1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Vallen door gemorste koffie. Werkgever aansprakelijk?

Vallen door gemorste koffie. Werkgever aansprakelijk?

Als de koffiejuffrouw het wil … ligt alles stil, zong VOF De Kunst ooit, maar in een aansprakelijkheidszaak waarover het gerechtshof Den Haag zich onlangs moest buigen, was dat vast niet de bedoeling van de koffiejuffrouw.Een werkneemster van 64 jaar heeft een lang dienstverband bij de Stichting Meavita Woonzorg. In 2007 glijdt zij tijdens haar werk uit over een plas gemorste koffie op de trap van het verpleegtehuis waar zij werkt. De werkneemster breekt daarbij haar middenhands­beentje en st...
Leestijd 
Auteur artikel Buby den Heeten
Gepubliceerd 12 augustus 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Als de koffiejuffrouw het wil … ligt alles stil, zong VOF De Kunst ooit, maar in een aansprakelijkheidszaak waarover het gerechtshof Den Haag zich onlangs moest buigen, was dat vast niet de bedoeling van de koffiejuffrouw.

Een werkneemster van 64 jaar heeft een lang dienstverband bij de Stichting Meavita Woonzorg. In 2007 glijdt zij tijdens haar werk uit over een plas gemorste koffie op de trap van het verpleegtehuis waar zij werkt. De werkneemster breekt daarbij haar middenhands­beentje en stelt de werkgever aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval op grond van artikel 7:658 BW. De werkgever wijst de aansprakelijkheid van de hand en gaat in 2009 failliet. Al het personeel in de desbetreffende regio wordt overgenomen door HWW en de werkneemster start een procedure tegen drie partijen. Allereerst tegen HWW als rechts­opvolger van Meavita, maar ook tegen de curatoren van Meavita en de aansprakelijkheids­verzekering van Meavita.

In eerste aanleg oordeelt de kantonrechter dat HWW in deze niet als rechtsopvolger van Meavita kan worden beschouwd en dat de schadevordering van de werkneemster in een aparte faillissementsprocedure had moeten worden aangemeld, zodat een rechtstreekse vordering jegens de schadeverzekeraar niet mogelijk is. Alle vorderingen worden door de kantonrechter dan ook afgewezen.

De juridische norm

In hoger beroep oordeelt het hof dat met artikel 7:658 lid 1 BW de wetgever niet heeft beoogd  een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen. De bepaling legt een zorgplicht op de werkgever om zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven als redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Welke maatregelen en aanwijzingen redelijkerwijs van de werkgever mogen worden verwacht, hangt af van alle omstandigheden van het geval, waarbij de mate van ervaring van de werknemer en de aard van de werkzaamheden van belang zijn.

Het oordeel

Het hof constateert dat de werkneemster zeer ervaren was en dat de werkneemster (die op  het moment van het ongeval naaldcontainers met gebruikte injectienaalden aan het wegbrengen was) haar gebruikelijke werkzaamheden uitvoerde die naar het oordeel van het hof niet bijzonder risicovol waren. De trap waar het ongeval zich voordeed, voldeed aan alle veilig­heidseisen en op de trap hadden zich niet eerder ongelukken voorgedaan. Meavita had bovendien aan alle werknemers speciale werkschoenen ter beschikking gesteld.

Voor het hof ontspint zich een discussie over de vraag of de trap regelmatig werd schoongemaakt, waarbij het hof heeft vastgesteld dat wanneer het schoonmaakbedrijf CSU een melding kreeg dat er ergens iets gemorst was, dit onmiddellijk werd verwijderd, waarbij er natuurlijk altijd wel enige tijd verstrijkt tussen de melding en het moment dat de trap daadwerkelijk wordt schoon­gemaakt. Het hof vindt dat het een feit van algemene bekendheid is dat de aanwezigheid van water of een andere vloeistof op de grond gladheid kan veroorzaken en dat dat ook geldt voor de ondergrond van een trap die op zichzelf niet glad is. De werkneemster stelt dat zij ongelukkig ten val gekomen is, doordat zij de container met naalden vasthield en daardoor haar val niet kon breken. Het hof is van mening dat dit er niet aan in de weg stond om veilig de trap op en af te lopen. Al met al concludeert het hof dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en van onvoldoende oplettendheid bij de werkneemster, die in haast de trap op ging en daarbij ongelukkig ten val is gekomen. Het hof overweegt in de uitspraak dat artikel 7:658 BW voor dit soort gevallen geen risico-aansprakelijkheid voor de werkgever schept.

Ongevallen en aansprakelijkheid voorkomen?

Hoewel in dit geval het hof een goed gemotiveerde en naar mijn mening juiste uitspraak heeft gedaan, wil het in dit soort aansprakelijkheidszaken voor de werkgever nogal eens verkeerd aflopen. Ondanks dat het hof terecht oordeelt dat er geen sprake is van een risico-aansprakelijkheid, gaan de maatregelen die de werkgever moet treffen om een veilige werkomgeving te creëren erg ver. Regelmatige training van de werknemers, waarbij zij worden gewezen op de gevaren van risicovolle werkzaamheden en goede protocollen kunnen ongevallen en mogelijke aansprakelijkheden voorkomen. In zorginstellingen geldt dat een patiëntveilige omgeving alleen gecreëerd kan worden als het personeel ook voor zichzelf de benodigde veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Bij het opstellen van protocollen of  het meedenken over het veiligheidsconcept in uw onderneming of instelling, denken wij graag met u mee.