RVU-eindheffing stijgt van 52% naar 65% – wat betekent dit voor u als werkgever?

22 augustus 2025

Per 2026 verandert er veel rondom de Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU). Eén van de belangrijkste wijzigingen: de fiscale heffing voor werkgevers gaat flink omhoog. Deze wijziging moet nog wel door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen, maar deze kans is zeer groot aangezien de sociale partners en de overheid hierover een akkoord hebben bereikt. In dit artikel zetten we de belangrijkste veranderingen voor u op een rij en leggen we uit wat dit concreet betekent voor uw organisatie. 

Jochem van den Berg
Jochem van den Berg
Fiscalist - Associate Partner
Frédérique Hoppers
Frédérique Hoppers
Advocaat - Partner
In dit artikel

Wat is een RVU ook alweer? 

 

Een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) is een financiële regeling die u een oudere werknemer kunt aanbieden om eerder te stoppen met werken. Denk aan een maandelijkse uitkering tot de AOW-gerechtigde leeftijd of een eenmalige uitkering.  Aangezien de overheid eerder uittreden ontmoedigt, is er een fiscale heffing op RVU’s van toepassing, namelijk de RVU-eindheffing. Als zo’n regeling (nagenoeg) uitsluitend tot doel heeft om een werknemer voorafgaand aan het pensioen of AOW te voorzien in één of meerdere uitkeringen én is bedoeld als overbrugging tot het pensioen, geldt de RVU-eindheffing. De uitkering(en) die de werkgever aan de werknemer doet, worden belast met een vast pseudo-eindheffingstarief van 52%. Dit houdt in dat de eindheffing van de RVU naast de reguliere loonheffing komt waarmee er een dubbele heffing ontstaat. 

Voorbeeld: U sluit 4 jaar voordat werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt een vaststellingsovereenkomst. U betaalt werknemer een beëindigingsvergoeding van € 100.000 die veelal (mede) zal strekken ter overbrugging tot het pensioen. De werkgever dient over de beëindigingsvergoeding de RVU-eindheffing te betalen. De totale lasten bedragen daardoor, wellicht zonder dat de werkgever zich hiervan bewust is € 152.000 (€ 100.000 aan de werknemer (bruto ontslagvergoeding) + € 52.000 voor de Belastingdienst (RVU-eindheffing)).  

Sinds 2021 geldt een RVU-drempelvrijstelling. Werkgevers die aan oudere werknemers, die 36 maanden of minder van hun AOW-leeftijd zijn verwijderd, uitkeringen uit hoofde van een RVU doen van ten hoogste € 2.273 per maand (bedrag 2025), zijn hierover geen RVU-eindheffing verschuldigd. Werkgevers die aan werknemers meer betalen dan de RVU-drempelvrijstelling en/of uitkeringen doen buiten de periode van 36 maanden, betalen hierover alsnog de RVU-eindheffing. 

Veranderingen RVU per 2026

1. RVU-eindheffing gaat omhoog: van 52% naar 65%
Vanaf 2026 wordt de RVU-eindheffing stapsgewijs verhoogd van 52% naar 65% in 2028.  

2. Drempelvrijstelling structureel en mogelijk hoger
De RVU-drempelvrijstelling blijft gelden. Tot nu toe was de vrijstelling tijdelijk, maar deze wordt vanaf 2026 (met monitoring) structureel. In 2025 is de vrijstelling € 2.273 per maand, gebaseerd op de netto AOW.  

De RVU-drempelvrijstelling wordt niet verhoogd, maar in bijzondere gevallen mag dit worden verhoogd met maximaal € 300 bruto maand (bijvoorbeeld bij zware beroepen of beperkte overbruggingstijd). Of die extra vrijstelling van toepassing is, wordt beoordeeld door cao-partijen of sociale partners.

