1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Rijksambtenaren eisen in kort geding directe compensatie pensioenversobering

Rijksambtenaren eisen in kort geding directe compensatie pensioenversobering

Morgen dient in Den Haag een kort geding van FNV Overheid en andere vakbonden tegen minister Blok als vertegenwoordiger van de Rijksoverheid. Inzet is een loonsverhoging van 0,8% met onmiddellijke ingang. FNV Overheid is, getuige het bericht op haar website, vol goede moed. Heeft minister Blok te vrezen?Voor een goed begrip van de inzet van het kort geding, een paar opmerkingen. Door inwerkingtreding van Witteveenkader 2015 is de pensioenopbouw fiscaal versoberd. Voor rijksambtenaren geldt da...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 26 maart 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Morgen dient in Den Haag een kort geding van FNV Overheid en andere vakbonden tegen minister Blok als vertegenwoordiger van de Rijksoverheid. Inzet is een loonsverhoging van 0,8% met onmiddellijke ingang. FNV Overheid is, getuige het bericht op haar website, vol goede moed. Heeft minister Blok te vrezen?

Voor een goed begrip van de inzet van het kort geding, een paar opmerkingen. Door inwerkingtreding van Witteveenkader 2015 is de pensioenopbouw fiscaal versoberd. Voor rijksambtenaren geldt dat zij (verplicht) deelnemer zijn in het pensioenfonds ABP op grond van de Wet Privatisering ABP. De pensioenregeling wordt vormgegeven door de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelbeleid. Hierin zitten sectorwerkgevers en vakbonden vertegenwoordigd. Nadat de Pensioenkamer een akkoord bij meerderheid heeft bereikt, krijgt het ABP opdracht die nieuwe regeling uit te werken in het pensioenreglement.

De Pensioenkamer heeft zich uiteraard ook gebogen over een aanpassing van de pensioenregeling als gevolg van het Witteveenkader 2015. De Pensioenkamer heeft becijferd wat de gevolgen van het nieuwe Witteveenkader zijn voor de premiehoogte. Op 9 oktober 2014 is een akkoord bereikt. Kern van het akkoord is dat de pensioenregeling, daar waar mogelijk, fiscaal geoptimaliseerd wordt. Daarmee wordt al een deel van de premievrijval bestemd. Het restant krijgt “volledige doorwerking via de sectorale cao-tafels in verbetering van salaris (of andere arbeidsvoorwaarden als cao-partijen daarvoor kiezen), in aanvulling op de salarisafspraken op grond van de bestendige sectorsystematiek”.  Volgens het Pensioenakkoord gaat het om een restant van 0,8%.

Rijksambtenaren zitten al geruime tijd te wachten op een nieuwe cao. Vakbonden willen nu niet verder onderhandelen, tenzij Blok bereid is het restant van 0,8% op voorhand te bestemmen. Los van de vraag of de vakbonden hiermee een cao-akkoord daadwerkelijk dichterbij brengen, kan het wel op de steun van rijksambtenaren rekenen die immers al jaren op de nullijn zitten.

Ik vraag me af of de vakbonden dit wel buiten het bestek van de cao-tafel kunnen afdwingen. Het lijkt erop dat de compensatie gevraagd wordt van Blok als werkgever in plaats van vertegenwoordiger van het Ministerie aan de cao-tafel. Is dat het geval, dan zie ik de afloop voor de vakbonden somber in, nu de individuele werkgever met een (verplichte) bedrijfstakpensioenregeling in de regel niet verplicht kan worden tot compensatie. Dit geldt in beginsel ook voor andere werkgevers, ware het niet dat sommige werkgevers met een verzekerde pensioenregeling wel een incentive nodig hebben om instemming te kunnen krijgen voor de wijziging van de pensioenregeling.

Terug naar het akkoord van de Pensioenkamer. Ik lees hierin dat cao-partijen overeenstemming moeten bereiken over de compensatie in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer. Legt daarmee de Pensioenkamer de contractsvrijheid van cao-partijen aan banden? Dat lijkt mij te verstrekkend. De Pensioenkamer heeft wettelijk de bevoegdheid om een pensioenovereenkomst te sluiten en gaat niet over andere arbeidsvoorwaarden. Bovendien zijn ook niet alle (sector)werkgevers in de Pensioenkamer vertegenwoordigd.

Kort en goed: hoe en of er gecompenseerd wordt, is uiteindelijk afhankelijk van het onderhandelingsresultaat aan de cao-tafel. Daarbij is het niet ondenkbaar dat in een aantal gevallen slechts een gedeelte van die 0,8% wordt bestemd in de cao. Werkgeversorganisaties zouden kunnen aanhaken bij de overwegingen van de wetgever bij de totstandkoming van Witteveen 2015. Immers, valt daaruit af te leiden dat de nieuwe wetgeving kan leiden tot lagere loonkosten bij de werkgever.

Blok zijn zaak staat als een huis, zeg ik met een knipoog naar zijn portefeuille. Dit is wellicht wat al te stellig, maar ik ben zeker niet zo optimistisch over de haalbaarheid van de inzet als FNV Overheid en de andere vakbonden. In ieder geval hoop ik dat het, linksom of rechtsom, een
fundament gaat bieden voor constructief vervolgoverleg over de cao.