tot uitdrukking gebracht. Om als werk beschermd te kunnen zijn, dient dat voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter te hebben en het persoonlijk stempel van de maker te dragen. Om te voldoen aan de eis dat het werk het persoonlijk stempel van de maker moet dragen, zal sprake moeten zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengselen zijn van de menselijke geest (Hoge Raad, 30 mei 2008, LJN BC2158).
De door Ballorig gebruikte logo’s kenmerken zich onder meer door een reeks verspringende gekleurde ballen in de kleuren rood, geel, groen, blauw, oranje, roze en paars. In deze ballen staan in het wit de letters vermeld van het woord “Ballorig”, te weten één letter per bal. Deze logo’s hebben door voornoemde elementen een eigen en oorspronkelijk karakter en dragen het persoonlijk stempel van de maker dat het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. De logo’s dienen derhalve te worden aangemerkt als auteursrechtelijk beschermd werk als bedoeld in artikel 10 Aw.

3.18. Bij de beoordeling of er sprake is van inbreuk door Speelparadijs Roosendaal op de auteursrechtelijk beschermde logo’s van Ballorig, is niet maatgevend of er sprake is van overeenkomende elementen, maar of de totaalindruk van het door Speelparadijs Roosendaal gehanteerde logo zodanig overeenstemt met de logo’s van Ballorig, dat het daaraan door Speelparadijs Roosendaal ontleende logo als een ongeoorloofde verveelvoudiging daarvan moet worden aangemerkt en derhalve als een inbreuk op het auteursrecht moet worden beschouwd.
Hoewel het door Speelparadijs Roosendaal gehanteerde logo overeenstemmende elementen vertoont met de logo’s van Ballorig (beide vertonen een reeks verspringende gekleurde ballen in de hiervoor onder punt 3.17 genoemde kleuren), is hiervan in het onderhavige geval geen sprake. Het logo van Speelparadijs Roosendaal vertoont naast de ballenreeks een clown die bij de logo’s van Ballorig ontbreekt. Tevens zijn bij het logo van Speelparadijs Roosendaal de letters van het woord “Balleland” in de kleur blauw afgebeeld (en niet in het wit) en staan deze letters niet in de ballen afgebeeld met één letter per bal, maar aaneengesloten weergegeven vóór de ballenreeks. Bovendien geldt, dat de woorden “Ballorig” en “Balleland” die in de te onderscheiden logo’s staan afgebeeld, van elkaar verschillen. Deze verschillen zijn zodanig dat de totaalindrukken van de betreffende logo’s dermate verschillend zijn, dat niet kan worden gesproken van een inbreuk op het auteursrecht van Ballorig. De vordering van Ballorig, dat Speelparadijs Roosendaal wordt geboden de auteursinbreuk op de Ballorig logo’s te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom, behoort dan ook te worden afgewezen.

Oftewel, het logo van Ballorig is weliswaar auteursrechtlijk beschermd, maar inbreuk wordt niet aangenomen.