3. Striktere voorwaarden bij inzet RVU via cao 
Wilt u als werkgever of werkgeversorganisatie in een cao een RVU-regeling opnemen? Dan gelden vanaf 2026 strengere spelregels. De regeling moet: 

    • Specifiek zijn gericht op zwaar werk, met objectieve criteria;
    • Een duidelijk afgebakende doelgroep hebben die periodiek wordt geëvalueerd;
    • Aansluiten bij beleid voor duurzame inzetbaarheid binnen de organisatie;
    • Worden getoetst door TNO als onafhankelijke partij.  

4. Meer toezicht en monitoring 
De hoogte van de RVU-drempelvrijstelling wordt gemonitord en om de drie jaar besproken (als eerst in 2028). Daarnaast is er een algehele jaarlijkse monitoring van gebruik, doelgroep en effectiviteit. Bij misbruik of onvoldoende gericht gebruik, kan de regeling alsnog worden aangepast of ingetrokken. 

Ons advies voor werkgevers over RVU, eindheffing en vroegpensioen

Gezien de getrapte verhoging van het RVU-eindheffing verwachten wij niet dat er overgangsrecht zal zijn voor RVU’s die in 2025 zijn aangevangen en doorlopen in 2026 of die in 2025 schriftelijk zijn overeengekomen en in 2026 een aanvang nemen.  

Uiteindelijk is de situatie dat er geen RVU is, altijd gunstiger voor werkgevers, zelfs wanneer er een RVU-drempelvrijstelling van toepassing is en zeker met het zicht op een beoogde verhoging van de RVU-eindheffing tot 65%. Wij adviseren werkgevers dan ook om de nieuwe regelingen (waar mogelijk) zo op te stellen dat deze niet als RVU kwalificeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bredere regelingen voor duurzame inzetbaarheid (zoals de generatieregeling), deeltijdpensioen of vrijwillige uitstroom, mits goed onderbouwd. Ook kan gedacht worden aan oplossingen direct in de pensioensfeer, zoals een compensatie in de vorm van bekostiging vrijwillige voortzetting van de pensioendeelneming of een rechtstreekse storting in de fiscale ruimte.  

Wilt u weten of uw (voorgenomen) regeling als RVU wordt aangemerkt en/of onder de drempelvrijstelling valt? Of wilt u samen met ons bekijken hoe u deze slimmer kunt inrichten, zowel fiscaalvriendelijk als pensioenvriendelijk, bijvoorbeeld aan de hand van de voor u geldende collectieve pensioenregeling? Neem dan contact met ons op. Wij denken graag met u mee.

Gerelateerd

Certificering van aandelen: zo maakt u als DGA uw onderneming toekomstbestendig

Wat houdt certificering van aandelen in voor DGA’s en hun onderneming? Bij certificering van aandelen draagt de DGA zijn aandelen over aan een stichting...

Tijdig starten met bedrijfsopvolging: het belang van een gestructureerd tijdspad voor de BOR

Veel DGA’s schuiven bedrijfsopvolging voor zich uit. Begrijpelijk, want de dagelijkse bedrijfsvoering vraagt al genoeg aandacht. Het gevaar is echter dat de...

Beleggen in privé (box 3) of via uw BV (box 2) welke route past bij u?

Als DGA (directeur-grootaandeelhouder) heeft u naast uw onderneming vaak ook privévermogen opgebouwd. Dit kan bijvoorbeeld door de (gedeeltelijke) verkoop van...

Hoe werkt de tegenbewijsregeling in box 3?

Indien het werkelijk rendement op uw vermogen in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement dat door de Belastingdienst in aanmerking is genomen, kunt u...

Fiscale regelingen bij bedrijfsopvolging: BOR en DSR

Een bedrijfsopvolging brengt vaak niet alleen emotionele, maar ook fiscale uitdagingen met zich mee. Het is namelijk van groot belang dat bij de overgang van...

Belastingplan 2026: de belangrijkste maatregelen van Prinsjesdag 2025

Op Prinsjesdag, 16 september 2025, heeft het kabinet de fiscale plannen voor het komende jaar onthuld in het Belastingplan 2026. Wat betekenen deze nieuwe...
No posts found