Volledigheid bij formulering studiekostenbeding noodzakelijk
Een studiekostenbeding wordt veelvuldig in arbeidsovereenkomsten of studieovereenkomsten overeengekomen. Een studiekostenbeding is een beding waarin wordt overeengekomen dat een werknemer bij het verlaten van organisatie van de werkgever binnen een bepaalde termijn na aanvang of het einde van de opleiding (een deel van) de studiekosten moet terug betalen. Meestal heeft het beding betrekking op het terugbetalen van cursusgeld en/of de kosten voor studieboeken. Soms willen werkgevers ook het lo...
Leestijd
Auteur artikel
Anique Sauvé
Gepubliceerd
11 april 2011
Laatst gewijzigd
16 april 2018
Een studiekostenbeding wordt veelvuldig in arbeidsovereenkomsten of studieovereenkomsten overeengekomen. Een studiekostenbeding is een beding waarin wordt overeengekomen dat een werknemer bij het verlaten van organisatie van de werkgever binnen een bepaalde termijn na aanvang of het einde van de opleiding (een deel van) de studiekosten moet terug betalen. Meestal heeft het beding betrekking op het terugbetalen van cursusgeld en/of de kosten voor studieboeken. Soms willen werkgevers ook het loon dat de werknemer tijdens zijn studiedagen heeft genoten terug vorderen, mag dat? Ja, in principe wel. De Kantonrechter Heerenveen heeft in zijn uitspraak van 13 oktober 2010 bevestigd dat het mogelijk is om naast de primaire opleidingskosten ook het tijdens de studiedagen genoten loon terug te vorderen, mits dit voor de werknemer voldoende kenbaar was. Uit het studiekostenbeding waar het in deze zaak om ging, was dit voor de werknemer niet voldoende kenbaar. Het studiekostenbeding bepaalde namelijk: “Indien op verzoek van werknemer het dienstverband binnen 12 maanden na volledige afschrijving van de studiekosten wordt beëindigd, worden de totale cursuskosten op de werknemer verhaald.” De kantonrechter oordeelt dat uit de woorden ‘totale cursuskosten’ voor de werknemer niet (voldoende) kenbaar was dat hij bij het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst binnen de gestelde termijn, ook zijn tijdens de studiedagen genoten loon zou moeten terugbetalen. Derhalve had de werknemer daar geen rekening mee behoeven te houden. De vordering tot het terugbetalen van het tijdens de studiedagen genoten loon wordt dan ook afgewezen. Ook de kantonrechter Haarlem wees een vordering tot terugbetaling van het loon over alle studie-uren af omdat uit het woord ‘verzuimuren’ onvoldoende bleek dat ook het loon terugbetaald diende te worden. Overigens kan een kantonrechter ook op grond van andere omstandigheden een vordering tot terugbetaling van de studiekosten afwijzen, zoals op grond van het goedwerkgeverschap en/of de redelijkheid en billijkheid. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie waarin de werkgever zèlf het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft genomen, het volgen van de opleiding in opdracht van de werkgever is gebeurd of omdat terugvordering een onevenredige aanslag op het inkomen van de werknemer vormt. Deze aspecten spelen in de twee genoemde uitspraken echter geen (doorslaggevende) rol, omdat de vordering reeds strandde vanwege de onvolledige c.q. onduidelijke formulering van het studiekostenbeding. Bovenstaande uitspraken zijn in lijn met de jurisprudentie dat onduidelijkheden in een studiekostenbeding voor rekening en risico van de werkgever komen. Wees dus zeer zorgvuldig bij het opstellen van een studiekostenbeding. Uiteraard zijn wij graag bereid uw studiekostenbeding te toetsen of een studiekostenbeding voor u op te stellen.