1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Reclame en voedsel: is de term ‘sojamelk’ verboden?

Reclame en voedsel: is de term ‘sojamelk’ verboden?

Het Europese Hof heeft geoordeeld dat de benaming „melk” is voorbehouden aan zuivelproducten, en in beginsel niet mag worden gebruikt bij de afzet of in reclame voor een zuiver plantaardig product.Aanduiding van producten Volgens het Hof is “duidelijk dat de benaming „melk” in beginsel niet wettelijk kan worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden, nu melk (...) een product van dierlijke oorsprong is." Een aanduiding of verkoopbenaming mag voor bepaalde producten, zoals me...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 16 juni 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018

Het Europese Hof heeft geoordeeld dat de benaming „melk” is voorbehouden aan zuivelproducten, en in beginsel niet mag worden gebruikt bij de afzet of in reclame voor een zuiver plantaardig product.

Aanduiding van producten 


Volgens het Hof is “duidelijk dat de benaming „melk” in beginsel niet wettelijk kan worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden, nu melk (...) een product van dierlijke oorsprong is." Een aanduiding of verkoopbenaming mag voor bepaalde producten, zoals melk en zuivelproducten, in de Unie uitsluitend worden gebruikt voor het afzetten van een product dat voldoet aan de overeenkomstige vastgestelde eisen. Die eisen liggen in specifieke bijlagen, waarvan er één betrekking heeft op melk en zuivelproducten:

Bovendien volgt uit deze bewoordingen dat verduidelijkende of beschrijvende aanvullingen die wijzen op de plantaardige oorsprong van het betrokken product, zoals in het onderhavige geval „soja-” of „tofu-”, niet behoren tot de termen die op grond van dat punt 1, tweede alinea, onder b), samen met de benaming „melk” kunnen worden gebruikt, gelet op het feit dat de wijzigingen van de samenstelling van de melk waarop deze aanvullende bewoordingen kunnen wijzen, op grond van deze bepaling beperkt zijn tot de toevoeging en/of onttrekking van de natuurlijke bestanddelen ervan. De volledige vervanging van de melk door een zuiver plantaardig product behoort daar niet toe.

Dit geldt volgens het Hof ook voor zuivelproducten, dus: ‘benamingen, zoals „wei”, „room”, „boter”, „kaas” en „yoghurt”, die door de verwijzende rechter worden vermeld, [kunnen] in beginsel niet wettelijk worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden.’

Uitzonderingen?


Er is ook geen sprake van toepasselijkheid van een aantal andere uitzonderingen die de relevante wet- en regelgeving geeft, althans die zijn niet vastgesteld:

Uit het voorgaande volgt dat de benaming „melk” en de benamingen die uitsluitend aan zuivelproducten zijn voorbehouden, niet wettelijk mogen worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden, tenzij dat product is vermeld op de lijst in bijlage I bij besluit 2010/791. De vermelding van verduidelijkende of beschrijvende aanvullingen die wijzen op de plantaardige oorsprong van het betrokken product, zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding, heeft geen invloed op een dergelijk verbod (zie in deze zin arrest van 16 december 1999, UDL, C‑101/98, EU:C:1999:615, punten 25‑28).

Die bijlage noemt bijvoorbeeld kokosmelk en aspergecrèmesoep als relevante uitzonderingen.

Afzet en reclame


Het wettelijke verbod geldt volgens het Hof zowel voor de afzet als voor de reclame. Als dat anders zou zijn, ‘zouden deze benamingen het immers niet meer mogelijk maken om op een sluitende manier de producten te identificeren die de bijzondere kenmerken bezitten welke met de natuurlijke samenstelling van dierlijke melk verband houden, wat in tegenspraak zou zijn met de bescherming van de consument gelet op het verwarringsgevaar dat zou worden gecreëerd. Dit zou tevens indruisen tegen de doelstelling de economische voorwaarden voor de productie en de afzet, alsook de kwaliteit van „melk” en „zuivelproducten” te helpen verbeteren.’

De consument moet dus tegen verwarring worden beschermd wat betreft de samenstelling van de producten die zij kopen, maar ook de productie en de afzet van melk zelf wordt beter beschermd, omdat de wettelijke regeling garantie van onvervalste mededingingsvoorwaarden biedt.

Dat andere producenten het anders doen, doet hieraan niet af volgens het Hof: “Het feit dat (…) producenten van vegetarische of veganistische vlees- of visvervangers inzake het gebruik van verkoopbenamingen in casu niet zijn onderworpen aan beperkingen die vergelijkbaar zijn met die waaraan de producenten van vegetarische of veganistische melk- of zuivelproductenvervangers krachtens bijlage VII, deel III, bij verordening nr. 1308/2013 zijn onderworpen, kan niet worden geacht in tegenspraak te zijn met het beginsel van gelijke behandeling.”

Het gaat hier volgens het Hof immers over landbouwproducten met 'eigen specificiteiten'.

Conclusies

Dit arrest is duidelijk over welk gebruik is toegestaan betreffende het gebruik van de term melk. Nu is de vraag of het wettelijk verbod ook zal worden gehandhaafd.

Joost Becker, advocaat reclamerecht