1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Uitbetaling managementvergoeding leidt bij financiële krapte niet zomaar tot bestuurdersaansprakelijkheid

Uitbetaling managementvergoeding leidt bij financiële krapte niet zomaar tot bestuurdersaansprakelijkheid

Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland volgt dat het uitkeren van een managementvergoeding, terwijl de onderneming in financieel zwaar weer verkeert, niet per definitie tot aansprakelijkheid van een bestuurder/feitelijk beleidsbepaler leidt.
Leestijd 
Auteur artikel Elline Diedering-Kuus
Gepubliceerd 08 mei 2020
Laatst gewijzigd 08 mei 2020

De aangesproken bestuurder was vennoot bij een vennootschap onder firma (v.o.f.). Die v.o.f. heeft in 2015 een managementovereenkomst gesloten met een B.V. De B.V. stelt dat de vennoot via die overeenkomst van 2015 tot 2017 bestuurder dan wel feitelijk beleidsbepaler van de B.V. was. Zij meent dat hij in die functie ten onrechte bedragen aan zijn v.o.f. heeft uitgekeerd, waaronder een bedrag uit hoofde van managementvergoeding. De B.V. baseert haar vordering over de managementvergoeding onder andere op onbehoorlijk bestuur (artikel 2:9 BW) en/of onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) van de vennoot. De hoofdvraag is hier of het uitkeren van een managementvergoeding door de bestuurder aan zijn v.o.f. onrechtmatig handelen (6:162 BW) of aansprakelijkheid in de zin van art. 2:9 BW oplevert.

De rechtbank oordeelt in haar vonnis van 15 april 2020 allereerst dat de vennoot kan worden gezien als feitelijk beleidsbepaler van eiseres en dus aansprakelijk kan zijn jegens eiseres op grond van artikel 6:162 BW. De rechtbank laat hiermee in het midden of hij bestuurder is en dus (ook) op basis van art. 2:9 BW kan worden aangesproken.

Over de managementvergoeding oordeelt de rechtbank:

“De enkele omstandigheid dat het financieel slecht gaat met een vennootschap, brengt namelijk nog niet mee dat de (feitelijk) bestuurder zichzelf (of een aan hem gelieerde vennootschap) geen managementvergoeding meer mag laten uitbetalen.”

De vorderingen van de B.V. worden daarom afgewezen.

Deze uitspraak laat zien dat het uitkeren van een managementvergoeding/management fee in een financieel onzekere of zware periode niet per definitie betekent dat onrechtmatig is gehandeld door de bestuurder. Wel is het verstandig om als bestuurder te allen tijde zicht te houden op de vermogenspositie van de onderneming en indien deze slecht is, te overwegen geen of minder managementvergoeding uit te keren. Het feit dat het uitkeren van de vergoeding niet per definitie tot onrechtmatigheid leidt, betekent niet dat dit onder (andere) omstandigheden niet anders kan zijn. Zo kan het uitkeren van een hoge managementvergoeding leiden tot privé-aansprakelijkheid van een bestuurder, zie bijvoorbeeld een uitspraak van Hof Amsterdam uit 2017 (door de Hoge Raad een jaar later met 81 RO afgedaan).