1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wat staat er in de Wet Oneerlijke Handelspraktijken?

Wat staat er in de Wet Oneerlijke Handelspraktijken?

Oneerlijke handelspraktijken kunnen nadelig zijn voor de mededinging. Zowel consumenten als concurrenten kunnen eronder lijden. Maar wat zijn oneerlijke handelspraktijken en welke sancties zijn er mogelijk?
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 04 februari 2022
Laatst gewijzigd 04 februari 2022

Wat zijn oneerlijke handelspraktijken?

De Wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP) bepaalt dat een handelspraktijk oneerlijk is indien de handelaar in strijd met de vereisten van "professionele toewijding" handelt en het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is of kan worden beperkt. Oftewel, de consument gaat over tot een aankoopbeslissing die anders niet zou zijn genomen. De wet OHP is te vinden in boek 6 van het burgerlijke wetboek artikelen 193a t/m 193j.

Het gaat om twee soorten praktijken; misleiding en agressieve praktijken. Bij misleidende handelspraktijken gaat het veelal om valse reclamebeloftes, die beletten dat de consument een geïnformeerde en efficiënte keuze kan maken. Agressieve praktijken (de verkoper met de 'voet tussen de deur') beperken door intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding de keuzevrijheid van de consument.

Reclame-uitingen

In beginsel vallen alle reclame-uitingen onder de wet OHP.

Er is sprake van een misleidende handelspraktijk wanneer informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is, bijvoorbeeld ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product (beschikbaarheid, voordelen, risico’s e.d.), de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, dan wel het bestaan van een specifiek prijsvoordeel, en/of de hoedanigheid en kenmerken van de handelaar, zoals zijn identiteit, status, erkenning, affiliatie en onderscheidingen (artikel 6:193c BW).

Naast feitelijke onjuiste informatie noemt de wet ook het begrip misleidende omissie. Een misleidende omissie betekent dat (essentiële) productinformatie wordt weggelaten. Dit kan ook een misleidende handelspraktijk opleveren (artikel 6:193d BW). Een voorbeeld hiervan is niet alle bijkomende kosten vermelden in de prijs, waardoor het totaalbedrag onverwachts hoger is.

Misleidende reclame

In de wet OHP zijn ook regels opgenomen over misleidende reclame. Artikel 6:194 BW spreekt van mededelingen die in een of meer opzichten misleidend zijn, zoals onder meer ten aanzien van de aard of samenstelling van producten, de herkomst, de grootte van de voorraad, of de prijs. Dergelijke reclame-uitingen zijn dan volgens de wet onrechtmatig, wet betekent dat het mogelijk is om een schadevergoeding te eisen.

Vergelijkende reclame

Artikel 6:193c lid 2 sub a BW bepaalt dat indien er verwarring ontstaat tussen producten, handelsmerken, handelsnamen of andere onderscheidende kenmerken van de concurrent, dit eveneens een misleidende handelspraktijk oplevert. De wet stelt echter nog meer voorwaarden aan de vorm van marketing die bekend staat als vergelijkende reclame.

In beginsel is vergelijkende reclame echter wel toegestaan, mist wordt voldaan aan de vereisten van artikel 6:194a BW.

Verwarringwekkende producten 

Het kopiëren van een product kan reeds worden tegengegaan door het inroepen van verschillende IE-rechten, zoals het auteursrecht, het modellenrecht en het merkenrecht. Indien deze IE-rechten echter geen uitkomst (meer) bieden, kan het kopiëren nog steeds onrechtmatig zijn. Dit is het geval wanneer de nabootsing onnodig tot verwarring bij het publiek kan leiden. Dat wordt ook wel slaafse nabootsing genoemd.

De Wet Oneerlijke Handelspraktijken noemt ook hiervan een aanverwant voorbeeld. Een handelspraktijk is namelijk ook misleidend indien "door de marketing van het product waaronder het gebruik van vergelijkende reclame verwarring wordt geschapen ten aanzien van producten, handelsmerken, handelsnamen of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent" (artikel 193c lid 2 sub a BW).

Agressieve handelspraktijken

Ten slotte bepaalt artikel 6:193h BW dat een handelspraktijk agressief is indien door intimidatie, dwang, waaronder lichamelijk geweld, of met ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk wordt of kan worden beperkt. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met het tijdstip en de plaats, gedrag en taalgebruik. Agressieve handelspraktijken kunnen ook op internet plaatsvinden, bijvoorbeeld op websites of via e-mail. Indien dat hardnekkig gebeurt, bijvoorbeeld door spam, kan dat ook een oneerlijke handelspraktijk opleveren.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) kan bij overtreding van de wet OHP een boete tot € 900.000 opleggen.

Joost Becker, advocaat reclamerecht